Rotselaars

Rotselaars wordt gesproken in Rotselaar, bekend om het Meer van Rotselaar en de groene omgeving.. Rotselaars bevat 52 gezegden, 666 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

52 gezegden

beld mo gi-ëne klank op televiezestilzwijgend conflict thuis
boë zenne kallei pakkebij de kraag vatten
Da doet de dij toeDat is er over
Daine ee letters geiteDie heeft gestudeerd
Das ouet de tuet van de bla patattenAls men iets verteld van heel lang geleden en niet meer direkt weet of het klopt
dat es een koë toengdat is iemand die roddelt
dat es nog iet van den toëd van keskesschietdat dateert van lang geleden
de schaa ligt toeruzie thuis
do was veil begankenishet was er druk
e ee de noot no ze pékke/moe(j)kede appel valt niet ver van de boom
É es ni on ze gat gedoeptHij is niet van gisteren
e kan het goe explikeirehij kan het goed uitleggen
É ligt goe te roenkeHij ligt diep te slapen
è was er van gedavehij was er van onder de indruk
É was goe getappeseirtHij was goed dronken
em ek achter leiges gevroogdwaarom vertel je de waarheid niet
er goe in zitterijk zijn
er neffe slogeverward zijn
gegouve es gegouve, terrig gevroogd wet no dhel gejoogdeens gegeven, blijft gegeven
Hoë es bèkkerhij is doodop
iemand iet oepsolfereiemand iets aansmeren/ met iets opzadelen
iemand mei groe-ete loengeiemand met grote borsten
In tetsOp tijd
in zenne nèglizjei stoonIn zijn blootje staan
kgen men petaaten afgieteIk ga plassen (man)
kommisses doenBoodschappen doen
maleire doenongelukken begaan
Mei e beike posjenseMet een beetje geduld
mei e bèkke sewweslangzaamaan
nen toek of djoef oep aa bakkeseen slag in je gezicht
niks te koeke hemmegeen gezag hebben
oe viegezich goed gedragen
Oep de letter spreikeAlgemeen Nederlands spreken
rap oep oe pjet zittensnel boos zijn
spek van den boe-emgebakken appelen
stèksel van de gripmysterieuze ziekte met lichte griepsymptomen
te kernoubis koumennaar voren treden
tes kadeihet is warm
tes laf /tes doefhet is drukkend
tot doo en vroemheen en terug
tot doo zoënslim zijn
Vei alle valle veiVoor het geval dat
vei de pinne koume meiop de proppen komen met
wa nen hannekesnestwat een wanorde
wadieresthoe laat is het
waffer zen dawelke zijn dat
woter in ze ne kelder hemmete korte broek dragen
ze hèmme in zen ropen gescheitehij is kwaad
zen o-ege te ket doenzelfmoord plegen
Zes schamplaviezij is weg
zodde go-ë ave frain es ni trekkezou je het niet wat kalmer aan doen
zoe-e mieg lak nen honddoodmoe

666 woorden

A

achtergoonpoepen
achtersteveiachterstevoren
afgankdiarree
afspanningomheining
almenakkalender
alzelevealtijd
appelsienesinaasappelen
areeieren
arekoekomelet
arewiteiwit
arleuzehorloge
assanseurlift
asseranseverzekering
astri-en/sewwesseffens
attènse doenopletten
avokootadvocaat

