Waaslands

Waaslands bevat 12 gezegden, 487 woorden en 7 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

12 gezegden

achter de weijr lopenspijbelen
die eet neefste de pot gepisthij heeft vreemd geweest
een padde doodtrappeneen windje laten
gabardienlange regenjas
ge moet a bonen niet te week leggenje moet niet hopen
gelijk ne puit op nen harde wegelcomfortabel
hem een goeie dussing gevenhem slagen geven
kollek te pasflauw vallen
Met een Beverse moatTot het randje toe gevuld
schaap is de preut afhet is gedaan
t gemakwc
van zijn stekken gaonflauw vallen

487 woorden

fleus straks
Met een Beverse moat Tot het randje toe gevuld
'n schelleeen plakje
't roei lichtverkeerslicht

A

aan ouaan jou
aartfretterijhardvochtigheid
aftrappenweggaan
afzuipsterbarmeisje
ageni-ureigenaar
akkubatterij
ambrajaasjkoppeling
AmbrasRuzie
ametsoms
ametssoms
ankesalami
appeltrotappelmoes
appeltrutappelspijs
aunk (Bazel-Waas) paardevlees

B

baddeneen boef
bakkesgezicht
bareeltreinoverweg
barenghandbeitel
Baronnekesspeelgoedhuismeid
barrevoetsblootsvoets
beenhaarslager
beesbes
beesKus
begrauvingbegrafenis
beirloedaallepel
bekan (st) bijna
benoutbang
bergafhelling
bergophelling
bessemborstel
BezekoekRozijnenkoek
bijsschommel
binsttijdens
bitterpeencichorei
bizabeisschommel
blaasstoefer
blaatblauw
blaffeturenluiken
blaffetuurvoorzetluik
bloein (wasmusteren) Bloeden
blokklomp
blokkenklompen
blujje (Bazel-Waas) bloeden
boeferberoepsmilitair
boesjiekaars
boktaundKies (tand)
bombiehommel
BommellaBal
botramboterham
botsbijna
brieënsmeren (boterham)
broebeljierflauwekulverkoper
brombezenbraambessen
bustelborstel
buumboom
buzzevleesroze kalfsrol

C

chappementuitlaar
cremmekenijsje

D

de broeders van liefdeverkeerspolitie
de complemeintende groeten
de huugzaalin de kerk vanachter omhoog
de koerbinnenplaats
De ploeg van 't Waasland (bestaat niet meer) beveren
de preut afdoodmoe
de zindelsassen van de kachel (meerdonks)
de zwontjesbereden politie
deekapotaabelauto met open dak
den achterbuitende tuin
den afgankkakkerij
den bakgevangenis
den ooischelfthooi zolder
dijde heide
dikkopprofessor
doarettedaar
dokkebloarenwaterlelies
doktoordocter
dollebiehommel
dwaaldweil
è scheeleen lief (vrouwtje, meisje)

E

e zeeleen touw
een bijseen schommel
een busseeen zak
een estrameineen vliegenraam
een flinkeen oorveeg
een jaklisterlijster
een konduitingang van een riool
een lievevrouwbeestjeeen lievenheersbeestje
een mossegateen gat in de muur
een muldereen witte meikever
een okstereen ekster
een paplestereen grote lijster
een pijleen boomspade
een plamostereen verband
een roakeen hark
een scheetwindje
een scheet in een netzakniet veel
een spaaieen spade
een spoiaeen spade
een strameineen vliegenraam
een strameineen zeef
een tiefopspeen
een vonkoorveeg
een vooieen vrouwelijk konijn
een windbloasstoefer
een zwart schaappastoor
eetheeft
eindvogelEend
eirebeesaardbei
elletriekelectriciteit
emheb
emthemd
epshesp
ethebt

F

flawijnpeluw
fleusstraks
flikzure frut
florremuisvledermuis
fluitgeneraalstationchef
fotterenknutselen
frakjas
frei, e$$remmen
freinenremmen
frettenvreten

G

gaatgeit
galentSchutting
gareelsoutien
gededderde petettenpatatten puree
GeraschrederikBrutale kerel
gestampte petetten (Bazel-Waas) aardappelpuree
gestampte pettetten (Bazel-Waas) aardappelpuree
gevonnegevonden
gidonstuur van een fiets
goestingtrek
goestingzin
grute faregroot licht
guidongfietsstuur
gulderjullie

H

haatespellewasknijper
hakkelenstotteren
hepshesp
hierettehier
hij is van piketman die afwast
hij kan geen verken tegenhaanO-benen

I

ieveranstergens
iezenaurbijna
IJ komt van ZwindrechtHij is stomdronken
IkketisHagedis

