Lochristis

Lochristis wordt gesproken in Lochistri, bekend om zijn bloemen. Lochristi ligt enkele kilometer ten noordoosten van Gent, op de weg naar Lokeren. Lochristis bevat 57 gezegden, 558 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

57 gezegden

...en guel den annekesnest... en wat weet ik niet nog allemaal / enzovoort
't es mee d'avancesteeke, geluef ekje gaat veel te onnauwkeurig te werk, vind ik.
't es mej moar ne schui'nWat een vreemde man.
't ligt oiup overulalles ligt overhoop
't schuip es de preude afhij is uitgeteld / hijkan niet meer
't schuip es de preude nie weerdhet is de moeite niet
' t es toch nie woir zekre / emoir mains tochzeg dat het niet waar is!
' t es van den hond zijn klouidnhet slaat tegen
bai den bok geleedbeetgenomen
da es nogol nen peezeweevreiemand die het altijd beter wil weten
De katte is over tafle gesprongenEr is geen eten op tafel
den uil uitang'neen stomiteit doen
der kan een virken deure luep' niemand met o-benen
der stoa woidr in zij'n keldrezijn broekspijpen zijn te kort
é / z' es mee zijn / heur gat in de bodre geval'nhij / zij is goed terechtgekomen
é é giien nuigle om oin zijn gat te krabnhij is arm
é ee te lange op de meulekes gezeet'niemand die wartaal uitkraamt
é es gelijk de cloons, é komt als 't gedoin este laat komen om mee te helpen
é es geschourd gelijk een koerspullemager iemand met smalle schouders
é es gezet gelijk ne puij op ne weegleiemand die geluk heeft en er trots op is
é es gieen fluide weerdhij is niet veel waard
e flokke / floksken / sigereidde droajneen sigaret rollen
e snak en e beeteeen beet en een snauw
é weet van toet'n of bloiz'nhij staat met zijn mond vol tanden
edde mee ui gat bluet geleenben je verkouden
ee luept mee de duoe op zijn lijfhij ziet er heel ziek uit
en doirmee pontonen daarmee is het laatste gezegd
es t'eten oal grietis het eten reeds klaargemaakt
es ter gjien belet?mag ik binnenkomen? ik stoor toch niet?
ge keunt't op uiwn buik schrijvndat kan je wel vergeten
geef moar settelaat je gaan
hij ee mee zijjn tjien deur zij kousse gezeednzijn condoom was gescheurd
ij ee e stik in zijn voetn / zijn kruigehij is dronken
ij ee lookerschen brandhij heeft zich niet gewassen / hij is vuil
ij ee zijn / s'ee eur schup afgekuisthij / zij is weggegaan
in 's emels nuimalsjeblieft zeg, verdomd nog aan toe (in de naam van de hemel)
in den uip gelozeerd zijnslecht onderkomen hebben
kei e vallingeik ben verkouden
kloestert uiverzorg je goed!
langst den gieregoird goinlangs een binnenweg gaan
lookerschen brandzand of moddervlekken op de huid
Moe ge doarveur ne kop op ou lijf hebbenJe verstand niet gebruiken
nen dronkoard / een verdronke landzatlap
ochirre, da schuipocharme, het arme mens
t'e doar gjien uis mee t'ouen mee den diejnhij is onuitstaanbaar
t'es effenaf hele kisse die uit mij'n neuze lueptik heb een verkoudheid
t' es gjien avancehet lost niks op
ter kan een virken deure luepno-benen
tzal kinneke klop zijndat kan je wel vergeten
tzijn ploanders van de joar / tzijn ploane petoaters van de joarhet is een mooie aardappeloogst dit jaar.
wigstekerken speelnverstoppertje spelen
z' es in pozieseze is zwanger
zeurnvals spelen (vb. in kaartspel)
zij' plakke blijfd 'angnhij valt in herhaling
zij'n neuze kuis'nde neus snuiten
zijn broekke verslijtnzich vervelen
zijn mijn schoens ol gekuistzijnmijn schoenen reeds gepoetst

558 woorden

'k goa ne kir woir da den keunink te voete goaik ga eens naar het toilet
's noens's middags
's uivess' avonds
't bakskenafstandsbediening
't dondertonweer
't reenstikregenton (uit steen)
't snuchtinks's morgens
't suives's avonds
't vertrekhet toilet
't vierfornuis
' t sachternoensin de namiddag

