Vertalingen beantragen DE>NL
I beantragen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈ|antraːgən] |
1) einen schriftlichen Antrag stellen, um etw. zu bekommen -
aanvragen ein Visum beantragen - een visum aanvragen |
2) etw. offiziell fordern, das jemand anderer oder eine Gruppe entscheiden muss -
verzoeken eine Vertagung der Sitzung beantragen - uitstel van de zitting verzoeken |
II die Beantragung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bəˈ|antraːgʊŋ] |
Verbuigingen: | Beantragung , Beantragungen |
deel van de uitdrukking: verzoek om die Beantragung eines Passes - een verzoek om een paspoort |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beantragen (ww.) | aanvragen (ww.) ; aanzoeken (ww.) ; bidden (ww.) ; opvragen (ww.) ; rekwestreren (ww.) ; smeken (ww.) ; uitnodigen (ww.) ; verzoeken (ww.) ; vragen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beantragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anfordernDE: anfragenDE: ansuchenDE: betenDE: bettelnDE: bittenDE: einen Antrag machenDE: einfordernDE: ersuchenDE: flehen