J

jeirdezand
jendermbazige vrouw
JowelJa
jukseljeuk

K

kabaswinkeltas
kaffiekoffie
kakschoolkleuterschool
kalisjenoutzoethout
kantuiteten voor op het werk
karakollenslakken
karekolalikruik
kassijnomlijsting
kassijnraamomlijsting
katoogfietsreflector
katsjoerubber
kazakboekentas
kazzeemmaand loon
keisemiekenkoolmees
kempHennep
kermenaaienkarbonaden
ki-usmuskoolmees
kiekenkip
kilometriekkilometerteller
klakpet
klaksongeluidshoorn
klaksontoeter
klaumperHavik
klawieterenraar bewegen
klefferenklauteren
kletskoppenkale banden
klipperknuppel
kloefkapperdommerik
klos (Steendorp) schat (tegen een vrouw)
knoeselenkel
koërdaunsspringtouw
kolenmasjangkolenhandelaar
komeerbabbelzieke vrouw
konzjie-umwedde
koolblomklaproos
kornisdakgoot
kouskers
kouze (n) kersen
krebbijtergierigaard
kriebelmuitbar
krimgelasijsje
krot en companieDoodarm
KrubeekKruibeke
kuj (Bazel-Waas) koe
kurrewagenkruiwagen
kuurdetouw
kuurdeyouw
kwaffeurkapper

L

lamijnkwezel
lawaatlawaai
le lekkerbatsenseks
lekstokLollie
leut / amusemeintplezier
leuterjeirleugenaar; blaasjesmaker
lieuwaarkleeuwerik
lijfkenonderhemd
loensonbetrouwbaar
lokorokolokeren
lossendeurdoorheen
lurrentaai vlees

M

MaalsielMelsele
magjeibijlange
mangelenruilen
maremorgen
marebolknikker
maroefvreemdeling
marsjanhandelaar
martmarkt
masoeliemestvocht
mazoetdiesel
MeilselenMelsele
MeilsenMelsele
meirlonmerel
menottenhandboeien
messinkmesthoop
meugenmogen
moësenknoeien
Mottevijver (Bazel-Waas) Vlinder
muleneirmeikever
mupselmispel
MutteKalf
MuureziekerMier

N

naftebenzine
neeen
ne bomellavoetbal
ne cashpoesjeirstoffrak
ne hamse wuiteneen vlaamse gaai
ne karnasjeirboekentas
ne kaspoesjeireen stoffrak
ne klampervalk
ne meireleen merel
ne meirloneen merel
ne mureziejkermier
ne muttendom persoon
ne muttendommerik
ne mutteneen kalf
ne padreklutsnaaktnestvogeltje
ne peireleireen perelaar
ne pielewuiterregenworm
ne pillewietstootkar
ne pinguinkloosterzuster
ne rameleirkonijn mannelijk
ne rayoneen spaak van een fiets
ne reireen mannelijke konijn
ne ripperkonijn mannelijk
ne stikkelbakeen stekelbaars
ne toilcireeeen tafeltapijt in p v c
ne, u, een
neigerg
nen beir op sokkennen dikken
nen blageurbluffer
nen bombartmeikever
nen buitensloaperlandloper
nen bullenvrijvergynaecoloog
nen djakkergrote lijster
nen hamse wuiteninwoner van Hamme
nen ottoeen wagen
nen tembereen zegel
nen tsjutteneen varken
nestelingveter
nieniet
nieveranstnergens
nounu
numeronummer

O

oarzakvalsspeler
oek / ooëkook
OekedoelDikkopje, kikkervisje
oekedoelkikkervis, dikkopje
oekedoelekenkikkevisje
oellebezenaalbessen
okkertesieslamander
ollanderhollander
omparen (Bazel-Waas) omstoten
ostBijna
OstoonkHaasdonk
oufelhandvol

P

paazink (wasmusteren) perzik
padderbloot
paddernaakt
papzakdikzak
pardafchicorei
pardesulange regenjas
paren (Bazel-Waas) gieten
patat (Rupelmonde) aardappel
peekes mee artjeserwten met worteltjes
peilse frakbontjas
peirpeer
peirdpaard
peirdenhankpaardevlees
pekelteefbazige vrouw
pelse frakpels
pennelekkerkantoorbediende
per vielo rijnfietsen
perciennerolluik
persjènrolluik
pertangnochtans
petet (Bazel-Waas) aardappel
petetschelderaardappelmesje
pielekekaatijsje
PielewuiterWorm
piepedollekespitsmuis
pietekeuninkskewinterkoninkje
pijzenDenken
pillekekaatijsje
pillekessausspekjessaus
pinkersrichtingaanwijzers
pinnekesdroadprikkeldraad
pisblompaardenbloem
pjeirdemuttendommerik
plansiervoetpad
plastiekenplastic
plastronDas
pletskopkaal hoofd
pletsmuilblaaskaak
poërenPaling vissen
poliespolitie
pombakgootsteen
pompbakgootsteen
pompkoekpeperkoek
portbagaasbagagedrager
portefoelportemonnee
poti-urdeklei
pottekarreekookpotten
pruimendoktoorgynaecoloog
puirekgroene lange algen
puirekkikkerdril
puitkikker
pussywil

R

ragerreiger
raukhark
rekkerelastiek
relzentreinrails
RepmoondRupelmonde
rezzekeseventjes
rijfhark
rommetiesreuma
roonkerbromvlieg
rujje (Bazel-Waas) gooien

