Vlijtingens

Vlijtingens bevat 59 gezegden, 716 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

59 gezegden

al stès dich op zenne kopal doe je alle moeite van de wereld
besjaar moakeophef maken
biste de bisteben je het beste
blètsgoedgelovige vrouw
bo geste jennewaar ga je naar toe
dat es neij van de puusdat deugt niet
dat klop van gein kantedat is helemaal verkeerd
dat zie allemoal mer finteiemand veinst pijn
De hubs e geziech wèèj ene vechhoanje hebt een gezicht gelijk een vechthaan
de hubs woater in zènne kalderje broek is te kort
de iets wei ene schieredjasserje eet teveel
de lompste buur heet de dikste jaarpellengeluk hebben
Duuch het biekske mer woppedoe het boekje maar open
é stek in z'n viet hebbezat zijn
een kat in ene zak gelleeen kat in een zak kopen
Ene hele moagre muut rondspringe in de douche om noat te jonneeen hele magere moet rondspringen in de douche om nat te worden
ene spierlink ziegraatmager zijn
flatsluie vrouw
flèetonnozele, gemakkelijke vrouw
gèe knepke wjad ziegeen duit waard zijn
her es neij rèch sjuushij is niet goed wijs
hèr leet zene kees neij pakkehij laat zich niet doen
het doag neejhet is niet lekker
het es gèèn avoashet heeft geen zin
het es noa de klootehet is stuk
Het keemp in de sjakosHet komt in orde
het reingelt aa weeverhet regent heel hard
Hubste oan de baggelzwog gehangeJe hebt een vuile mond
ich duun het vjèr zen ège guutik doe het in je eigen belang
Ich goan do mit sloppe en ich stoan do mit op...ik ga ermee slapen en ik sta ermee op
ich haat mene poot steefik ga niet van mijn standpunt af
ich hub mene book te van voalik heb er meer dan genoeg van
iemet bezèkeiemand voor de gek houden
iemet ene stamp onder zen prij gèveiemand een trap onder zijn gat geven
kemisse duuboodschappen doen
ketsje loapevangertje spelen
knijnskop, kneeniemand met een onhebbelijk karakter
koakeleeen koprol maken
kuimenaar adem happen
Oan de drè haateAan het lijntje houden
op de lètter kalleNederlands spreken
op den èreachter de woning
op kop voareaan de leiding rijden
priegel kreegestraf krijgen
Sjei ootStop ermee
sjoas hubbengeluk hebben
Smot hubbeDoor zijn tussen je benen
terwjaas zietegendraads zijn
tuutdomme vrouw
van krommenoas gebaaredoen alsof je van niks weet
wat keemste duuwat kom je doen
wêblichtzinnige vrouw
ze es zo te pasze is zwanger
ze hèt hurre pruilze heeft haar maandstonden
zene tuur aofwachtezijn beurt afwachten
zenne poasse hateJe plechtige communie doen
ZèvereOnzin vertellen
zo lèt es de naachaartslelijk
zo zak zo bendelgelijkaardig

716 woorden

't lichelektriciteit

A

AaigOog
AasOuders
aatoud
akkereomploegen
aksepteireaanvaarden
almenakkalender
Aofgaankdiarree
appelekauweabrikozen
appelkawevloajabrikozentaart
appelsiensinaasappel
artiesdierenarts
artiesveearts
asals
asproasperine
asselschouder
Aterèachter elkaar
avekaotadvocaat
avekoatadvocaat

