Vertaal
Naar andere talen: • aufgeregt > ENaufgeregt > ESaufgeregt > FR
Vertalingen aufgeregt DE>NL

I aufgeregt

bijv.naamw.
Uitspraak:  aufgəreːkt]

von Freude, Nervosität oder Empörung emotional bewegt - opgewonden
vor einer Prüfung sehr aufgeregt sein - zeer nerveus zijn voor een tentamen


II aufgeregt

bijwoord

deel van de uitdrukking: opgewonden
Die Kinder erzählten ihr aufgeregt von ihrem Fund. - De kinderen vertelden haar opgewonden over hun vriend.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufgeregt toornig ; met hevige passie ; misnoegd ; nijdig ; ontstemd ; opgewonden ; razend ; seksueel opgewonden ; spinnijdig ; levendig ; verhit ; verontwaardigd ; verstoord ; vertoornd ; vurig ; woest ; wrevelig ; ziedend ; kwaad ; boos ; furieus ; geagiteerd ; gebelgd ; geërgerd ; geil ; geïrriteerd ; gekwetst ; gepassioneerd ; gepikeerd ; geprikkeld ; hartstochtelijk ; heet ; heftig ; hitsig ; nerveus ; zenuwachtig
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufgeregt`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: agitiert
DE: aufgebracht
DE: aufgeweckt
DE: begeistert
DE: borstig
DE: eifrig
DE: enthusiastisch
DE: erbost
DE: ergrimmt
DE: erhitzt