Kaprijks

Kaprijks wordt gesproken in Kaprijke. Het ligt in de regio Meetjesland, heeft een totale oppervlakte van 33,71 km² en telt ruim 6000 inwoners, die Kaprijkenaars worden genoemd.. Kaprijks bevat 1174 gezegden, 4310 woorden en 44 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in


4310 woorden (p.1/1)

't is van gieën wondre da ...geen wonder dat ...
't ow van plutoafgelegen, desolate plek
't stalleken van betleejemkerststal
'tvawnvandenoaventvooravond
(be)pampelenbetasten
(ge)riekknruiken
(goi)pissewip (boogschieten)
(in)pabminstrijken (behangpapier)
(ne) zjuustnpasmunt
(vejnster)tableddevensterbank
(veul)muidevogelkooi
(zak)neusdoekzakdoek

A

a oaistnopschieten
aan (kois)belegen (kaas)
aangekoektaangebakken
aangekoekt (bloet)geronnen (bloed)
aardomleeftijd
aavandoanbejaarden
abbelblajzieegroenblauwgrijs
abbeleappel
abbelsiensinaasappel
abbelsienekoveturemarmelade
abbeltsjoezepomme d'amour
abbetekerskaskenehbo-kastje
abeeseealfabet
abejoarn [apejaren]puberteit
abimeernbeschadigen
aboovnebovenaan
achte8
achterafnadien
achterdoennadoen
achterdoennaäpen
achterduimsgeniepig
achtergatachterbaks
achterklaproddel
achternoarnaderhand
achternoenenamiddag
achteroddeopeenvolgend
achteroddena mekaar
achteroddeéén na één
achterplanachtergrond
achtertgatachterbaks
achteruitsteeknbenadelen
achteruitstewnbenadelen
achterweeëachter
achterweeëloadnweglaten
achterwoarsterièvroedvrouw
achterzeënnazeggen
achtre (kommisn)om (boodschappen)
afbetoilijlening
afbienafdingen
afbown (* opmerking)afdruipen
afdoenopnemen (stof)
afdrieënbedreigen
afdriuën [afdrogen]slaag geven
afdriuën [afdrogen]verslaan (in een spel)
afdrjuënovertreffen (in het spel)
afdroaë [afdraag]relatie
afdroaën [afdraaien]aflaten (olie)
afèn [enfin]kortom
affelenavel
affeseernvoortmaken
affeseernvooruitgaan (snel)
affetuurnwagen (riskeren)
affetuurnrisico nemen
affière (affièrns)zaak (zaken)
affoaanuitvegen
affrontbelediging
affronteernbeschamen
affronteernbeledigen
affrontelijkbeschamend
afgankbuikloop
afgedroid’oléafgewerkte olie
afgeevnloskomen
afgeevnindienen
afgeevnongenoegen uiten
afgoaënverbleken
afgoaënvervagen
afhiuërnafluisteren
afjèrerelatie
afklabmontraden
afklabmafraden
afkoomnbezoeken
afkortnafbetalen
afkroamnafruimen
afleeznaankondigen (in de kerk)
aflijnnafbakenen
afloaëdn (wind afloaëdn)laten leeglopen (band)
afloidnlaten leeglopen (band)
afluiznaftroggelen
afpewnafbladeren
afplakkerezelfklever / sticker
afprintnprinten
afreën (tges afreën)maaien (gras maaien)
afroanontraden
afroebmaankondigen
afsejtbuitenspel
afshiednafsteken (vuurwerk)
afslagkorting
afslaguitrit
afsloangoedkoper worden
afsmijdnslopen
afsnèënknippen
afsneën [afsnijen]shortcut
afspienspioneren
afspiengadeslaan
afspienbespioneren
afsteekncontrasteren
afstreënloochenen
afstreëntegenspreken
afstreënnontkennen
aftrekkereflesopener
afvednafranselen
afwasvaatwas
