Vertaal
Naar andere talen: • Bahn > ENBahn > ESBahn > FR
Vertalingen Bahn DE>NL

die Bahn

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [baːn]
Verbuigingen:  Bahn , Bahnen

1) deel van de uitdrukking: trein
mit der Bahn nach Berlin fahren - met de trein naar Berlijn reizen

2) deel van de uitdrukking: spoorwegen
Er arbeitet bei der (Deutschen) Bahn. - Hij werkt bij de (Duitse) spoorwegen.

3) Weg, den jemand / etw. zurücklegt - baan
Die Planeten beschreiben eine elliptische Bahn um die Sonne. - De planeten beschrijven een elliptische baan om de zon.
uitdrukking freie Bahn haben
uitdrukking auf die schiefe Bahn geraten
uitdrukking etw. wirft jemanden aus der Bahn

4) Strecke, auf der sportliche Wettkämpfe ausgetragen werden - wedstrijdbaan
400-m-Bahn - 400m baan
Eisbahn - schaatsbaan
Rodelbahn - rodelbaan

5) einer der Streifen, in die die Bahn unterteilt ist - baan
Auf Bahn drei startet Johnson für die USA. - In baan drie start Johnson voor Amerika.

6) Art und Weise, wie etw. verläuft - baan
Das Leben verläuft wieder in ruhigeren Bahnen. - Het leven verloopt alweer in goede banen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Bahnde omwenteling (v) ; weg van hemellichaam (znw.) ; weg (znw.) ; de trein ; de toer (m) ; de straatweg (m) ; de straat ; het spoorwegen ; de spoorweg (m) ; de spoorbaan ; de spoor ; de rotatie (v) ; de rails ; de loopbaan ; de draaiing (v) ; de draaicirkel (m) ; de baan (m)
Bahn baan ; weg ; stroomrail ; route ; loop ; geleider ; geer ; folie ; crouponstrook
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Bahn`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Autobahn
DE: Bahngleis
DE: Biegung
DE: Bummelzug
DE: Charakterzug
DE: Chaussee
DE: D-Zug
DE: DB
DE: Deutsche Bundesbahn
DE: Drehung

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: mit der Bahn NL: per spoor
DE: einen von der Bahn abholen NL: iemand van de trein halen