1. MWB
  2. Vertalen
  3. albern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • albern > EN • albern > ES • albern > FR
Vertalingen albern DE>NL

I albern

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈalbɐn]

1) unvernünftig, kindisch - onnozel , dwaas , dom
Solche Scherze mir echt zu albern! - Zulke grappen zijn voor mij echt te onnozel!

2) völlig unwichtig - onbelangrijk
Wegen so einer albernen Erkältung sage ich das Treffen nicht ab. - Voor een onnozele verkoudheid zeg ik de bijeenkomst niet af.


II albern

bijwoord

deel van de uitdrukking: kinderachtig
Hab dich nicht so albern! - Doe toch niet zo kinderachtig!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
albern gemakkelijk ; uilachtig ; simpel ; onbezonnen ; niet moeilijk ; melig ; makkelijk ; licht ; kinderlijk ; kinderachtig ; infantiel ; idioot ; flauw ; eenvoudig ; dwaas ; inhoudsloos ; zot ; zinloos ; stom ; onwijs ; onnozel ; malloterig ; mal
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `albern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anspruchslos
DE: bei weitem
DE: dumm
DE: einfach
DE: eselhaft
DE: fade
DE: geistlos
DE: geschmacklos
DE: glatt
DE: imHandumdrehen