Vertaal
Naar andere talen: • wippen > ENwippen > ESwippen > NL
Vertalingen wippen DE>FR
wippen (ww.) balancer (ww.) ; chanceler (ww.) ; être bercé (ww.) ; être houleux (ww.) ; osciller (ww.) ; se balancer (ww.) ; secouer (ww.) ; tituber (ww.) ; vaciller (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `wippen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: baumeln
DE: flattern
DE: herumfliegen
DE: pendeln
DE: schaukeln
DE: schlenkern
DE: schleudern
DE: schlingen
DE: schlingern
DE: schlittern