B

BabbeleirKaramel
badkestumbadpak
bak koffekop koffie
Bakesbijkeuken
bakkesachterkamer
bangesjeeterbangerik
batsbil
batsbovenbeen
bavetjezeverlapje
bedongdrinkbus
bedreefbedrijf
beelbijl
beetebijten
begaaievuil maken
BegeinZuster
begosbegonnen
begusbegon
beiellammegoedzak
bekansbijna
bèmkeboompje
bemmelekletsen
bendelsluitkoord
benkelêkerg
berbes, bernsevietblootsvoets
bèsgebedswake
besjaarmèkerdruktemaker
BessemBezem
biekboeken
bieksketijdschrift
bietécastreren
bij osthuis
bijsnoorderwind
bjasbarst
bjètelbijtel
bjosselborstel
blaffeturenluiken
blawBlauw
blètsbuil
bleuidvjosbloedworst
bleujvjosbloedworst
bloanmerel
bloaswarmwaterkruik
bloatblad
blomkéélbloemkool
blommebloemen
bluuspullover
blwonmerel
bowaar
boakpijnbuikpijn
boekéruiker
bokbier
boktonbiervat
bommeleloshangen
boomboom
botsersbotsauto's
boyveldwachter
brèedzjewandplank
brèèstigwild
breetlegplank
breuwerbrouwer
briefke van 50 eurobijet van 50 euro
brierhek
brierkeijzeren poortje
broankepruilen
brojebraden
brojsesiesbraadworst
brokkeljoabouwafval
brommerbromfiets
BroonBruin
bruilbril
brujhinbroedhen
Bruubelke (bloed) puistje
bruukbroek
bruurbroer
BuekBoek
buldzjeprentje
bulkeballetje
bulletèschoolrapport
bûufhap
bweuteramboterham
bwosborst
bwutterboter

C

chiklè, chikkauwgum
choapkast
choestatelveter
crèmepudding

D

daampdamp
DasSjaal
de puisde paus
DebarduirkeGebreid, mouwloos bloesje
dèeinenredetwisten
dèèrdeur
dèèrkleenkdeurklink
deeskedoosje
DemSpeen van de koe
DievelDuivel
doakdak
doakvinsterdakraam
doonkeldonker
doppe gweustempelen gaan
draperieovergordijn
draskoffiedik
drèbocht
dreeg sesiesSalami
drekaarde
DroadDraad
drûpkeborrel
duirepdorp
duukdoek
duuzetduizend
dwosdorst
dwurschikkedoorsturen

E

e gèrkehouten poortje
e keteen heleboel
é kloosterHangslot

E

e sjerpkepotloodslijper
é vieudel1 / 4 van een varken

E

een onderleefe marcelleke
eesstuulslee
EitsjeAzijn
emvlopbriefomslag
én sneldrinkbeker uit email
èn van diesbinnenkort

E

ene krufbochel
eubberaardbei
eun muurvrouwelijk konijn

F

FakteerPostbode
fambriezebakkebaarden
fiezelmotregen
fiezelestil praten
fléétfluit
flèetsjefluitglas
flètetëreal fluitend
FluurFluweel
frèrem
freubelkleuterleidster
friikedelgehaktbal
fuitfout
fuudelevals spelen

G

Gaankhal
gek jannegek worden
gepjasde kopkalfskop
getskesmalle doorgang
GezetKrant
gijlverrefgeelzucht
gjaasgerst
gjangraag
gloatglad
glöasglas
goààngaren
goargulp
gollefvest
gréénsewenen
griengroen
grjeimelkekruimeltje
groasmachienkegrasmaaier
grotema / grotepagrootmoeder / grootvader
groäsgras
gustingzin
guutgoed
gwuegaan

H

hâashandschoen
haddeloislons
halketieonvoorzichtige man
halpebretellen
hampelhandvol
handuukhanddoek
hathart
hauweslaan
hèèfweiden
HeeringHaring
heestigplotseling
heijevandaag
heintjehaantje
heisketoilet
heiskewc
hejdsvleeskipkap
hèmelekachterbaks
henniggoeduitziend
heringharing
hèskewashandje
hierehuren
hinkip
hingselscharnier
hinnepokkekippevel
hintjehondje
hoagelehagelen
hoamelhamer
hoanhaan
hoanebatskippebil
HoasHaas
hokkestelkapbijl
hokkestelklein bijl
hollense keesHollandse kaas
honnethonderd
honsjoolhondenschool
hooshuis
hooshaatehuishouding
hospetoalziekenhuis
HuifKnikker
huif, klitsknikker
hukeshaaks
hummehemd
hurlwjeugehorloge
hurlwjeugebèndjehorlogebandje

