Vertalingen servieren DE>EN
servieren (ww.) | to boast ; to brag ; to dish up ; to do up ; to exagerate ; to preconceive ; to premise ; to serve ; to serve out ; to talk big |
das Servieren | the dishing up ; the invent ; the service |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `servieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: angebenDE: anrichtenDE: aufgebenDE: aufschlagenDE: aufschneidenDE: auftischenDE: auftragenDE: aufwartenDE: bedienenDE: bewirtenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `fire brigade / service` In US-Engels gebruikt men `fire company / department` |