A

aahgrondpotgrond
AbbeltrotAppelmoes
Achterbaksen (Kluutzak)Dommerik
achterdeureachterdeur
achterwoirstriggevroedvrouw
affesseernvooruitgaan, snel gaan
aflutsenafpersen
almenakkalender
andzuunajuin
andzuunsauseajuinsaus
appeltrotappelmoes
arloozeuurwerk
avvelnavel
azuezo

B

BabbeteuzekenKort nachtkleedje
Bejoajek, joajek (1ste persoon) joagij / juig (2de persoon), jois (3de persoon vrouwelijk), joujij (3de persoon mannelijk), juim (1ste persoon meervoud), juig (2de persoon meervoud), jois (3de persoon meervoud)ja
BeschemmeldBeschimmeld
BeteuterdSip
biekelsbikkels
bijtendoetnee, dat klopt niet
bijzeschommel
birloddeaalschep
birputseptische put
birtlebeitel
blaffeturedraailuik aan raam
blaffeturevensterluik
blageurblaag
bloazestoefer
blomkullebloemkool
blommebloem
blommenbloemen
blommistbloementeler
blommmebloem
blompotbloempot
BoeémreMarginaal
boizinnebazin
BoktandKies
bonnekenbonnetje
bootvlisbroodbeleg / charcuterie
brakgastenzigeuners
breutsenbroodje
bromrebromfiets
brueruestrebroodrooster
BruimbezeBraambes
buchtbrol
buikstikbuikspek
buimessestorm
buimessestorm en regen
buizebuis
buustikbiefstuk

C

canarstomdronken
censgeldstuk
chargebuizeuitlaatpijp
compjoedrecomputer

D

de fout'n van den dokteur lig'n op 't kirkhofiedereen maakt fouten
de riedepetiede krij'nhet op de heupen krijgen
de schijdebuikloop
de schijdebuikloop / diaree
deesirnagerecht
den 'oftuin
den alleeoverloop
den ottoschotterebotswagen
den suissekerkwachter (vroeger)
dessinge / pandoeringe / rammelingeslaag / klop
diepe talluerediep bord
dokteurdokter
dotsjenever
DraprieOvergordijn
dre-edrie
dretsdrek
dreubleborrel
duezedoos
dui'endagen
DurpleDorpel
dwoizeklutBruno
dwoollichtdwaallicht
é ee deur 't sleudelgoit gekeek'niemand heeft een ontstoken ooglid
é eednt oin zijn kludnhij is eraan voor zijn moeite
é eet er lange slecht veur'n gezeed'nhij heeft een gat in zijn kous
é es moir d' oogn toe te nijp'ntere, zwakke en bleke persoon
é es zue zwart als murkes kludnhij is vuil

E

e kluitsen suikreklontje suiker
é legt er zijn voed'n op te wikeiemand die aast op een erfenis

E

e pladde tubelekke band
e plakke / plakske / een ploidelp-plaat
e schete in e flesseniemendalletje
e schete in een flesseniemendalletje
e sigreddeeen sigaret
e stik soklachocoladereep
e vallingeeen verkoudheid
e weunste / een doeningewoonst
eeftheeft
een bescheedn komisseeen delicate opdracht
een bozeeen beurs
een bruuebrood
een pa'nne broekkeribfluwelen broek
een pouseidekinderwagentje zoals een buggy
een schete in e flesseniemendalletje
een tangeslordige, vuile en valse vrouw
een uurveege / e soeflette / e pamfletteoorveeg
een verzijp / een stramijneeen vergiet
eetntheeft
effenaf / serjeusecht / wel (iswaar)
ekknhek
ekseheks
Elaba!Kom eens hier! (stopwoord)
émeluchtbliksem

E

endehemd
endsmou' nhemdsmouwen
epsehesp
eujhooi
eujobrehooiopper
euruier

F

fakteurpostman
famieldefamilie
fliek' npolitie
FodeFout
frainrem
frietkeedle / ftrietteuzefrietpan
frietnfrieten
fronsken / ollekenaars / sluitspier

