Vertaal
Naar andere talen: • läuten > ENläuten > ESläuten > NL
Vertalingen läuten DE>FR
läuten (ww.) carillonner (ww.) ; gazouiller (ww.) ; se cogner (ww.) ; sonner (ww.) ; tinter (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `läuten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bimmeln
DE: die Glocke läuten
DE: die Sterbeglocke läuten
DE: die Totenglocke läuten
DE: erklingen lassen
DE: klingen
DE: losgehen
DE: rappeln
DE: tönen