Vertaal
Naar andere talen: • Ausreißen > ENAusreißen > ESAusreißen > FR
Vertalingen Ausreißen DE>NL

ausreißen

werkw.
Uitspraak:  ausraisən]

1) durch Reißen entfernen - uitrukken , uittrekken
Unkraut mit der Wurzel ausreißen - onkruid met wortel uittrekken

2) fliehen, weglaufen - weglopen
von zu Hause ausreißen - weglopen van huis
Die Tiere rissen vor dem Feuer aus. - De dieren vluchten weg van het vuur.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ausreißen (ww.) ontglippen (ww.) ; zich vrijmaken (ww.) ; wegrennen (ww.) ; weglopen (ww.) ; wegkomen (ww.) ; vluchten (ww.) ; uitwijken (ww.) ; uitscheuren (ww.) ; uitrukken (ww.) ; ontvluchten (ww.) ; ontsnappen (ww.) ; ontkomen (ww.) ; losbreken (ww.) ; lopend weggaan (ww.) ; hem smeren (ww.) ; ervandoor gaan (ww.) ; ergens uitscheuren (ww.)
ausreißen uitgeknepen ; uitgedrukt ; afrukken ; uittrekken ; runwas ; met wortel en al uittrekken ; bark
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Ausreißen`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er wird sich kein Bein ausreißen NL: hij zal zich niet moe maken