Vertalingen Beweis DE>NL
der Beweis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bəˈvais] |
Verbuigingen: | Beweises , Beweise |
1) eine Tatsache oder ein Argument, die zeigen, dass etw. richtig / wahr ist -
bewijs einen Beweis für etw. erbringen - een bewijs voor iets inbrengen sein Können unter Beweis stellen - zijn deskundigheid bewijzen |
2) ein Beweis, der vor Gericht verwertet werden kann juridisch -
bewijs aus Mangel an Beweisen freigesprochen werden - bij gebrek aan bewijzen worden vrijgesproken Beweisstück - bewijsstukken |
3) ein Zeichen für ein Gefühl o. Ä. -
bewijs Als Beweis meiner Dankbarkeit verrate ich dir ein Geheimnis. - Als bewijs van mijn dankbaarheid verklap ik je een geheim. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Beweis | beweringsgrond (znw.) ; het bewijs ; het bewijsstuk ; het blijk ; de teken |
Beweis | bewijs ; hoofdinhoud |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Beweis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AkteDE: ArgumentDE: AttestDE: BeglaubigungDE: BelegDE: BescheinigungDE: BeweisgrundDE: BeweisstückDE: DiplomDE: Gutachten