Vertalingen Bad DE>NL
das Bad
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [baːt] |
Verbuigingen: | Bad(e)s , Bäder |
1) in eine Badewanne gefülltes Wasser -
bad sich ein Bad einlaufen lassen - een bad vol laten lopen |
2) das Baden -
baden ein Bad nehmen - een bad nemen, in bad gaan ein erfrischendes Bad im Fluss - een verfrissend bad in de rivier |
3) deel van de uitdrukking: badkamer Willst du als Erster ins Bad? - Wil jij als eerste in bad? |
4) öffentliches Gebäude oder Gelände, wo man schwimmen kann -
zwembad mit Freunden ins Bad gehen - met vrienden naar het zwembad gaan Hallenbad - overdekt zwembad Strandbad - strandbad |
5) Ort mit besonders gutem Wasser oder guter Luft, an den Leute fahren, um gesund zu werden -
kuuroord Bad Reichenhall - Bad Reichenhall Bad Tölz - Bad Tölz Heilbad - bad met geneeskrachtige werking |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Bad | het bad ; de badkamer (v) |
Bad | bad ; badinrichting ; badkamer ; badkamer en waskamer ; badplaats ; onderdompeling ; smeltbad ; thermale badplaats |
Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Bad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BadewanneDE: BadezimmerDE: WanneUitdrukkingen en gezegdes
DE: das
Bad austragen
NL: de dupe zijn, ermee zittenDE: ins
Bad reisen
NL: gaan kuren (in een badplaats)