I

ieders keertelkens
iemetiemand
iets kotsmeej zieiets heel erg beu zijn
inajuin
IngelEngel

J

jâârpelaardappel
janneworden
jèvergèèveovergeven
Jeverloaphal
jingskejongetje
jonkewenen
joonkmanvrijgezel (oudere)
jostehoor
juiwêt gweunaar huis gaan
jüwetnaar huis

K

kaafkalf
kaareaaien
KalderKelder
KallePraten
kamionetbestelwagen
kammeroadvriend
kammezolkevest zonder mouwen
kaploankapelaan
kardangAftakas
karreseldraaimolen
kastrolkookpot
Kathode botteRubbere laarzen
Katsju botteRubbere laarzen
katsjukeelastiekje
katsjuurubber
keelkolen (groenten)
keeskaas
kègelmuusspitskool
keirbjosselveegborstel
kèkehard roepen
kemkekammetje
kengkèkandelaar
KereBorstelen
kernisdakgoot
kerpwasmand
kèsstiekkussensloop
ketelketting (fiets)
kètsjekatje
keumpkekommetje
keuwkoe
kiekskekoekje
kielkekleedje
kieskist
kietjegaatje
kieverbekiemand die niet veel eet
Kilesjooischaduw
kjaskaars
KjekepeterKloosterzuster in de keuken
kjeningkoning
kjetelketel
kjoskers
KjosmesKerstmis
klakpet
klatsoverschot van vloeistof
klèèfkloof
kleenkdeurklink
kleerkeskleurpotloden
klèjer miekekleren passen
klèkskeklokje
klèkskepetje
klënklein
klètereklimmen
klètsjeklontje
kletskekleine hoeveelheid (vloeistof)
kletskeoverschot van vloeistof (klein beetje)
klietsjiepaardenrijtuig
KlitsKnikker
kneejknie
kneenkonijn
knoapknoop
knooieknoeien
knupbuil
koanzjeldakgoot
koaten, tesenkaarten
koompkom
Kootkwaad
kotermon lopenblindeman spelen
kralketting (hals)
kravatstropdas
kreeamper
kreeskruis
kreesheerpestkop
KreesjuutPlager
kreetehuilen
krentemiekkrentebrood
krétewenen
kreuwwoagelkruiwagen
krieveljeuk
kristekukharde drop
kristeleertestament
kroompkrom
krooselstekelbes
krooselekruisbessen
krootbiet
krufbochel
kruufgebogen rug
kuimekreunen
kuirefmand
kuukkoek
Kuume stekeVerstoppertje
kuumestèkeverstoppertje
kuurspeelplaats
kuutgat
kwaffeuskapster
kwaffuirkapper
kwakmals
kwakvoskikker
kwokkekoken
kwommekomen
kwûllekolen (energie)
käatkoud

L

lafzwoel
lammeteireklagen
laokelaken
lat sjokloatreep chocolade
lèderladder
leeterzeepsop
leguumegroenten
leijmensen
lejgeliggen
lewijtlawaai
lieslijst
lijfkeonderhemd
limmenoatlimonade
ljèppellepel
loajlade
loatlaat
loglucht

M

malkmelk
mallit, kalbasdraagtas
malsjoaspech
MarmiteHoge kookpot
masseurfysiotherapeut
maaien
mèesterjaanbaasspeler
meirgemorgen
meisteresleerkracht
meitskemeisje
merfgaar
mèsmus
mesjoatmuskaatnoot
mètsmuts
metuuresoms
meziekfanfare
meziekharmonie
mich teenkme dunkt
miesmist
mikwitbrood
minsmens
mistemmesthoop
mjotmaart
moalbroekzak
moalplagZakdoek
moghuishoudster
MonnebakkesKarnavalmasker
MoorFluitketel
moorwaterketel
moosmuis
motsembussel fijn hout voor de houtoven
mûstèmmoestuin
muumetmier
muuskolen (klaargemaakt)

