Vertalingen Ausweg DE>NL
I der Ausweg
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈausveːk] |
Verbuigingen: | Ausweg(e)s , Auswege |
Möglichkeit, eine schwierige Situation zu bewältigen -
uitweg nach einem Ausweg aus der Krise suchen - naar een uitweg in de crisis zoeken Er sah keinen anderen Ausweg mehr, als von der Brücke zu springen. - Hij zag geen andere uitweg meer, dan van de brug te springen. |
II ausweglos
bijv.naamw.
Uitspraak: | [ˈausveːkloːs] |
deel van de uitdrukking: uitzichtloos © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Ausweg | de ontsnappingsmogelijkheid (v) ; de uitgang (m) ; de uitloop (m) ; de uitweg (m) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Ausweg`

Voorbeeldzinnen laden....