B

badkostimbadpak
bari-elslagboom
bassengwastobbe
bavètslabbetje
beermest
begrofenisbegrafenis
beikbeek
beilekeprent
beissnoepje
bekanbijna
bèkkerbakker
belotwarmwaterkruik
beneipekrap (woning)
benejebeneden
berenbemesten
berrevoetsblootvoets
bevrouzebevroren
bidondrinkbus
biekebij (insect)
biekesnestbijennest
bifsteikbiefstuk
bimmebeemden
bingerdeugniet
biskandosenijd
blaanblaar
blakke zonvolle zon
blautblauw
blètblad
bletewenen
blokkeklompen
boe-e-mebomen
boe-emboom
boekei bloemebloementuil
boekero-ëbibliotheek
boekserringbakharing
boektannekiezen
boezelegrommelen
bokswantebokshandschoenen
boodbaard
boosbaas
bot (stroe-e)baal (stro)
bottelaarzen
bouterboter
bouterhamboterham
boutermelkkarnemelk
bouvenboven
brastoep
braabehoorlijk
braabreien
braasmeren ( boterham)
braa kerestoep vegen
braawerkbreiwerk
braggeleermorsen
braggelenmorsen
brangelettearmband
braverbrouwer
brekkerondzwerven
bri-je-kebraken
briebroer
brievebisbrievenbus
BrisselBrussel
broektesappelflap
broektesbroekzak
broempudding velletje
broombraam (plant)

C

caffei/stammeneikroeg
caffeibooswaard
capoobelbekwaam
carrémentronduit
claxoneiretoeteren
contreirtegendraads
convenobelfatsoenlijk
CorounaCorona
coulacola
Couvit neige tienCovid 19
craimglasijsje
crepeiretouperen (haar)

D

de groe-ëte jan o-ethangehet geld laten rollen
de-jerdooier
deisjassedoorspoelen
dèllepperdorpel
dès-tagdinsdag
deussedorsen
diepe talloe -ersoepbord
dievelduivel
diezendduizend
dijdeur
dikkesdikwijls
dikkopkikkervisje
dinstuitvaartplechtigheid
dodaar
doe-e-pedopen
doe-efdoof
doe-efstoemdoofstom
doneffedaarnaast
doorumdaarom
dooveidaarvoor
dozeriksteekvlieg
drapperiesovergordijnen
droe-e-medromen

E

e fritskeeen beetje
è had goe gelampethij had veel alcohol gedronken

E

e stik in oe voete hemme/ e stik in oe kammezoul hemmedronken zijn
een goei toefeling/rammelingeen goed pak slaag
Een vooierijEen plek in de zomerkeuken die toegang gaf naar de stal via een luik
eizelezel
ekkeserwten
ellentrikelectriciteit
engeend
erremoeiarmoede
errezjeergernis
everéksoem/annesteroemomgekeerd
explikeireuitleggen

F

fasjen of fabri-jenbakkebaarden
fermmooi
fikfakke/liflaffestoeien
flebittrombose
fleireslongontsteking
fleis/sebietstraks
foe-erkermis
fontontekapsones
fosmanmijnwerker
frainrem
fraineremmen

G

gaasbèkgaspit
gaatgeit
garaasjgarage
gatkont
gazetkrant
gazeviegasvuur
ge-lèttigglad
geabbimeirdbeschadigd
gebiereburen
geblètgeweend
gedierig oonvoortdurend
gedrogegedragen
gejostbenadeeld
gekaptgehakt
gelaaconfituur
gelakzoals
geleegerf
gelikgeluk
gemak/heuske/koerwc
geriefgereedschap
gernoatgarnalen
gèsgras
gèsmaschingrasmaaier
gewonne broe-edwentelteefjes
giezewatertanden (eten)
ginderachterginds
goenstdagwoensdag
goongaan
gravelo-ekgruwelijk
graveloëkverschrikkelijk
grelligheftig
griengroen
grievebedienen (winkel)
gritselhark
groe-etgroot
groemegrommen
grovespitten
guidon (kroeme guidon)fietsstuur (stuur racefiets)

H

hakketakkeruzie maken
hannekesnestwanorde
hèt/tikkerhart
hi-jekseljeuk
himhemd
hoe-ehooi
hoe-eghoog
hoelesteenkool
hoellekotkolenhok
hoemelhommel
honekamhanekam
hoonhaan
hoorzak doenvalsspelen
hooszakkehijgen

I

iemand aframmelen/afslogeiemand slaan
ievermoed
ieveransergens
in poziesezwanger
indioonindiaan
inholeinhaleren

