Vertalingen absagen DE>NL
absagen
werkw.
1) ausfallen lassen -
afzeggen Das Konzert wurde wegen Krankheit abgesagt. - Het concert wird wegens ziekte afgezegd. |
2) mitteilen, dass man / er nicht kommen kann -
mededeling Wir wollten uns eigentlich treffen, aber er hat (mir) vorhin telefonisch abgesagt. - Wij zouden elkaar ontmoeten, maar hij heeft daarnet telefonisch afgezegd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
absagen (ww.) | afbestellen (ww.) ; afblazen (ww.) ; afgelasten (ww.) ; afspraak afzeggen (ww.) ; annuleren (ww.) ; bedanken (ww.) ; danken (ww.) ; intrekken (ww.) ; nietig verklaren (ww.) ; te niet doen (ww.) |
das Absagen | het afzeggen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `absagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbestellenDE: AbblasenDE: ablehnenDE: abschlagenDE: anbsetzenDE: annulierenDE: annullierenDE: aufhebenDE: aufkündigenDE: auflösenUitdrukkingen en gezegdes
DE: er hat dem Spiel abgesagt
NL: hij heeft het spelen afgezworenDE: er ist ein abgesagter Feind aller Hunde
NL: hij is een gezworen vijand van alle honden