N

n langefricandel
nafbenzine
naknek
naltnaald
ne huukeen hoek
nietelbrandnetel
njeppellepel
njeppelkelepeltje
njezelezel
noaksnaakt
NogelNagel
nuiwsjeeregnieuwsgierig
nwofwei

O

Oafkieleafkoelen
oafsnijeafknippen
oafwasbakgootsteen
oafwiesseafvegen
oaksgrote bijl
oalekheel, gans
oanrojeaanbevelen
odegraar
ojemadem
Ojerader
onderbruukonderbroek
OnnettigVuil
ootrosteuitrusten
op stwuopstaan
Opbjanneopbranden
OppotljepeleSchminken
OttoAuto

P

pallemedicijnen
paskotsjepashokje
pateekegebakje
peenezoenen
peenkpink
peeppijp
pèperpeper
pertenentigtrots
peuierpoeder
piekdonkelheel donker
piekdroatprikkeldraad
piepelvlinder
pieringpier
pietslaampzaklamp
pinkerrichtingsaanwijzer
pinniggierig
piringregenworm
pistleesandwich
Pitstangskeknijptang
pjadpaard
pjatpaard
pjélelangwerpig kussen
PjèterrePeter
pjosperzik
plaatergips
plekkerpleister
plekkerstukadoor
plissee rèkskeplooirokje
ploatplaat
pluumpluim
poasepasen
poatmeter (persoon)
pompebakaanrecht
portbegaasjbagagerek
portemeneegeldbeugel
prakkesèrepiekeren
priegelstraf
priekpruik
priekkeopvangen
PriesStekker
provezwaarvoorlopig
pruil hûbberuzie hebben
pruil moakeruzie maken
pruumpruim
punèsduimspijker
puntekoatschoolrapport
PupPop
puup, dreedscheet
pweunnekemoederskindje
pweurprei
PwotPoort

R

reenkring
regstrankwervelkolom van varken (korteletten)
remorkaanhangwagen
rèngeleregenen
rettelladder in kous
riekmestvork
riekemestvork
riereroeren
rigolgoot
rigolriool
rjèkselparfum
roajerWielen
rojjeraden
rond peuntrotonde
rooje hondrubella
rootraam

S

saassaus
segmeentbuisuitlaat
sepapventiel
sinderkloassintnikolaas
sjaaschuifgrendel
sjaggelerammelen
sjaggeleschudden
SjakosHandtas
sjaldereiselderij
sjalderijselder
sjalderoaischilderij
sjampeljongchampignon
sjanschande
sjapeluurpaneermeel
sjaregraaien
sjebrangdeurlijst
sjèddegieten
sjeenkhesp
sjeenkebrojhespelap
SjeerSchaar
sjèèrpsjaal
sjeetpeppiertoiletpapier
sjeetweefkakmadam
sjeigelhaarscheiding
sjemesjeedameshemd
sjepspade
sjeuiwschoorsteen
sjeviekeplug
sjierschuur
sjietbrakschietkraam
sjimmelkeesgorgonzola
Sjoade, deikeDeken
SjoalSchool
sjoalmalletboekentas
sjoaprek
sjoasgeluk
sjojschade
sjokkelschommel
sjondèrrempolitieman
sjoonmooi
SjotelSchort
sjottelschort
SjriekelGlijbaan
SjroepSiroop
SjrubbeDweilen
sjruivendrèrschroevendraaier
SjruupSiroop
sjruuveleschuiven
sjupetèreaarzelen
sjuuhstattelveter
sjuupkezuur gommetje
sjuurregenbui
sjuuwieksschoensmeer
sjuuwixschoensmeer
sjäöpschaap
sletsteenslipper
sletseslippers
slietesluiten
SloatsSalade
sloatssla
sloijsalade
sloppeslapen
Sloppetèreal slapend
SlueffePantoffels
smaatboaloliebol
smaatboalsmoutebol
sméérlapviezerik
smiekzweep
snatselklein, vinnig kind
sneemansneeuwpop
sneiesneeuwen
SnelSckenkkan (plastieken)
SnelzekerOnderbroek zonder tussenstuk
snjètelsleutel
snjètelkuutsleutelgat
snuupsnoep
sopsoep
spangspeld
speijeovergeven
Spielespoelen
spjèlespelen
staanschande
Steb oaf duAfstoffen
steefstijf
stèènstenen
steepestutten
steisteen
StekStok
StinkkeesHervekaas
stjèilsteel
stoaffkachel
stoargordijn
striekebreien
striekeezerbreinaald
stroatstraat
strwutstrot
stuulstoel
sukkersuiker
sukkerklietsesuikerbonen
suukerstèklekstok
suutjèbh
swjeutelvatvaatdoek
swuttevadschoteldoek