J

jairaarde
jairbeisaardbei
jeunkeszilveruitjes
joenge dochterongehuwde vrouw
joengelekinderen
joengmanongehuwde man
joenkmanvrijgezel

K

kaapisblaasontsteking
kabeujcowboy
kadei/joengjongen
kaffeikoffie
kaffeibeskoffiefilter
kafoeferkeauto (klein)
kairkar
kammelotgoederen van slechte kwaliteit
kammezoulvest
kammionvrachtwagen
kampernoelechampignons
karau himgeruit hemd
kaskast
kasjpobloempot
kaspisjair/veschoe-etschort
kassaakassei
kastrolkookpot
katsjoerubber
keerbeustelbezem
keeskaas
kèfferhondje
keikekeuken
keiterookpook
kelleverkervel
KèsmisKerstmis
kèt van osemkortademig
kètsekoorts
kiekkip
kiekenkotkippenhok
kikveskikker
kissekussen
klaanklein
klaankinderekleinkinderen
klakpet
klappespreken
kleirentèleviezekleurentv
kletskopkaalkop
knoeselenkel
knoeselenkruisbessen
koe-e-zezeuren
koe-ëperkoper
koerspeelplaats
koereurrenner
koesj/looglaag (verf)
koetskinderwagen
koke van oe gatbillen
kollijm
kom es hèrreskom eens hier
komerkamer
kommissesboodschappen
konvenobeldeftig
kooboos
koo/ boekigkwaad
kookkaak
kopkissehoofdkussen
korteletkotelet
kozoën, kozzeneef
krakkebaasBraambes
krapoeltuig
krechekreunen
krèpkribbe
krewèlligonrustig
krikkekrukken
kroe-enkroon
krolle/bekkekrullen
krollekopkrullenbol
kroonkraan
kurre/verkskebiggetje
kwaffeurkapper
kwaffeuskapster
kweddelerommel

L

labbekaknietsnut
laffootlafaard
lameire , laatepalaveren
lampedeirstaanlamp
lampettenalcohol drinken
lang speil plootelpee
lavementklysma
lèchelachen
lèfkeonderhemd
leipellepel
LeiveLeuven
leizebidden
lekkelikken
lestelaatste
li-eglaag
li-jerladder
liejepleep
liekeliedje
lievevraabie-jes-kelieveheersbeestje
ligimmegroenten
limenaatlimonade
limenaat mei e pippekelimonade met een rietje
livingwoonkamer
loe-edlood
loe-we-pelopen
loemerschaduw
loffeloëkaangenaam
LoffeluikIerse te groot kledingstuk
lootlaat

M

maasemeid
maavegeslijmen
maavegerslijmbal
macadamasfalt
malleirongeluk
maskemeisje
mazoetstookolie
meidekamentemedicijnen
meitmeet
meitlatmeetlat
mellebersknikkers
men-dagmaandag
messingerf
metmarkt
metsermetselaar
meujenoksnaakt
middemeitmiddenstreep
mieg/poempafmoe
mismus
mismiëstereverknoeien
mizaanpli / pérmenaatwatergolf (haar)
moe(j)kemoeder
moembakkesmasker
moestasjsnor
mogerslank
moomaar
motsiklet/toefermotorfiets
mottiglelijk
mottigmisselijk
moulemolen
mouleneermolenaar
mousmodder

N

naftbenzine
naftpoempbenzinepomp
Ne craim lekkeEen ijsje eten
neffenaast
neisneus
neukesnoten
neukesboe-emnotenboom
niefnieuw
niesnieuws
nievejoornieuwjaar
nieveransnergens
noenkelOom
noonaar
nootaard
novenantnaargelang

O

oe-egmiesteroogarts
oechelestruiken
oechelenstruiken
oemesimmers
oemraaploegen
oepneimedweilen
oepneimvoddweil
oeppervlakkigoppervlakkig
oepsolfereaansmeren
oopaap
osemadem
OsschotAarschot
ottoauto
ottobisautobus
oudecoleungreukwater
ouveoven
ouverleizeberispen

