Vertalingen Akzent DE>NL
der Akzent
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [akˈʦɛnt] |
Verbuigingen: | Akzent(e)s , Akzente |
1) die Art der Aussprache, an der man erkennt, woher jemand kommt -
uitspraak Er sprach deutsch mit spanischem Akzent. - Hij spreekt Duits met een Spaans accent. |
2) Betonung, bes. einer bestimmten Silbe eines Wortes taalkunde -
nadruk Der Akzent liegt bei diesem Wort auf der vorletzten Silbe. - De nadruk wordt bij dit woord op de voorlaatste lettergreep gelegd. in der Bildungspolitik neue Akzente setzen wollen - in het onderwijsbeleid nieuwe mogelijkheden willen bepalen |
3) Zeichen in der Schrift, das anzeigt, wie etw. betont werden soll taalkunde -
leestekens Im Französischen gibt es drei verschiedene Akzente. - In het Frans zijn er drie verschillende leestekens. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Akzent | het accent ; het dialect ; de hoofdtoon (m) ; de klemtoon (m) ; de nadruk (m) ; het taaltje ; de tongval (m) |
Akzent | accent ; accentteken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Akzent`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AkkoladeDE: AkzentuierungDE: AnführungszeichenDE: ApostrophDE: AusrufezeichenDE: BetonungDE: BindestrichDE: DoppelpunktDE: FragezeichenDE: Hauptton