Vertaal
Naar andere talen: • bewohnen > ENbewohnen > ESbewohnen > NL
Vertalingen bewohnen DE>FR
bewohnen (ww.) demeurer (ww.) ; habiter (ww.) ; loger (ww.) ; résider (ww.)
bewohnen habiter
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bewohnen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beleben
DE: besiedeln
DE: bevölkern
DE: leben in
DE: residieren
DE: wohnen in