P

pagadderpeuter
pappudding
papkind (kan ook tegen een flauwerik gezegd worden)peuter
papschoulkleuterschool
paraplieparaplu
pardessieoverjas
parikpruik
pasfitroerzeef
pastoe-erpriester
pauseportie
pazzewats/safletmep
peewispwesp
peizeweiverPietje precies
peizewijvermuggenzifter
pèkkevader
pengwaarbadjas
pennantiepenalty
pennemeszakmes
per abiesper ongeluk
pertangnochtans
pesperzik
pettetegenpruttelen
pi-jetregenworm
pikierspuit
pikkestelen
pillebatterijen
pillichtzaklamp
pinkepilsje
pinnekkesdroodprikkeldraad
pippekerietje
pirreperpaars
pisbakurinoir
pisbloempaardebloem
pisseplassen
pisvodluier
pitsenknijpen
pitserdrukknoop
pjet,pjairepaard, paarden
plaffetiervensterluik
plaknummerplaat
plansjijplanken vloer
plastroodas
platte keeskwark
plavaategel
plekbandtape
plekkerstukadoor
plekkerzelfklever
plikske/spielingkleurspoeling
plo-emveer (vogel)
poe(i)keswortelen
poembakgootsteen
poemppomp
poeppop
poepeneuken
poepeloerezatstomdronken
pollispolitie
poosarepaaseieren
portretfoto
portrettentrekker/kodakfototoestel
PosePasen
posjensegeduld
postzender (tv)
poterpater
potsmuts
pottefair/ vettige solonverzorgd persoon
praaprei
pranillepraline
predellenbretellen
priesstopcontact
prieveproeven
prizon/bakgevangenis
protscheet
protstokkeschorseneren

R

raijonspaak
rappekekorstje op wondje
refesseireweigeren
rekelastiek
ressoorveer
reujerrebibberen
rinkonie-ënherhaaldelijk
roe-e lichteverkeerslicht
roe-etrood
roe-ezerozen
roemedoemoverhoop
roesterrooster
roet/oëzerwegspoorweg
RotseloorRotselaar

S

saldootsoldaat
sanjet/braawolwol
schabbernaknekvel
schapro-avoorraadkast
schapro-evoorraadkast
scheeldeksel
scheerschaar
schieschuur
schierbestelschuurborstel
schierpapierschuurpapier
schijtscheut
schipspade
schofferdo-e-neschaatsen
schoopschaap
schoutelvodvaatdoek
serwent, swentterwijl
seusdeken
sinnezitbijholteontsteking
sjaansgeluk
sjakeushandtas
sjalsjaal
sjansaargelukzak
sjarretbuggy
sji-epkuiken
sjikkauwgum
sjipapventiel
sjoekeéclair
sjokolatchocolade
sjottevoetballen
sjottervoetballer
sjotterkestafelvoetbal
slekslak
slijslede
sloefepantoffelen
sloekergulzigaard
slogeslaan
sloopkomerslaapkamer
slopeslapen
sloppelslaapwel
smekkesmakken
smoddere,braggele, smossemorsen
smoelpapgriesmeelpudding
smoure /doempe /pafferoken
snelzoëjkerdamesonderbroek met open kruis
snerrekesnurken
sni-jefsneeuw
sni-jemansneeuwman
snittesnuiten (neus)
snoefesnuiven
spanadra/plekkerpleister (wonde)
spave/ouvergeive/gèbbelleovergeven
speilespelen
speitewasspelden
spingulp
spineusspinazie
spinnekopspin
steikelvèrkeegel
stekskes/allumekkeslucifers
stesselstijfsel (was)
stesselenslenteren
stetstort / vuilnisbelt
stielmantechnieker
stiepelzatstomdronken
stierstuur
stiloupen
stinkerkesAfrikaantjes (bloemen)
stoemdom
stoemelingsdomweg
stoemerikdommerik
stoemppuree
stoppekezetpil
stortbaddouche
stoufkachel
streunkeshagelslag
striekelestrelen
strikskevlinderdas
stroe-estro
stropanus
stropweurmenaarsmaden

