Vertalingen aufreizen DE>EN
aufreizen (ww.) | to give rise to ; to whip up ; to stir up ; to stimulate ; to provoke ; to nettle ; to needle ; to irritate ; to goad ; to excite ; to drive ; to bait ; to badger ; to arouse |
aufreizen | abet ; rouse ; incite |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `aufreizen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anregenDE: anreizenDE: anspornenDE: anstiftenDE: antreibenDE: aufhetzenDE: aufjagenDE: aufmunternDE: aufpeitschenDE: aufputschenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `car journey / drive` In US-Engels gebruikt men `road trip` |