Lommels

Lommels bevat 51 gezegden, 409 woorden en 5 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

51 gezegden

't zit er bovenerms oper is ruzie
ast op schopscheiren ankûmtAls het er op aan komt
Bönne frètenbang zijn
commèrs hemmezelfstandige zijn
dè got tege zenne zjiepdat valt tegen
de keutel uit het gat vragenalles willen weten
dè't schètik trek het me niet meer aan
den Burreger - den beurgerburgemeester
dor kreijt génen hoan hénnenDaar neemt niemand aanstoot aan
elk hondsgezeikom de haverklap
en heul diejen henne'esnesten al dat gedoe
en honderd is gin éjenen ga zo maar door
ge kunt me klowte kussenik heb er genoeg van man, trapt het af man
Gè kunt wa vjerrig ma'enWat heb je nu gedaan
gè zijt zo lomp as een aachterste van e verre'everschrikkelijk dom zijn
gehaaid zijnsluw zijn
gij se fluit!je bent me er ook één!
gij se gaap!dom iemand
goan rakkenergens naar toe gaan
Hedde die hurren uijer al bekéé'eHeb je haar boezem al gezien
hij is doawet, mer hij wit het nog niejhij ziet er niet erg gezond uit
hij lit er gezowejen en gebroawejenergens goed gezien zijn
howerendul wordenknettergek worden
ien lommel zegge ze tegen alle vogels mus, behalve een mus dé is ne sjeirepperIn lommel zeggen ze tegen alle vogels mus, behalve tegen een mus dat is een sjierepper
ien zijn kram schietenkwaad worden
ik goan na la' ' e kerremis en sazzie mertIk ga slapen
ik gon er mi ütschèje!ik hou ermee op!
Ik hem honger dè ut goerstIk heb grote honger
ik kuis mèn schup af!het voor bekeken houden
In e pej'e liep e pjej'e mè e vuij'e an ze pjui'e en e puij'e an ze stje'e.In een paadje liep een paardje met een vodje aan zijn pootje en een potje aan zijn staartje.
jommorallèjmaar enfin
kommis héskom eens hier
kölhowesgek iemand
ne miejereneu'ermuggenzifter
ni feul petiekniet veel achtenswaardig
Nö zekt toch de stoof öt!niet te geloven!
och wasat!ach wat zou het
op't schèjen van de merttenslotte, uiteindelijk
over den heird kommeover de vloer komen
strussel ma'eRuzie maken
t'is een krenalie!Het is een kwade vrouw
tis ne luikse, véégt em.Het is iemand van Neerpelt / Overpelt, geef hem een pak slaag
van uiwen tak ma'eboos worden
van zenne klot goànbewusteloos vallen
wa schaft de pot?wat eten we vandaag?
We haan wa we waanWe hadden wat we wouden
ze hé nogal e vurkommenze heeft een grote boezem
ze zit nie ha'etufze gaat niets uit de weg
zèkt nü de stoof üt!ontgoocheling
Zo gaaw as de moawen driej toweten hiHet zal nooit gebeuren
zo muj as een mowejverschrikkelijk moe zijn

409 woorden

heur haar
suur schommel
'kzènnekikIk ben
'n èjeen ei
't es zundhet is spijtig
' et Durrepcentrum (stadscentrum)
' n höpkeneen hoopje
' n träpkeneen trapje
' t Gemakkwc
' t Hëskenwc
' t huskewc

A

a'lekin zijn geheel
aankledenantuijeren
aawersouders
aënnaan
aerigraar
afgegovenafgeleverd
akeremmer
akredéjerenovereenkomen
Alzeléévenaltijd
ammesassieamusement
annesteranders
asals
assemadem
astrantarrogant
astranterikettertje
avesejerevooruitgaan

B

ba'esmond
babbelcaramel
bakkesmond
baskuulweegschaal
be' enbekken
beejenbenen
bekansbijna
bekskebakje
Bessembezem
bessemheksvalse vrouw
beujemboom
bevrowerebevroren
biemejouwskenkoolmees
bjèj'enbeentje
Bjëmkenboompje
bjèn'enbeentje
bjömkeboompje
blèèkwoweterbleekwater
blèètewenen
blowerbladeren
boa-selborstel
boastelborstel
boezeloei'endebardeur
bojembodem
boksbroek
bootramboterham
brembutbraambes
bu''embakharing
builbroekzak - jaszak
burgemjèstersparrekburgemeesterspark
buukbeuk
buurtenbabbelen
Böëmbomen

C

colèrigboos
commèrsmanzelfstandige

D

d'ottostradede autosnelweg
dabbengraven
dabbenkrabben
de jerpels zieende aardappelen koken
de jongkinderen
der is veul volk in de stattiejze heeft een grote boezem
die van osechtgenote
dieje van osechtgenoot
Djëskendoosje
djuskendoos
djöskeneen doos
Dóesdoos
Dóezendozen
drowetdraad
durslagvergiet
duvelduivel
DwalmDwaas

