Vertaal
Naar andere talen: • zanken > ENzanken > ESzanken > NL
Vertalingen zanken DE>FR
zanken (ww.) argumenter (ww.) ; chicaner (ww.) ; discutailler (ww.) ; être en bisbille avec quelqu'un (ww.) ; se chamailler (ww.) ; se chicaner (ww.) ; se disputer (ww.) ; se quereller (ww.)
zanken chicaner
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `zanken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: keifen
DE: schelten
DE: schimpfen
DE: sich herumstreiten
DE: sich streiten
DE: sich zanken
DE: sichstreiten
DE: sichzanken
DE: Streit machen
DE: streiten