Vertalingen zusammenprallen DE>FR
zusammenprallen (ww.) | accrocher (ww.) ; choquer (ww.) ; cogner (ww.) ; donner contre (ww.) ; heurter (ww.) ; se cogner (ww.) ; se heurter (ww.) ; se rentrer dans (ww.) ; se rentrer dedans (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zusammenprallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: kollidieren