Vaassens

Vaassens bevat 8 gezegden, 244 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

8 gezegden

A´k oe was -A’k oe wareAls ik jou was
blikken domineeniet opgeleide prediker
goa noa huusga naar huis
Graag of ùgees nietGraag of helemaal niet
ik ken oe wè, oe va hef doev' nik ken jou wel, jouw vader heeft duiven
Kats nie goed wiesHelemaal niet goed wijs
kats van de kaartete veel gedronken hebben
Ken oeh weh, wie bej?Ik ken je wel, maar waarvan?

244 woorden

'n bit'iebeetje
's maans's morgens
's oams's avonds
' s nachs's nachts

A

alderbarstend grootheel groot
alderjekesheel, heel erg
andievieandijvie
ânsergens

B

balgbuik
beesbeest
bèkebeek
bèssum - bèzumbezem
biebij
biehbelbijbel
biejenbijen
bienoabijna
boerderiejeboerderij
bollestier
bonkeheleboel
bonkeveel
bôô(r)dbaard
bôô(r)dhennebaard (iemand met …)
breurbroer
brull'n, huul'nhuilen
bruunbruin
buksebuks
buukbuik
buukpienebuikpijn
buulpapieren zak
buurtebuurt
buut'nbuiten

D

daarp, dörpdorp
dèè-ledeel (in boerderij)
DèèmterDeventer
deerne, deerntiemeisje
denneden
deurbelledeurbel
diè-ndieren
driet'npoepen
drink'ndrinken
dritenpoepen
droåtegendraads,eigenwijs,opstandig
dûrsendorsen
duu'm, doe'mduiven
duusterduister
duuveduif

E

e'doangedaan
e'gèèt'ngegeten
een fietseeen fiets
eer(d)bezenaardbeien
eerpelaardappel
eerpelmèlaardappelmeel
èèt'neten

E

eiereieren
eikeeik
emp' mmieren
empemier
enteeend
ente, ânteeend
ewèsgeweest

F

fietsefiets
foesterdsmeerkees

G

gasterdongewassen/onverzorgd iemand
gietelingmerel
gleuv'ngeloven
gloep'msheel erg
goangaan
Greep, grepeRiek
gresgras
gropfagrootvader
gropmoegrootmoeder
grunt(e)grondel (zoetwatervis)
gruungroen
gruune kruusgroene kruis
götegoot

H

hanehaan
Hee hef de broek niet kepotHij heeft geld genoeg
hee, hiehij
heel erg, allerbarsensallerbarstig
hefheeft
hekkehek
helligkwaad, boos, furieus, laaiend
heujhooi
heuj’nhooien
heûtje, hûtjetijdje, poosje
hie kumphij komt
hoarhaar
hoarpienekater (van de drank)
holthout
hûtjepoosje
hûtjetijdje
hutte of febriekfabriek
huul'n - lipp'mhuilen (verdriet)
huushuis
huusjen, huussietoilet

I

iejejij
iezerijzer

J

jaorjaar

K

kaarke, kârkekerk
karrekar
kâtshelemaal, totaal
kâtsvolledig, helemaal
kattekat
kattepoes
kêêlsmannen
keêltiejongen
kejett'nbiljarten
keuper, køperkoper
kiek'nkijken
kikkijkt (hij of zij)
kladdeveel
kloarduidelijk
klokkeklok
klomp'n, klomp'mklompen
kluuskluis
knaalkanaal
knienekonijn
knieptangenijptang
knooi'nprutsen
koe-ke (lange oe)koek
koppienehoofdpijn
kortenspas geleden
kreijekraai
krentemikkekrentenbrood
kruupn, kruup’mkruipen
kruuskruis
kruwaagnkruiwagen
ksjetcorset
kuuk'nkuiken
kuuksie, kuukkiekoekje

L

lammeterenzeuren
lèègleeg
lipp'nhuilen (van 'n kind)
lipp'n, lipp'mhuilen

M

marikoalevlaamse gaai
marikolvlaamse gaai
meulemolen
miemij
mienmijn
mien tuin uutmijn tuin uit
moehsboerenkool
moterfietse
stoomfietse
motorfiets
mott'nmoeten
muusmuis

N

nâânsnergens
natpannejuspan
neuzeneus
niejoarnieuwjaar
nietsiggeïrriteerd, geprikkeld
nijennaaien

O

old wiefoude vrouw
onderwiezeronderwijzer
overhuuznverhuizen

P

pâllegâstegort ( gepelde gerst)
peertpaard
pielemannelijk geslachtsdeel
pienepijn
piene in de balgbuikpijn
pierworm
piereworm
plompzwembad
pluumpie sloanbadmintonnen
poalepaal
premusbinkpastoor
preuzeheleboel
proat' npraten
proatenpraten
proemepruim
prumevagina
pruttelrommel
pruumepruim

