Vertaal
Naar andere talen: • provuzieren > ENprovuzieren > FRprovuzieren > NL
Vertalingen provuzieren DE>ES
provuzieren (ww.) excitar (ww.) ; suscitar ; resucitar (ww.) ; provocar (ww.) ; motivar ; instigar (ww.) ; incitar a ; incitar (ww.) ; incentivar ; animar (ww.) ; estimular (ww.) ; espolear (ww.) ; engendrar (ww.) ; encender (ww.) ; desafiar (ww.) ; caldear (ww.) ; avivar (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `provuzieren`
Voorbeeldzinnen laden....