T

t plat van oe voetevoetzool
taalentbij jullie
taboerettekekrukje
taffeletreuzelen
taffelen, ge-derresukkelen
talloe-erbord
tallonhak
tannebeusteltandenborstel
tantisttandarts
tappeseirebehangen
te nèste (joor)volgend (jaar)
tefrenteverschillende
teipeltepel
tèlleviezeTV
temberpostzegel
tènketante
ternoodaarna
tèssendoek/snotvod/neisdoekzakdoek
tettezjeirbeha
ti-jenteen
tirretrits
toe-egabcesbierbuik
toekehard werken
toengtong
toenge/lèkke of mo-eletongzoenen
toespelveiligheidsspeld
tofeltafel
tonzentbij ons
tonzentthuis
toottaart
trakteurtraktor
travetrouwen
treizebeis/trutangèlleseut
trekke (het trekt hie)tochten (het tocht hier)
tretereerclitoris
treterenplagen
twalsireitafelkleed

V

vallingverkoudheid
van post veranderezappen
vanzeleveooit
vanzeleve ninooit
vaxinoosevaccin
veivoor
veidoentonen
veikindkind voor het huwelijk
veiple(u)tssalon
veistekeinhalen
velhuid
ventman
verassereirdverzekerd
verboeftte veel gegeten
verdisterweirdvernield
verdisterweirevernielen
vergroe-etglasloep
verkètvork
verki-ereverloving
verki-je-revrijen
vermassacreirevernielen
vernietgratis
verrekiekerverrekijker
verrekkevarken
verveend/schrik hemmebang
vèssemhiel
vievuur
viespaver/ brikkètaansteker
viewerkvuurwerk
vijoulviool
vilpenvulpen
visbakaquarium
vitrenairdierenarts
vitrinetalage
vjèsvaars
vliegervliegtuig
vliegplaanluchthaven
vlimmevisgraten
vlofiets
VlomsVlaams
vodervader
voële pottefeirvuil man
voetsverder
VooierenVoederen
vourbilspleet
vravrouw
vrigvroeg
vroem/terrigterug

W

waaweide
wafferwelke
wantehandschoenen
WechterWerchter
weerlichtbliksem
weifweduwe
weiveneerweduwenaar
WeizemoolWezemaal
westworst
wet,wettewrat, wratten
wetstie-enslijpsteen
wetteslijpen (mes)
winkeldochterverkoopster (winkel)
winksbrawenkbrauw
wofelwafel
woowaar
woveiwaarom

Z

zasemzeis
zatdronken
zeitelzetel
zen kas oepfrettezich ergeren
zi-jerpijn
zie-jezee
zifthor
zikkelsikkel
zisterzus
zjattas
zjenoffelanjer
zjimennasgymnastiek
zogezagen
zoligzalig
zoodzaad
zoolzadel
zoterdagzaterdag
zoulzool
zovelzand
zweszwoerd
zwètzwart
zweureuzepus
zwierschommel
zwimbadzwembad
zwimbroekzwembroek
zwimmezwemmen
zwippekezweepje
zwolmezwaluwen
zwoonzwaan

1 opmerkingen

  1. Rotselaar ligt in Vlaams-Brabant (België) aan de samenvloeiing van de Demer en de Dijle. De gemeente bestaat uit 3 deelgemeenten waarvan Werchter, omwille van zijn rockfestival, het meest bekend is. Wezemaal, bekend om zijn wijnbouw is de derde gemeente. Elke deelgemeente heeft zijn eigen dialect en oudere inwoners kunnen aan het dialect horen wie van welke gemeente komt.