G

galoskeslaarzen zonder beenstuk
garçonober (man)
GatAchterwerk
ge kunt er mee achter den hoek schied'ngeweer met kromme loop
gebruineerde petoitersgebakken aardappelen
geirnoartgarnaal
gekaptgehakt
GemelseGehemelte
gentnirregentenaar
gesgras
geschaluintgehavend
gesmasienegrasmaaier
gestampte petoatersaardappelpuree
gewirgeweer
gezeddekrant
giddegeit
giedonfietsstuur
gieregoirdvrek
GijJij
girngraag
girnoartgarnaal
gloasglas
GloisGlas
grieeklaar
groenslegroenten
GroensleGroeten
guelgans (allemaal)
guipereiemand die gaapt (ook een dommerik)

I

IëbeHeup
ieeneen
ieveranst / ieverstergens
ijskassekoelkast
ijsstoelijsslee
ikronkremeikever
in de bijze 'angen / canar zijndronken zijn
intin het
irbeezeaardbei
irdeaarde
irweednerwten

J

ja zenneja hoor
JuustJuist

K

k' nijnkonijn
kaffébuzekoffiebeurs
KaffégruisKoffiedik
kaffékannekoffiekan
kalledomme vrouw
KalverkniensKnokige knieen
kamionvrachtwagen
kamioneddebestelwagen
kanasjeireboekentas
KarkasseKarkas
kassekast
kasseineraamkozijn
kassejkasseisteen
kassejboinekasseiweg
kassejbrandschaafwonde
kassementdeurpost
KastilKasteel
kastrollekookpot
keetneketting
kelderkorseskater
keldrekelder
KenoireveugleKanarie
kermessekermis
kernissedakgoot
kerreaanhangwagen
keudledrol
KeunWild konijn
kèzznkersen
kiednkuiten
Kiejk’n, KiekskenKip
KiekesoebeIppensoep
kinders, jongeskinderen
kirmessekermis
kirremelkpapkarnemelkpap
kissekaars
kleuddergeldkleingeld
kleurkeskleurpotloden
kloddergeldkleingeld
kloefkabredwazerik
kloppersklompen
kluitses suikeresuikerklontjes
KluutzakIrritanterik
kniensknieën
knoeselsenkels
koaskaas
kobbespin
kobbernen kedlekoper en ketel
kobernen kedlekoper en ketel
koekepannebraadpan
koerskemelonnozelaar
koerurrenner
KoestrontKoeienvlaai
kombiennemaaidorsmachine
konfeturekonfituur
konzeeverlof
koomoosse / een bloizeaansteller
korseekorset
korseskoorts
kortewui' nkruiwagen
kortleddekotelet
korweunekruiwagen
korwuinekruiwagen
koutnpraten
krekels / kerrekoolneetbare kleine slak

L

labbekakkerebaby
LameereKlager / Klaagster
LameernKlagen
lampelamp
langspeelploideelpee
lavuurknikker
lebbelip
leeblelepel
leegangreluiaard
lekkerkoekpeperkoek
lieerreladder
liefverloofde
lijfreukzweetgeur
lijfroktrui
Lochriste, LujeLochristi
lochtinkmoestuin
Loez'nVrouwenborsten
loeznvrouwenborsten
logtelicht (gewicht)
luebbreloper
lueze rebbedunne lende (biefstuk)
lugtlicht (verlichting)
luiz' nluizen
luizegoirdslordige man
LuuetsLochristis

M

majnijzemayonaise
majvuigrevleier
mak ne kir de chocomag ik eens de choco
mammezelober (vrouw)
MarcelOnderhemd
mazoetdiesel
meemet
menir de paustrepastoor
mezmes
mirloinmerel
miscontentontevreden
mistreleraar
moarmaar
moarbelsknikkers
moatvriend
moedremoeder
moestaussnor
moiemade
MoitKammeraad
mojschijdrebromvlieg
moremodder
muigemaag
muileaangezicht
MuileSmoel
muilentrekkerszuurtjes

