Eifersucht - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Eifersucht DE>NL

I die Eifersucht

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈa ifɐzʊxt]
Verbuigingen:	Eifersucht

Angst, jds Liebe oder Aufmerksamkeit mit anderen teilen zu müssen ^psychologie - jaloezie

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈa ifɐz ʏçtɪç]

deel van de uitdrukking: jaloers

Er war eifersüchtig auf die Kollegen seiner Frau. - Hij was jaloers op de vrouw van zijn collega.

bijwoord

deel van de uitdrukking: jaloers

Eifersüchtig beobachtete sie die Unterhaltung. - Jaloers keek ze toe bij het gesprek.

Overige bronnen

die Eifersucht

de afgunst (v) ; de ijver (m) ; ijverzucht ; de jaloersheid (v) ; de jaloezie (v) ; de kif ; de kinnesinne ; de naijver (m)

Bronnen: interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `Eifersucht`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Jalousie
DE: Mißgunst
DE: Neid