Puzzelen
Puzzelwoordenboek
Cryptogrammen
Anagrammen
Puzzelhulp
Vertalen
Woorden vertalen
Voorbeeldzinnen
Tekst vertalen
Synoniem
Synoniemen
Antoniemen
Vervoegen
Meer
Dialectenwoordenboek
Rijmwoordenboek
Woordspelletjes
Anagrammen
Encyclo.nl
Woorden.org
MWB
Vertalen
anhaben (DE>NL)
van NL
van EN
van DE
van FR
van ES
naar NL
naar EN
naar DE
naar FR
naar ES
Vertaal
Naar andere talen: •
anhaben > EN
•
anhaben > ES
•
anhaben > FR
Vertalingen anhaben DE>NL
anhaben
werkw.
Uitspraak:
[ˈ
a
nh
a
ːb
ə
n]
1)
am Körper tragen
-
aanhebben , dragen
2)
angeschaltet haben
-
aanzetten
3)
deel van de uitdrukking:
jemandem / einer Sache etwas / nichts anhaben können
(=jemandem / etw. (nicht) schaden können)
-
niet deren
Der Sturm konnte uns / dem Haus nichts anhaben.
-
De storm kon ons / het huis niet deren.
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
anhaben
(ww.)
aanhebben
(ww.)
;
dragen
(ww.)
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `anhaben`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE:
andichten
DE:
anhängen
DE:
anlasten
DE:
anrechnen
DE:
belastet sein mit
DE:
die Schuld geben
DE:
in die Schuhe schieben
DE:
sich beladen mit
DE:
tragen
DE:
unterschieben
Zojuist vertaald
DE>NL:
ANHABEN
DE>NL:
Citratpuffer
DE>NL:
anhaben
DE>NL:
schlammiger Boden
DE>NL:
spiegeln
DE>NL:
Seitentür
DE>NL:
seitentür
DE>NL:
Spiegeln
DE>NL:
fieren
DE>NL:
Crêpe Jersey
DE>NL:
Sonderschwelle
DE>NL:
Keil
DE>NL:
KEIL
DE>NL:
Bernierente