E

e djöskeneen doos
e jonkeen kind
e kletskeeen overschotje- een beetje
eèkeik
een ferm puleen knappe meid
een hegweefongetrouwde moeder
een toekeen slag
ejrbezigaardbei
ékkik

E

enkinkt
èpermeabelregenjas

E

erbizzegeaardbeien
eujemeremmer
euwuw

F

forsbolbiceps, bovenarmspier
frakjas
frutfriet

G

gattekletservleier
gegij
gegovengegeven
geiregraag
geleujevegeloven
gellijullie
gemermerejerzeuren
geroesterdverroest
gezétkrant
gezwaklenig
giesteregisteren
gij wit van vure nie dè ge van achteren lèèftlui zijn
gij ze fluit!je bent me er ook één!
gijlliejullie
gjièngraag
go'eremieverdoeme
Gon welliej d'r jènne zuipegaan we er eentje drinken?
GrelligErg
grèlligverschrikkelijk
groewet ba''es hemmengrote mond opzetten
grutaawersgrootouders

H

haakhad ik
haanhanden
haj'enhaantje
hatere leerhouten ladder
hééne'enhandje
héjetheet
hejj (hey) hij
heleganshelemaal
hennighandig
herringharing
héshier
heurhaar
hikstervlaamse gaai
hinkip
hoauwenhaan
hoawelehalen
hoawerhaar (hoofdhaar)
horloeziehorloge
howerendul wordenknettergek van iemand worden
hu'u!dat zal wel!
humkeshem
hunne''enhondje
hunne' ehondje
huskes papiertoilet papier
huskesklinkgietijzeren klink
huuj'enhoedje

I

iet schaffierenergens zorg voor dragen
ijskaskoelkast
ik gèèf hum nen titsiemand een tik geven
ik kuis mijn schup afik houd het voor bekeken

J

jammekloateen hautain iemand
jammekloatidioot
jammesimmers
ja
jelèiconfituur
jelleklelijk
jénne kaanteen kant
jerpelaardappel
jesteeerste
jieuwjoarNieuwjaar
joeuwnieuw
ju'eleikel
jungkinderen
jungkinderen (negatief)
jökseljeuk

K

kaawe plakoude schotel
kabbestranggrijper
kalloeziezwarte drop
kappestrangtorenkraan
Karnallikenau
kasenkousen
kemmiesdouanier
kènnaikenau
kjelkerel
kjèskaars
klakpet
kleéverklaver
klöklegkip
kneujepknop
koeikoe
koejhujer'nkwikstaartje (vogel)
kolKool
kostelijk, kusselijklollig
kotgat
kroezelkolboerenkool
krotenbieten
kussepoetsen
kustrolkookpot
kuukskekoekje
kwakvoskikker

L

lanklang
leejlende
leejerLadder
lèèrleder
lepkelap
lepkelapje
loastig zen in ietzin in iets hebben
loeziehorloge
LommeleijerLommelaar
lommertschaduw
lui hùpluie vrouw
lui klamotluie vrouw
luij'elotje
lulboksiemand die onzin vertelt
lulboksonzin vertellen
luzziehorloge

M

marpmol
mejjésterleeraar
melle' umelken
memtééne'enzwakkeling
memtééne' enmelktand
mène zörggemakkelijke zetel
meskemeisje
metoerennu en dan
miensmens
mjellenestmerelnest
Mjällmerel
mojerzèèkmier
mojerzei'kmier
mojjerzèèkmier
Mójjerzääkmier
mokmist
Mon, Monne, meujerMoeder
MonbakkesMasker
muizekeutelshagelslag
mujerzeikmier
mutteos
möldermeikever

N

naachtbraa'ernachtmens
naftbenzine
ne langefrikandel
ne luyksevan Overpelt of Neerpelt
ne rusgraszode
neffelangs
nen bojboterham
NestelVeter
neuj'envlinderdas
neuj'esnootjes
nusdoekgrote sjaal
nutsakvuilak
nutza'erijviezigheid
nutzakviezerik
nölnaald

O

op stupkes jageniemand op stang jagen
opjènsopeens
ossemadem
over en twéjerop en neer
owereoren

P

pàl'jenpaaltje
pedjèmedadelijk
peirpeer
peit-grootmapeer-peteren
pèjerdPaard
pejkesmeulenpaardenmolen
petazziestamppot
petrettentre'erfotograaf
peujjetpoten (dieren)
pieringworm
pingierigaard
pjej'enpaardje
pjej'esmeulencarrousel
pjèj'usmeulePaardenmolen
pjej' ' enpaardje
pjesoogspiegelei
pjuj'eswortelen
plaffeturenslag ramen
plastrondas
poallekepaaltje
poawelpaal
poestboomstronk
poetszakransel
poetzakboterhammen (mee naar werk)
poetzakviezerik
pompsteengootsteen
poowetewortel
poowetepetazziewortelstamppot
potenstoempwortelpuree
potsmuts
pra'ezejeredenken, piekeren
proaw'tepraten
puj'epotje
pùj'enpotje
puljonge kip
pulderbed
Päerdenpaarden