R

radwiel
ries(t)rijst
riezerijshout
riezebosbos rijshout
riezepaprijstepap
roep'mrupsen
roggenbrood van roggemeel
ruuteruit

S

schoen’nschoenen
schrem'mdood gras verbranden, schroeien
schroe’mdreierschroevendraaier
schuppeschop of trap
schuppespade
schuureschuur
sloerderig, sloerigniet fit zijn
smeerkasteviezerik
smiesterd (neg.)slimmerik
smoeksenonbeholpen lopen
sniesterrotje (knalvuurwerk)
snûrk'iezermotorfiets
snuuppiesnoepje
speul'nspelen
stads'nmensen uit de stad
stâtstaart
stoepe keer' nstoep vegen
stoetebrood op vloer gebakken
stofzuugerstofzuiger
stroatestraat
strûl' npiesen
stuukensstug, onwaarschijnlijk
sunterkloasienspeculaasje

T

temeestraks
tis fothet is weg
toafeltafel
toor'n, toornetoren
ûgees niethelemaal niet

U

ujtnietwaar, nooit
umslieksal gauw
umslieksbinnenkort
umslieksspoedig
un hele kladdeheel veel
unsviezerik
uullejullie

V

vaark'n (vr. motte) varken
van ut hûltiekatholiek persoon
vandagevandaag
vanoampvanavond
veerzevaars
veerzevaars
ventejongelui
ventekinderen
veul' nveulen
veurvoor
veurbiegangerpassant
veurige wèkevorige week
vief, vievevijf
vievervijver
vriejenvrijen
vrôgvroeg
vörk, vörkeVork

W

wattanhoezo
wimmezolder
wuullewij

Z

zeiken, strûl’n, ströl’nplassen
zoerzuur
zûgzoekt
zullezij (mv.)
zunnezon
zuugenzuigen
zuuk'nzoeken
zuukezoek
zuurtiesnoepje
zwienzwijn

4 opmerkingen

  1. Buurtschap 't Loar is gesitueerd ten noorden van Vaassen en ten noorden van kasteel De Cannenburgh. De buurtschap ligt tussen de Laarseweg/Vaassensebinnenweg en de Hertenkampseweg. Het is een gebied dat in vroeger tijden is verveend. Het is mogelijk dat tijdens de vervening ‘arbeidsmigratie’ plaatsvond en daardoor andere woorden hun intrede deden. Er is een uitgebreide woordenlijst beschikbaar via de Historische Kring 'Ampt Epe'. In het contactblad Nr. 27 (oktober 1972, blz. 7 ev.) is die lijst opgenomen en te raadplegen via: https://ampt-epe.nl/Ampt_Epe_mededelingenblad/epe27.pdf
    't Loar had vroeger een 'eigen taal'. Hoe dit komt is onduidelijk. Wél is bekend dat in de buurt van Niersen de oudste vondsten van menselijke bewoning in Nederland zijn gevonden. Mogelijk stamden de mensen die de taal spraken van deze oude culturen af, de grootste instroom van andere 'akkerbouwers' vond pas 5000 jaar geleden plaats door Saksen en Franken uit het oosten. Een andere verklaring zou kunnen zijn, dat door de Cannenburgh werklieden zijn aangenomen die veel afwijkende woorden hebben 'meegenomen'uit andere delen van Nederland en zich vestigden in het Loar. De geisoleerde ligging van het Loar kan ook een belangrijke rol gespeeld hebben, zeker bij het bewaard blijven van de taal. Voor zover ik weet spreekt niemand meer deze taal. Om toch deze taal te bestuderen en archiveren is wel haast geboden, slechts enkele kinderen van de sprekers van deze taal zijn nog op de hoogte van woorden van deze verdwenen taal.
  2. Er gaat het gerucht dat vroeger een Vaassense pastoor zich verdiept heeft in het Laars.
    Volgens hem zijn er in de 80-jarige oorlog enkele Spanjaarden achter gebleven.
    Dat zou verklaren waarom bijv. varkensvlees “ flip van de purke” heet. Vgl. het Spaanse “porco “
  3. Voorbeelden van het Laars
    Roldering. Fiets
    Lausie. Ei
    Wout. Agent
    Funkeltie. Borrel
    Premiskeet. Kerk
    Een grandige mos. Een mooie meid
    Flip van de hoarnikkel. Rundvlees
    Flip van de pûrke. Varkensvlees
  4. ——