Vertalingen Abfuhr DE>NL
die Abfuhr
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈapfuːɐ] |
| Verbuigingen: | Abfuhr , Abfuhren |
1) der Vorgang, etw. wegzutransportieren -
afvoer | die nächsten Abfuhrtermine für Sperrmüll - de eerstvolgende openingstijden voor het grof vuil |
2) Vorgang, bei dem ein Annäherungsversuch oder eine Bitte abgewiesen wird -
afwijzing Er hat sich bei ihr eine Abfuhr geholt. - Hij heeft bij haar een blauwtje gelopen. Der Chef hat mir für meinen Vorschlag eine Abfuhr erteilt. - De chef heeft mijn voorstel afgewezen. |
3) deel van de uitdrukking: sport nederlaag | Beim letzten Spiel haben wir uns eine schwere Abfuhr geholt. - Bij de laatste wedstrijd hebben we een grote nederlaag geleden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| die Abfuhr | de afwatering (v) ; de lozing (v) ; de waterafvoer (m) |
| Abfuhr | afvoer ; bestelling bij aankomst ; evacuatie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Abfuhr`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einem eine
Abfuhr zuteil werden lassen
NL: iemand de kous op de kop gevenDE: eine
Abfuhr einstecken müssen
NL: op kous op de kop krijgen