afwasmasjienevaatwasmachine
afzednuitschakelen (motor)
afzienlijden
afzijnkafdaling
afzijnkafloop
afzuiënpijpen
aggárloods
aj meetsjenoud vrouwtje
aj peetsjenoud mannetje
aj-ijzermarsjanschroothandelaar
ajddemoaëregraatmager
Ajès / Jessie-voornaam: Agnes
ajoaroaëvnt31 december
ajpeetsjesuisrustoord
ajstrêëreoudstrijder
ajtoud
akazjoemahoniehout
akkereveld
akkolietmisdienaar
akkordéondeureharmonicadeur
akkordeurpianostemmer
akkuubatterij (oplaadbaar)
aksiesaandelen
aksijnznbelastingsdienst
alachtereachteraan
alachterevan achter
alieënstoandenvrijgezel
alléoverloop (trap)
allé-retoerheen-en-terug
allé-retoerheen-en-terug (ticket)
alleekomaan
allegaësnel
allekieërntelkens
allemaniedereen
allemetssoms
allemetstoevallig
allichtewellicht
allieënsnienieteens
alondereonderaan
amballazjeverpakking
amballeerninpakken
ambetantvervelend
ambeteernlastigvallen
ambeteernergeren
ambiancesfeer
ambrajeernontkoppelen
AmerikaVerenigde Staten
AmerikoandereAmerikaan
ammoiallen / allemaal
ampassanteondertussen
ampoelelamp
amtnoarebeamte
an-passantetegelijk
andelsfiuërejaarbeurs
andenanderenkantoverigens
andenanderenkantanderzijds
andrekeuze / andrekeurealternatief
anduveleandijvie
anduvènkandijvie
andzjuunui
andzjuunpelleuienschil
angarloods
angeevntoedichten
angeevntoeschrijven (... een kwaliteit)
angelusmiddaggebed
angesleenbedampt
angoanbeginnen
annekesnestwarboel
annerakregenjas
anoare [aanhanger]vrijer
anonsebladadvertentieblad
anpassanteondertussen
ansjiènoude rot
anstoanbehagen
antieëknenaangeven (vb van een waarde)
antreeingang
antreetoegang
antrijnementtraining
antroisjeontroering
antroisjeemotie
antrokaantrekkingskracht
antsjokkelenaankleden (slordig)
anvièërnaanvaarden
anzjeliernanjers
anzjienkeelontsteking
aorsouders
aowvendanseabondance (kaartspel)
apandesietapendicitis
appandesietappendix
apparèjtandbeugel
apparijtoestel
appeprijongeveer
arbiederescheidsrechter
ardieëkordaat
ardieëvrijmoedig
arlekijnhofnar
arlie-trapsonfiets (smalend)
aroan [aanraden]aanbevelen
arrajnzjeernfiksen
arranzjeernregelen
arrevébushalte
arsjieenorm
arsjie-ultra- (voorvoegsel)
aschranseverzekering
AsneeAssenede
assortiebijpassend
astebieënnmergpijpen
astrantarrogant
astrantvrijmoedig
astrant (aschrant)brutaal
atkabmhouthakken
atneeatheneum
attakkeinfarct
attasjkenpaperclip
attènsjeaandacht
auw!stop! / sta!
avansevooruitgang
aveëlenafruimen
averreomver
aviuërnevan voor
avverreonderuit
avverresmijdnomgooien
aw zekere!amaai!
aw zekere!ho maar!
awbümalbum
awdieiedereen
awgelijktoch
awkoliekerealcoholverslaafde
awmbakgereedschapskist
awmegereedschap
awmeenekieërplots
awnoargelankafhankelijk van
awnoargelanknavenant
awtegoaretotaalsom
awtijdmoarsteeds
awvazzeleevnegodsnaam (in ...)
awvekoatadvocaat
awvelijënenigszins
awvendawfhalf om half
awvoest15 augustus
awzeleevnlevenslang
azielopvangcentrum
azjuëzo
azjüsteernafregelen
azjüsteerninstellen (apparatuur)