N

naftebenzine
naftepompebenzinestation
neeen
ne fielmefilm
ne gardeboespatbord
ne gidonstuur (fiets)
ne jonkman / e jonkfrouongehuwde man / vrouw
ne k' det, ne kastargroot (dier of voorwerp)
ne klakpodreslechte schilder
ne kleijneen kind
ne klooneen prutser / dommerik / een clown
ne kozzeneneef
ne Luuetscheninwoner van Lochristi
ne mannemijngsman
ne muttene / nen dutszieligaard
ne rieepdikke koord
ne steesewui'nstation wagon
ne v'lofiets
ne zjieverireeen praatjesmaker
nen bootboterham
nen broekschijdrebangerik
nen buem van ne vent moir wa kort afgezuigdeen man met een kleine gestalte
nen buetboot
Nen drevelirreHeen en weer loper
nen ieemreemmer
nen knosselereslechte vakman
nen paltomantel
nen papkokkeremoeial in het huishouden
neusdoekzakdoek
neuzeneus
niejenee
Nieje, njiennok (1ste persoon), njiegij / njiech (2de persoon), neuj (3de persoon mannelijk), njiens (3de persoon vrouwelijk), njiem (1ste persoon meervoud), njiech (2de persoon meervoud), njies (3de persoon meervoud)nee
NiekedemusZwarte Piet
noiste weekevolgende week
nonnetol
NuildekokereLibel

O

oadreader
oarhaar
oeschoartangstaanjagend persoon
OineHaan
ollandrenederlander
onderpaustreonderpastoor
op de noene's middags
opreeoprit
ottoauto
ottostraadesnelweg
oue vraistreongehuwde vrouw

P

paiz'ndenken
panneribfluweel
pausterslebbepastoorsvriend
peetman, vent
peetse lapdooppeter
peirdnpaarden
peirdtpaard
Pellepetoidersaardappelen in de schil
perciënnerolluik
PerseineRolluik
pertansnochtans
PestôlePistool
petoatersaardappelen
piekdroadprikkeldraad
piekelspickles
pielampezaklamp
pielekessausesaus met spekreepjes
piellekessausesaus met spekreepjes
pienijzeduimspijker
piezemapyama
pijntzenpint bier
pikdusremaaidorser
pileerbijterekerkzitter
pinkerknipperlicht
pinkerswimpers
PiossePikhouweel
pirdemeul'npaardenmolen
pirdestirtpaardestaart
PirusParkiet
pisblommepaardenbloem
pispotnachtemmer
plankierstoep
plankierkoartreslechte kaartspeler
PlankierkoirtreSlechte kaartspeler
platte tallureplat bord
pletsekopkaalkop
ploideplaat
podluepotlood
poetreilsteunbalk
poidrepater
PombakSpoelbak
portbaggazebagagedrager (auto)
portepluumvulpen
portrettentrekrefotograaf
preudeVagina
puikikker
puileblepollepel
puilinkpaling
PuirekkeKikkerdril
PulleDinkbus
puyjkikker

R

RaddeRat
radiateurradiator
raudjateurverwarmingselement
reeneregen
reenenregenen
reenfrakregenmantel
reezeneernbabbelen, bespreken
rekkerresnelbinder
rémorkeaanhangwagen
rendrund
rendersrunderen
reonsspaken
reudelirrebrombeer
rosse kluiddersrosse centjes
rotzak / smirlapsmeerlap
rozijnebruoe / beezenbootrozijnenbrood
ruikkehark
ruizemuikereruziemaker
ruizemuiknruzie maken
rutteeen pest van een vrouw

S

salsjaal
salloasla
SaveuSavooi
schedebeezekenschatje
ScheeneScheenbeen
ScheetsenWindje
schijve / scheeldeksel
schofla / lade
scholleschool
schrimmuilehuilebalk
schubbeschep (werktuig)
schuen wijfmooie vrouw
schuibang
schuifelenfluiten
schuipschaap
schupschop
sedeecd
seegestlangs
sent nikluissinterklaas
serveuzedienster
sgrebildeverbrandingsas
siedekerresidecar
sigreddeblaudsesvloeitjes
sirreserre
sletsenpantoffels
slokkepierwatergeest
sluipkouselangslaapster
sluipnslapen
smuermist
sneudlesleutel
snodebellelopende neus
snot en slingereheftig wenen
soebesoep
soepkiekendronkaard
sofauzecentrale verwarming
sosiessenworsten
speekeluisespeculoos, speculaas
spuekspook
steekkerreStootkar
stekelbeezekruisbes
stielobalpen
stiënsteen
StiënraddeCavia
stirtstaart
stoovekachel
StorseGordijn
stovoutaanmaakhout (voor vuur)
stovrijaestoofvlees
streutses leg'neen weduwe proberen versieren
struutstro
stuisestation
sutjainbh

