dahin

bijwoord

Uitspraak:

[daˈhɪn]

1) an den genannten Ort - daarheen , daartoe

Der Weg dahin ist weit. - De weg daarheen is lang.

2) deel van de uitdrukking:

bis dahin (=bis zu diesem Zeitpunkt) - tot dan Ich fahre morgen weg und habe bis dahin noch viel zu tun. - Ik heb voordat ik morgen wegrijd nog veel te doen.

3) deel van de uitdrukking:

etw. ist dahin (=etw. ist verloren, zerstört oder vorbei) - iets is weg All unser Geld ist dahin. - Al ons geld is weg.

4) deel van de uitdrukking:

dahin gehend (=mit dem genannten Inhalt, Sinn) - met als doel Er äußerte sich dahin gehend, dass ... - Hij zei het met het doel dat ...

© K Dictionaries Ltd.

dahin

daar ; daarheen ; die kant uit ; aldaar ; derwaarts ; erheen

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: dorthin

DE: bis dahin NL: tot dan
DE: bis dahin haben wir noch Zeit NL: we hebben nog tijd genoeg voor het zover is
DE: sie sprechen sich dahin aus NL: zij laten zich in die zin uit