1. MWB
  2. Vertalen
  3. Befehl (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Befehl > EN • Befehl > ES • Befehl > FR
Vertalingen Befehl DE>NL

der Befehl

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈfeːl]
Verbuigingen:  Befehl(e)s , Befehle

1) ein Auftrag, den man von einem Vorgesetzten, Mächtigeren bekommt - bevel
Der Offizier gab den Befehl zum Angriff. - De officier gaf het bevel tot de aanval.
Durchsuchungsbefehl - doorzoekingsbevel
Haftbefehl - arrestatiebevel

2) das Recht, jemandem Befehle zu geben defensie - commando
Unter wessen Befehl steht das Regiment? - Onder wiens commando staat het regiment?

3) Arbeitsauftrag in einem Programm für einen Computer - opdracht
ein ungültiger Befehl - een ongeldige opdracht

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Befehlhet bevel ; het bevelschrift ; de commando (m) ; het consigne ; het dwangbevel ; het gebod ; de opdracht ; de order ; de taak
Befehl besturingssignaal ; bevelschrift ; commando ; computeropdracht ; instructie ; machine-opdracht ; opdrachtframe
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Befehl`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Anordnung
DE: Auftrag
DE: Gebot
DE: Heeresbefehl
DE: Instruktion
DE: Mandat
DE: Oberbefehl
DE: Oberkommando
DE: Order
DE: Weisung

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: zu Befehl ! NL: tot uw orders!