R

rababbelhard snoepje
regskehark
reikgritsel
reussenwrijven
ribbe'esribbekes

S

sawssaus
SazzieDeken
schaawersschouders
schaffierenGoed verzorgen
schelfthooizolder
schèrescheren
schoewerböstelschuurborstel
schoonmooi
schuipschaap
sikketeurhandsnoeischaar
sjepapventiel (fietsband)
sjiereppermus
sjiklettenbakkauwgomballenautomaat
slowejsla
smèèrkèèssmeerkaas
smèrrigsmerig
snupsnoep
snuttensnuiten
soutien, memmenhouwer, memmeretièr, tettejiènBH
spe'enspekken (snoep)
spelleregskehark
speulenspelen
sprèkespreken
spulenspoelen
spultuinspeeltuin
stassiestation
stej'enstaartje
stekskelucifer
stobberstof
stoppentre'erflessenopener
stowenstaan
stroawetstraat
strouwetstraat
struifpannenkoek
strusselstro
suurschommel
suzzediefkedeken
swènsterwijl

T

taantanden
te loawette laat
tedoemeverdoeme
tedorieverdorie
tefrentverschillend
tegen euwen appel krijgeniets negatiefs incasseren
telderbord (eten)
temperpostzegel
terwijltenterwijl
tètregèreBH
tettenjiènBH
tetterenbabbelen
tillefontelefoon
timpsvergiet
toffeltafel
tomattomaat
tourneviesschroevendraaier
trabriesovergordijnen
trappejerebetrappen
tre'entrekken
tufmotorfiets
TufferMotorfiets
turrephet dorp

U

ulliejullie

V

valies, kabaskoffer
vegerbezem
veinenvinden
verénowéjertvernield
verkètvork
verre''espowetvarkenspoot
vèrrekevarken
vervèlende poerkirritante
veulveel
VeurdeujerVoordeur
vièrg zijnklaar zijn
vjerriggereed
vjèsachteraan de voet
vjèsachteraan de voet / hiel
vjèshiel
vjesvaars
vleejesvlees
VoiVader
vojerenvoederen
vrammesvrouw
vrellie (vrallie) vrouwen
vurvoor
vurgèvelgezicht
vurkommengebeuren
vwatuurkinderwagen

W

wafferenwelke
wajist?wat is er?
wassemstoom
welliwij
welliewij
wienwie
wijliewij
wijthenne, bekansongeveer
wo' erwater
wòòstworst
worrumwaarom
worschènlekwaarschijnlijk
worstebreu'jeworstenbroodje

Y

YèllekLelijk
üt üwe nek lullenzomaar iets zeggen

Z

zaakzou ik
zezij
zejeverenmotregenen
zellizij
zelliezij
zenzijn
zen eigen vuugenzich gedragen
zeuksok
ziejenkoken
zijliezij
zjatkopje
zjattas
zunderensorteren
zurgzetel
zuuthaatzoethout
zwàtsZwaluw
zwikzwakschommel voor 2
zükkousen
Zässizeis
zöèksokken

5 opmerkingen

  1. Het Lommels wordt nog vrij plat gesproken in Lutlommel, Heide-Heuvel, Centrum, Wijerken, Kattenbos. Kerkhovens lijkt meer op het Balens.
  2. Ik ontmoette eertijds mensen in Tongeren die via Kinrooi van Lommelse afkomst waren. Een oude dame uit het gezelschap beweerde dat haar grootouders in Lommel de kleine stokjes onder de populieren gebruikte om het haardvuur aan te maken en dat ze dat 'Krèèjentimmer' (Kraaien-timmer) noemde. Echter nooit gehoord in Lommel - uitgestorven
  3. de k wordt in het midden van een woord vaak niet uitgesproken, bv.
    speculaas wordt spi'elassie
    maken wordt ma'e
  4. dit werd er gezongen in de periode na de oorlog als het loon s'zaterdags werd uitbetaald.

    Want sowterdaagssmiddaaags dan is alles wir goe dan zen er wir centen dan is alles goe dan kan men wir haolen en alles betoalen want s'sowterdaagssmiddaags is alles wir goe.
    eduard verhoeven
  5. dit werd tijdens de tweede wereld oorlog gezongen door de kinderen gezongen als er een duitse soldaat met een motor rijwielkwam aangereden:

    der komt e mufke me e tufke angerejen tegen nen boom gans kapot just te goei