B

babbelenpraten
babuirkarnemelk
BachajddeBoechoute
BachajddeBoekhoute
badderebalk
badderieaccu
badderiebatterij
bajaja hoor
bakgevangenis
bakkrat (bier)
baklijnestrafschoplijn
bakskenafstandsbediening
bakstrechemo
bakuiskin (kinnebak)
baldakejnluifel
bameskawf (* zie opmerkingen)lomperik
banbreukebandenpech
baniejenee hoor
bankontaktpinautomaat
bankvijzebankschroef
barrestang
barrechtigwarempel
barrieëleslagboom
basjedekzeil
basjeregencape
baskuulweegschaal
basnblaffen
bassielemicrobe
bassieleziektekiem
bassijnteil
bataclaninboedel
bataklanhuisraad
BauwgeroekeBalgerhoeke
baveddeslabbetje
bawpopulèrherrie
bazassereistas
be kennessebij bewustzijn
bê mijënt / aaënt / hem/iuërnt / onzent / uwderent / uwderentbij mij / jou / hem / haar / ons / jullie / hen
be-doentoevoegen
bê-sprijënmeehelpen
beddegoetbedlinnen
bedderesorbedbodem
bedirvnverwennen
bediuëmnbedampen
bediuëmnbewasemen
bêdoentoevoegen
bedrieënbedreigen
beedèn (=beet hebben)foppen
beedernessebeterschap
beeldekencommuniekaartje
beeltenesseafbeelding
beestsjesjicht
beetpaknfoppen
beevoartbedevaart
beeweenbedevaart
begankenessedrukte
begankenessetoeloop
begoest liuëbmzin hebben
begostbegonnen
begroavijbegrafenis
beiëngrobbelensamenrapen
bejangselpapbehanglijm
bejieënsmijdn (bijeen smijten)samenvoegen
bêjuisfiliaal
bekgaspit
bekanbijna
bekkngolvend haar
beklabmompraten
beknsmaken
bekoomnverkrijgen
belènktbenieuwd
beliuëp [beloop]loopruimte
bellebjuëmfuchsia (plant)
belleketrekaanbellen (als pesterij)
beloovnbezweren
bemeubelenmeubileren
bemièrkij [bemerking]opmerking
bepjuëdelen [bepotelen]betasten
berajberouw
berdekenbroodplankje
bertschap (plank)
bertplakaat
bertplaat (hout)
berttussenschot
bertschot
bescheednbedrogen / belazerd
beschieëdnbeschikken
beschieëtnieuws
beschieët [bescheid]informatie
beschieët [bescheid]antwoord
beschoamtgegeneerd
beschoamt zijnschamen (zich schamen)
beschoamt zijnbedeesd zijn
bêschuivnmee-eten
beschuutbeschuit
besletsnvuil maken
besneukeltdronken
bespotbeschimmeld
bêstantsverzekerijreisverzekering
bestendigen (opdracht)doorlopende (opdracht)
bestoadigvoortdurend
bestoadigenvaststellen
bestoefnloven
beteudert (kijk)sip (kijken)
betichtnbeschuldigen
Bètie PoepBetty Boop
betoalnbetalen
bétoneuzebetonmolen
betrabbelijkbesmettelijk
betrabmbesmetten
betrachtnnastreven
bêtreengelijk geven
betroabmbesmetten
bêttefotbetterfoodkoek
beuërikvervelende (vervelend iemand)
beujvervelend
beujzakvervelende (vervelend iemand)
beulèëningewanden
bevaanbeklemmend
bevroagijenquête
bevrooznbevroren
BewgnBelgië
