Vertalingen provuzieren DE>FR
provuzieren (ww.) | activer (ww.) ; aiguillonner (ww.) ; aiguiser (ww.) ; animer (ww.) ; exciter (ww.) ; inciter (ww.) ; provoquer (ww.) ; stimuler (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `provuzieren`

Voorbeeldzinnen laden....