S

sandrieéasbak
schapperenmissen
scheelcymbaal
scheeldeksel
scheirschaar
schieven architectonkundige architect
schoapschaap
schoenzolentaai vlees
schoeoenmooi
schofferdeinenschaatsen
schofferdijnenschaatsen
schoubang
seskesstuipen
sgramoelieassen van de kachel
siebsudesubside
sinksepeird (Bazel-Waas) Libel
sinnekloassint niklaas
sinnekloazenaarsint niklazenaar
sirreworrignu, tegenwoordig
sjakoshandtas
sjampetteragent
sjandarmbazige vrouw
sjiekpruimtabak
sjossemienenseringen
sjottenvoetballen
slekslak
sletsenpantoffels
sleutersleutel
slinkeroenesalamander
slinksonbetrouwbaar
snel maskemooi meisje
snijpeerdlibelle
snijpeirdsabelsprinkhaan
solferoansaffraan
somwijlensoms
sorziesprei
spannentrapkleefpleister
speekstoelpreekstoel
spéétspijt
spinnekopspin
sponsetarieMaïs
stameneecafe
staosetreinstation
steeg van afgoangierig
stekkenbenen
stekkeslucifer
stinkenstank
stogiestation
subsiedesubsidie
supapventiel
swengsttussendoor
swenstgedurende

T

t huskentoilet
t huskenwc
t opperstede zolder
t scheitkakkerij
t' is precies ne puit op ne slijpsteenverdwaasd kijken
talloërbord
tettazjeirbeha
tettegènebeha
tettenzakbeha
tetterenpraten
tielrooitielrode
tiënennijperoorwurm
tingelbrandnetel
tingelnetel
tingelennetels
tiretteritssluiting
tjeirlinkteerling
toebeten (Bazel-Waas) broodbeleg
toernaviesschroevedraaier
toerttaart
toespelveligheidsspel
toespijsbroodbeleg
travakkenwerken (hard)
trekurgeleen harmonica
triporteurbakfiets
troetendom mens
troskesbeezenaalbessen
trotinetstep
trottroarvoetpad
tsjiepkenkuiken
tsoektsoektapijtverkoper
tuttefrutkauwgom
tutterfopspeen
twuntig (hamme) twintig

U

u kibbenbig
uitparen (Bazel-Waas) uitgieten
urkgierigaard

V

vaderonsonze vader
vallingVerkoudenheid
vanagensnatuurlijk
vaneigesvanzelfsprekend
vasmusterenwaasmunster
velo'manfietser
verdromterug, opnieuw
verkesluispissebed
verketvork
verromterug
vielo'manfietser
vieloboanfietspad
vielokeetingfietsketting
vietesversnelling
vilofiets
vliemekeflinterdun (bvb. vlees)
voagerborstel
voituurauto
VrosenVrasene

W

wawat
wegelvoetweg
weijrhaag
weirhaag
wepswesp
wezengezicht
wit en zwart (Bazel-Waas) salami (vierkante)
wotterwater

Z

zaalzadel
zagenzeuren
zen een oog zegt foert tegen t'anderene schele
zenenzenuwen
zeurzakvalsspeler
zie-ultouw
ziejkerflauwe vent
ziejverjeirflauwegrappemaker
ziemelapzeemvel
ZiepJas
zijndelensintels (kachelas)
zisazoëzij is zwanger
zoalzadel
zoatscheepswerf
zomme...zouden we...
zwierengooien
zwierenwuiven
zwolmzwaluw

7 opmerkingen

  1. Haatespellen - komt van Stekene : haat = hout . spelle = speld
    voor de was vast te spellen
    Tegenwoordig gebruikt men plastieken haatespellen
  2. als men in het Waasland spreekt over een non die het klooster verlaat dan zegt men die heeft haar kap over de haag gesmeten. als men liegt zegt men je liegt dagge zwart ziet. In Meerdonk had je ook dorpsverhalen, zoals het spook van de buring, de Beirnev
  3. in het echte oude sinnekloasses kan je horen zeggen : t is magjei nie woar: dwz het is bijlange niet waar, ook:'tkan bots nie zijn' dwz het is bijna niet mogelijk
  4. sjokkedeizen is bijna niet te vertalen het kan allerlei zijn zoals iemand zijn hebben en houwen maar ook zijn teelballen (kloten) . Het wordt gebruikt in bvb : met je sjokkedeizen in de boter vallen, of bvb 'op je sjokkedeizen krijgen ' is bvb verliezen zoals een spel of wedstrijd.
  5. wasknijper= haatespelle
    Komt van Stekene : haat = hout . spelle = speld
    voor de was vast te spellen
    Tegenwoordig gebruikt men plastieken haatespellen
  6. wordt gezegd als, iemand bvb valt 'op zijn schokkedeizen' of ergens aan de deur wordt gezet met zijn 'schokkedeizen' ook 'met zijn kloten wordt buitengesmeten bvb ook geschreven als sjokkedeizen
  7. zwieren is het zelfde als gooien of wuiven