bêwirknoplappen
bewntelefoneren
bewoarscholekenkleuterschool
bewoonwazig
bewoononscherp
bezetselepleisterwerk
bezetslestuc (pleisterwerk)
bezetslepleister(werk)
bezienaankijken
beziensbekijk
beziensbelangstelling
bézigengebruiken
bèzit [bijzit]maitresse
biedelelangharige
biederkeskindertandjes
bieëddekampanjebietenseizoen
bieënbot (van skelet)
bieënefoituretevoet (smalend)
bieënsteekbijensteek
bieënstroalwespensteek
bieënstroalbijensteek
BièërkakkereBerkakker
bieërnvalsspelen (knikkerspel)
bieërn [beren]bedriegen (in spel)
bieërtelebeitel
bieëstekjiupmandierenhandelaar
bieëstekjuëbere [beestekoper]dierenhandelaar
bieëstnof [beestenhof]dierentuin
bieewnwoordbreuk plegen
bieewnafgelasten
biekelsschakels (van een ketting)
bieldetreinbiels
bienbieden
bierfluideochtenderectie
bièrkesopberkensap
bierkoartsjenbierviltje
biermarsjandrankenhandelaar
bierpjulledronkenlap
bièrrekajtbarkoud
bieskenrandje
bievakmjutseskimuts (cagoule)
bieznwilgenscheuten
bijdnsnauwen
bijze / biezebijzeschommel
bilanbalans
billeslisserescheet
binn brijn [binnen brengen]naar het ziekenhuis brengen
binndoenoogsten
binndoenversieren (het hof maken)
binndoeninpalmen
binnenvietissenaafversnelling (fiets)
binnne / den binnnecentrum (stad, dorp)
binsmetê-eondertussen
binsmetijterzelvertijd
binstterwijl
binsttijdens
biskwiebiscuittaart
biskwieporselein
bivakkamp
bivakeernkamperen
biwndijen
Bjèr(ta)-voornaam: Albert(a)
bjieërnvalsspelen (bij marbelen)
bjillekessinaasappelpartjes
bjinndoenindienen
bjirrnbemesten
bjuëtschip
bjuëzebeurs
bjusseleborstel
bjusselsteejborstelsteel
bjusslebundel
bjustvallijbronchitis
bjuzzescrotum
blaaënliberaal (politiek)
blaaën [blauwen]spijbelen
blaffetuureklapluik
blafonplafond
blaftehuis (groot)
blagoidruktemaker
blajstieënarduin
blakonbeschermd
blameernbeledigen
blêdnwenen
bleezerecostumevest
blejnbusseleborstel (harde borstel)
blejnneblaar
blêkblik
blekmuziekkakofonie
blekngtong uitsteken
blendnblinde
blessemiddenscheiding (haar)
bleugroentje (beginneling)
bleusblos
bleuznblozen
bleuznrood worden
blièëdderehuilbaby
blièëdnhuilen
blieëkschijderebleekneus
blièëtmuile [bleitmuil]griener, huiler
bliètmuile [bleitmuil]wener
blijnknglanzen
bljutsnkneuzen
bloaëzn (bloaskes) wijs moknliegen
bloakerkenlampenkap (glas)
bloakerkernkaarshouder
bloareblad (van een boom)
bloaskesmokkereleugenaar
bloaskopblaaskaak
bloazeopschepper
bloazereventilator
bloenbloeden
bloiopschepper
blokjoarnovergangsjaren
blokledderehoofdletter
blommbloemen
blommemeel
blommekeeboeket
blommekeebloemenboeket
blomnofsiertuin
