Uitspraak: | [bəˈfoːɐ] |
Kannst du mir noch kurz helfen, bevor du gehst? - Kun je mij nog even helpe voordat je gaat? Das war lange, bevor du geboren wurdest. - Dat was lang voordat jij werd geboren. |
![]() (=wenn nicht zuvor) - vooralsnog Bevor dein Zimmer nicht aufgeräumt ist, kann ich dich nicht fortlassen! - Als je kamer niet is opgeruimd kan ik je voorlopig niet laten gaan. |