Vertaal
Naar andere talen: • anpacken > ENanpacken > FRanpacken > NL
Vertalingen anpacken DE>ES
anpacken (ww.) abordar (ww.) ; agarrarse a (ww.) ; captar (ww.) ; emprender (ww.) ; engañar ; engastar (ww.) ; estafar ; prender (ww.) ; timar ; trabar (ww.)
das Anpacken agarrar (znw.) ; coger (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anpacken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfassen
DE: angreifen
DE: auf sich nehmen
DE: begreifen
DE: berühren
DE: fassen
DE: festgreifen
DE: festhalten
DE: greifen
DE: in Angriff nehmen