boadebrievenbus
boaldeweidehek
boaldedraadpoort
boalderboiler
boalejutezak
boarevoetsblootsvoets
boartbankbiljet (100 frank)
boasechtgenoot
bobènespoel
bobijnespoel
boddebloemknop
boddeknop (bloei)
bodde / bodnlaars / laarzen
bodderamdjuëzelunchbox
bodderiklomperik
bodderscheewappelflap
bodderspekcaramel (snoep)
bodnnorse
boedebekeuring
boefrundvlees (gerookt)
boefereberoepsmilitair
boejoddewarmwaterkruik
boekkaarten (spel)
boekspeelkaarten (pak)
boekeeboeket
boekereë [boekerij]bibliotheek
boekskentompoes
boekskenmillefeuille (gebakje)
boelruzie
boelmaandstonden
boelonbout
boerestiejboerenleven
boernbuidnplatteland
boesjevowbomvol
boesjevoweivol
boezeroenwerkhemd
boezjeernbewegen
boezjeroenvoorschort
bofngeluk hebben
bofn (ij boft op a)prijzen (hij prijst u)
bogoartboomgaard
boiémerezigeuner
boiémeresigeuner
boildereboiler
bokkoppigaard
bokkopstoot
bokkeboartsik
boktantkies (tand)
bolleketknikker (grote)
bombodem
bombezinksel
bondvereniging
bontenoaëvntrevue (opvoering)
boovnandiendaarenboven
boovnandienbovendien
bordurestoeprand
bosduivehoutduif
bosoaplomperik
Bosses(winkel) Van den Bossche
bostebluts (in fruit)
bostebarst
botkortaf
botstug
bot striuëtstrobaal
botgeevnopgeven
botgoetsteengoed
botsewfszomaar
botsewfs (diuët)op slag (dood)
botsijëaanrijding
botsnstuiteren
botsottosautoscooter
botwegvlakaf
botzewfsonverwacht
bouwgpijne [balgpijn]kolieken
bowtrekhaak
bownkrulbollen
bowwassijuitbrander
brabbelenmompelen
braëre [brouwer]drankenhandelaar
brakkebarak
brandweeroverstenbrandweercommandant
brangzjeleearmband
brasvarkenseten (gekookt)
breëretandbeugel
brejtandbeugel
brêjbreiwerk
breukefietspech
briëfelenknutselen
briekabrakbouwvallig
briekajonpuin
briekaljongsteenslag
brielkrimhaargel
briënsmeren (boterham)
briw / briwkassebril
briw-van-de-weeseewc-bril
briwmarsjanoptieker
BrjuëBrugge
broebelbatzakouzi
broebelenborrelen
broekschijderebangerik
broenbroeden
broesseoerwoud
broinbraden
brommerebromfiets
bromwoadere [bronwater]bruiswater
brongseloareprutser
brongwoaderespuitwater
bronsjietbronchitis
broszero
brosnul (score)
brosnspijbelen
Bruikers(winkel) De Bruyckere
bruineernbakken (aardappel)
BruuselfransRTBf
bruuselsliuëf [brusselsloof]witloof
bruut / bruutwegbruusk
BrüsleBrussel
buchtrommel
Bucht Mee WiewnBMW
buideljiuëbersvrije uitloop kippen
buidenvlieënontslagen
buikschoddelespek
buislampeneonlamp
buletènlottoformulier
buletijnschoolrapport
burmstigloops
burokantoor
buustikbiefstuk
buvarbureauonderlegger
buzze geevnhaasten
bületijnuitslag
bületijnnieuwsflash

