Vertalingen anwenden DE>EN
anwenden (ww.) | to administer ; to adopt ; to apply ; to avail oneself of ; to enforce ; to engage ; to handle ; to implement ; to practise ; to take |
anwenden | employ ; make use of ; practice ; to map over ; to operate ; to use |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `anwenden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufwendenDE: aufzehrenDE: ausgebenDE: benutzenDE: benützenDE: dem Betrieb übergebenDE: einsetzenDE: erfassenDE: Gebrauch machen vonDE: gebrauchenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: practise US-spelling: practice |