Vertaal
Naar andere talen: • knuddeln > ESknuddeln > FRknuddeln > NL
Vertalingen knuddeln DE>EN
knuddeln (ww.)to arouse ; to caress ; to cherish ; to coddle ; to cuddle ; to excite ; to fondle ; to hug ; to nourish ; to nurse ; to pet ; to stimulate ; to stir up ; the stroke
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `knuddeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: aufreizen
DE: aufwinden
DE: erhitzen
DE: erregen
DE: kitzeln
DE: kosen
DE: kuscheln

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; `stroke` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels.
In UK-Engels gebruikt men `stroke`
In US-Engels gebruikt men `pet`