C

charzeuroplader
chichipretentie
Chieneesn intOostindische inkt
commitéebestuur
consièrrevue (show)
convoieurmedereiziger
coupontreinticket
crocheernhaken

D

d'IeëEede (Nl)
d'uurnuurregeling (vb van trein)
daaënduwen
dadndadels
dagureloon
dahpajoodagpauwoog
dajdauw
dajduw
Daj-voornaam: Daniël
dak (ik), daaë (gê), dat (ij)/dasse (zê), damme (wuwdere), daaë (guwdere), dan (ze)dat (betrekkelijk voornaamwoord)
dakappartementpenthouse
dalletegel (stoeptegel)
damvélovrouwenfiets
danskjuuërdespringtouw
dantiefriestandpasta
dazontteckel
De GroeDe Groede (NL)
de Kruurebrouwerij Krüger
de nièstighêthet allerbeste (wens)
de Vroaangiwde [vrouwengilde]KVLV (tegenwoordig Ferm)
de-MiedieBrussel-Zuid
de-nekkafuitgeput
de-piestinvertrokken
de-piestuit / de-piestinweg
décapottablecabrio
deefelenmorsen
deefofout
deegoeafkeer
Dees-voornaam: Desiré
deesièrnagerecht
deessijntekening (op behang of stof)
deetdit
degjinstndie / deze (daar)
dégoeweerzin
degoetantweerzinwekkend
dejonzin
dejsletrekstang (van kar)
dêjsterensmossen
dékeroisjemedaille
deklammeernvoordragen (poëzie)
deklamoasjeprijsuitreiking
deklemtetanus
dekscheeuwputdeksel
Den AamanWaterland-Oudeman
Den BoernbontAveve
den Drêtantde Boerenbond
den onderstantOCMW
den-ijzerenwegNMBS
den-oane-van-toenderkotalfa-mannetje
dendien (m)/dedie (v)(mvd)diegene(n)
dendiendie ...hij die ...
DenduitDuitser
depoopslagplaats
depostelplaats
depostandplaats
derbê [daarbij]bovendien
derdeuregeslaagd
dermeezodus
dês (dês geevn)slaag (slaag geven)
desjterenkladden
desledistel
desnrennen
déssièrnagerecht
dessijslaag
dessijrammeling
dessndorsen
deuëndooien
deuëneutdeugniet
deur / deuredoor
deurdelaaënduur [door de lange duur]uiteindelijk
deurdjurpledrempel
deurdrijveredoorzetter
deuregankdoorgang
deuregaonweggaan
deuregoanvertrekken
deurejoare [doorjager]snelverteerder
deurekomnopdagen
deuresteeknzeven (soep)
deuresteeknverwijten
deuresteeknschudden (kaarten)
deuretrekndoorspoelen (wc)
deurkijktransparant
deurmeederediameter
deurmeedremiddellijn
devrendebuitenland (exotisch)
dewoalnWallonië
dewvngraven
dézastreusrampzalig
dièëksele [diksel]bezinksel
dieëlijerfenis
dieëwnerven
diëfelenkliederen
diëfeloaresmeerpoes
diëfeloarekliederaar
diefiesielkieskeurig
diendermetsershulp
dienstmis (kerk)
dienstbetjuënbemiddeling
dierektonmiddellijk
dievnstelen
diezjonkteurzekeringautomaat
dijnekleren
dijsellegen [de IJsheiligen]15 mei
dikkelsregelmatig
dikn tieëngrote teen
diksjonèrwoordenboek
diuëbriefoverlijdensbericht
diuëm [doom]damp
diuëstuikndoodvallen
diuëwoanelijkwagen
Djille-voornaam: Odile
djuëdoen [dooddoen]vermoorden
djuësantsjen [doodzantje]bidprentje
djumstere,schemeren
djumsterenschemeren
djuwdol
doameedaarom
doarbêtrouwens
doarmeslang (tuinslang)
doarmeezodus
doaverentrillen
dobberewerkloze
dobmsoppen
doddelenstotteren
dodoslaap
doefzwoel
doenbrannaansteken
doenijwoning
dokteurdokter
dokteurarts
dokteurgeneesheer
dompteurdierentemmer (circus)
donderbeestsjendondervliegje
donderblathuislook (sempervivium)
donderwowkenorse (nors iemand)
dopwerkloosheidsvergoeding
doreemiefasowsolfège
dorémienotenbalk
dorre van een ejeierdooier
dotshaardot
drabriesgordijnen
Dré-voornaam: André
drêdroad [driedraad]driepolig
drêë3
drêkeunijën6 januari
drènkgewtfooi
drentelenrondlopen
dreppikkelekruk
dretsrommel
dretskwak
dretsbrij
dreubbelkes vjuër in d'juënoogdruppels
dreubeleborrel
dreublejenever
drevelenrondlopen
drêwielkerredriewieler
drieënrijgen
drieëndreigen
driegdroadrijggaren
driuëgkuisstomerij
driuëgstobbelesaaie piet
drjukhyperkinetisch
droaëlijnkzwengel
droaënkeren
droagberriebrancard
droaibocht
droai-ijduizeling
droëlijnkslinger (opwindsleutel)
DroënenDrongen
droiknopdraaischakelaar
droimeulnemolen
droitrapwenteltrap
drummdringen
drupgelei (van vruchten)
dubbeltiuëbe [dubbeltope]dubbel
dubbeltjuëbe (van 't sieër)krom (van de pijn)
dubntobben
dudderenrillen
duik (in den ...)geniep (in't ...)
duikerkenverstoppertje
duimkessering
Duits'êsse`ß` (eszett)
dutssukkelaar
duustduizend
dzjakkezweep
dzjakkeleurnrollebollen
dzjakknuitgieten
dzjoefklap / klop
dzjoelgoedzak