T

t' alvendeureDoormidden
taboardslaapkleed
tallonshoge hakken
teekregenworm
teevefeeks
televiezetelevisie
TeuderenDralen
tirlinkdobbelsteen
TjipkoakenKuiken
ToddeKus
toebaktabak
toernaviesschroevendraaier
toernaviezschroevendraaier
toettoch wel
toet (oet) toch (wel)
tommatntomaten
TootsenKusje
tottekus
trekteurtractor
TrekuikTrekhaak
trieporteurdriewieler
troddersvarkensdarmen
trottersvette darmen van varken (eetbaar)
trottinettestep
truntenaarzelen
tsiepkenkuikentje
tuegzwirebierbuik
tueppetesamen
tuifletafel
tverneswastobbe, gestookt met hout, om de was te koken
tvertrekwc
twi'etwee
tzieezekoets

U

ueg 'n gelijk karbonkelsgrote donkere ogen
uegtagfeestdag
ufflakkehoofdvlees
uigehaag
UikselsOksels
uilekluit / kalfdommerik
uiveregtsbinnenstebuiten
ulderjullie
ulle de krulleplaaggeest
ususgestoofd paardengehakt
uuggeoog

V

va' tiene neehnewaarschijnlijk
VainstertableddeVensterbank
VainstreVenster
van andermans goedhei' profeteerniemands vriendschap misbruiken
van de moare bereen zijnnachtmerrie met koorts
vélofiets
ventman
verschied'nschrikken
versetvork
versmuerdverdronken
versmuernverdrinken
verzijp / stramijnevergiet
VetzakDikzak
veugelmijdevogelkooi
veuglevogel
veurvoor
VeurdeureVoordeur
veuscheutschort
VierwirkVuurwerk
virfbusselverfborstel
virkenvarken
virkeskoddevarkensstaart
vitissebakversnellingsbak
vliegerevliegtuig
VlienderbezeVlierbes
voazevaas
VortRot
vousterevenster
vraomenschvrouw
vriejnderg
vrui'envragen
vuinvegen

W

weez'naangezicht
winkbrau' nwekbrauwen
wipplankewip
wizzeWeeskind
woaderewater
woibuempopulier
woidre / veugelwijnwater
wortelswortelen
wulderwij
wusteworst

Y

YuuwHallo

Z

z' eezij heeft
zeelmszenuwen
zendoarmns / zandurmspolitie
zenuiverejenever
zenuiversaalbessen
zieeltouw
ziekenplassen, pissen
zoldrezolder
zuedus
zuigezaag
zulderzij
zuuze de peevrederechter
zwalmezwaluw
zwoirzwaar

4 opmerkingen

  1. Goede Lue'tse spelling wordt hier dikwijls veranderd door inwijkelingen, vooral gentenaars die denken dat zij het Lue'ts dialect ook kennen.
    Dus mensen als uw voorouders, ouders en jijzelf niet in Lue geboren zijn en in 't Luets dialect niet opgevoed zijn blijf dan van ons woorden af want ge kent er niets van.
  2. Lookrieste es een durp in Uust-vluinders, int uustn va' Hent. Uuk in de djielgemjientes Beirvelde en Zaffeloare wordt er tzelste dialect gesprookn. Uuk in de streekn van Destelbir' n en Eusde trekt het dialect vrie goe op da van Lookriste. Lochriste is een dorp in Oost-Vlaanderen, ten oosten van Gent. Ook in de deelgemeentes Beervelde en Zaffelaere wordt er hetzelfde dialect gesproken. Ook in de streken van Destelbergen en Heusden lijkt het dialect enorm goed op dat van Lochristi. U en uw, worden meestal uitgesproken als " ui" , hoewel dit in sommige streken in de buurt van Lochristi (vooral in de buurt van Wetteren) " ou" kan zijn, of een tussenvorm. Deze ui-klank vind je ook in woorden zoals: maag=> muige, dagen=> dui' en, ... Heel wat medeklinker worden vluchtig uitgesproken en worden stemhebbend. Een woord zoals " week" , wordt " weeke" uitgesproken, waarbij de " k" bijna lijkt op de Franse " g" van " gar
  3. als je op het Begoniafestival nagels klopte, kreeg je een drank bonnetje of een stuk ‘chocolat’
  4. da es nief, nen nieven vélo