Vertaal
Naar andere talen: • irren > ENirren > ESirren > NL
Vertalingen irren DE>FR
irren (ww.) chuter (ww.) ; errer (ww.) ; faillir (ww.) ; manquer (ww.) ; rater (ww.) ; se tromper (ww.) ; vagabonder (ww.)
irren errer ; s'abuser ; tromper
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `irren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgehen
DE: auffliegen
DE: danebengehen
DE: fehlschlagen
DE: herumirren
DE: herumreisen
DE: herumschlendern
DE: herumspazieren
DE: herumwandeln
DE: Scheitern