T

tabemmer
tallierbord
tallierkebordje
tampeetbehangpapier
TampeeteBehangen
tèèrftarwe
TelefieseTelevisie
telmesjinrekenmachine
temberpostzegel
tengele / ploageplagen
terftarwe
Terwjasaverechts
toafeltafel
trottenetautoped
trotwaarstoep
TruffelSchupje
truffelkevuilblik
tuiwspangveiligheidsspeld
TusméchientjeSlijper voor een griffel
Tut (ter) fopspeen
tuutzak
tuutetoeteren
twontoren

V

valiesreiskoffer
van ze zelve gwu, flaavalleflauwvallen
VeimpkeDraadje
vekansevakantie
verbjondverbrand
verdoalevergissen
verfrommeldgekreukt
Verkatverkouden
VerkeVarken
verkjotverkeerd
verknoojeom zeep helpen
Vernjeikevoor de gek houden
verroasebeschadigen
verroasevernielen
VerschetVork
versjangeneirekwaad maken
VersjètVork
vetsuitgerafelde draad
viervuur
vietrienetalage
vinsterplojvensterbank
vjaddichklaar
vjashiel
vjeigelkevogeltje
vjeilèveulen
vjèr het rapsteom ter vlugst
vjer watwaarom
Vjiggelketulpvormig bierglas
vlemkevlammetje
VlètegeVlijtingen
vlètzjegoot
vliegervliegtuig
Vliegeroamhor
vliegmesjinvliegtuig
vloijtaart
vluurvloer
voarreet
voarerijden
voatinrit
volèrolluik
vollèrolluik
vramesvrouw
vrellè, weevervrouwen
vreustrui
vriegvroeg
vurtweg
vuugvoeg
VuutVoet
vwoggelvogel

W

waffelwafel
waskèèrpwasmand
wasstekskewasknijper
WeatWaait
weefvrouw
wéénwijn
weirlichbliksem
WeleOlie
wertwereld
weuzekousen
wiemelenaalbes
wiemelenaalbessen
wiette keesplatte kaas
windelzwachtel
WinningBoerderij
wjodwoord
woaterwater
wottelen geewortelen uitdunnen
wotteleratswortelenstamppot
WõveOven
wuininghoning
WūlefaantOlifant
WurlogOorlog
wuszenkousen

Z

zaafzalf
zaatzout
ZalderZolder
zaaien
zèèkvoataalton
zèèpzeep
ZeiboarVergiet
zèiböarvergiet
ZeikbloasIemand die op alles iets te zeggen heeft
zeiknoatdruipnat
zèknoatkletsnat
zeuwgracht
ZèverSpeeksel
ziekijken
ziekezoeken
zoakzaak
zojelzadel
zoorzwaar
zuurmuuszuurkool
zuusterzus
zuwgracht
zwatzwart
zweegezwijgen
zweingelkelucifer
zweirkezweertje
zwèngellucifer
Zwoatzwoerd
zwummezwemmen
zöadzaad

2 opmerkingen

  1. Mit zwatte kjèning èten ze in Vlètêgge kneen mit dreeg pruume.
    Met Zwarte Koning (een typisch Vlijtingers feest de zondag na Driekoningen) eten ze in Vlijtingen konijn met gedroogde pruimen.
  2. Typisch in het Vlijtingers is de klemtoon op de eerste lettergreep, waar die in het Nederlands op de tweede gelegd wordt:
    bureau = buurô= biero
    puree = puuree
    cafè = càfe