E

edelijkeetbaar (lekker)
eedelèkeetbaar
eedneten
eelaba!ho maar!
eëllijnuiteindelijk
eëllijnfeitelijk
eemeljuchtenbliksemen
een ejken geevnaaien
een iuëgskentrekknknipogen
een miljoenmiljartheel veel
èëndelijneindelijk
èënzinnigeigenwijs
èërs [ers]eieren

E

eërschewpeeierschaal
effeleëremuggenzifter
effelèëreperfectionist
effelêërepietje precies
effeleëre [effenlegger]kniezer
effenafhelemaal
effne / oneffneeven / oneven
èfformoeite
èfforinspanning
èfforkrachtinspanning

E

einkelgewdwisselgeld
einkelgewdkleingeld
ejauw
êj / êërsei / eieren

E

ejgrontbosgrond
ejkenaai (van aaien)
ejndejoarslaatstejaars
êjndn (nen êjnd speeln)beurten (krulbol)

E

ejnshandspel
ejnshands (voetbal)
ejntmedeaankomst (koers)
êjntmedeaankomstlijn
êjntmedefinish
êjntmedeeindstreep

E

eknehek
eksesaveuëserpent (vrouw)
eksesaveuëdeugniet (vr)
eksken`#` (hashtag)
ekspliekoasseuitleg
eksplikeernuitleggen
eksposiesetentoonstelling
ekstijwpoortpaal
életriekskenelleboogscheut
êm (m/o) / uér (v)zich
ên-tieëkne`&` (ampersand)

E

endehemd
ênjselsscharnieren (nw)
ènkelgewdkleingeld

E

entreekoartetoegangskaartje
eran toesteeknbenadeeld zijn
êrdèbieëdnpotverdorie

E

erdèbieëdn [aardebieten]verdorie
erdebjiëdnpotverdorie
erdoensopnieuw (doen)
erkampmherexamens
erkansijëherexamen
erlewoassewanorde
erop verdacht zijnvooruitzien
errebeknredetwisten
errewoaschechaotische toestand
ersenpanneschedel
êrseshersenen

E

ertehart
ertefredrebinnenvetter
erteklophartklopping
erteklophartslag
ertelèkhartelijk
ertepjutdécolleté
ertnsharten (kaartspel)
ertzieëreleed
ervownterugvallen (ziekte)
espeham
espekneuthambeen
espenoakvleeshaak
esperollekeswitloofgratin
espresopzettelijk
espresspeciaal (in bet bijzonder)
essepiknruziemaken
essepiknkibbelen
etsjenbah
eujhooi
eujschewf [hooischelf]hooizolder
eujvoarooievaar
eulnsamenspannen (krulbol)
euruier
ew (iet-ew)anders (iets anders)
ewderselders
êwêwwelnu
êwmengalmen

E

ewsnepriem
ewve11
ewvendertigfictief getal
ewvendertigonbepaald getal
ezelstampontslag

F

faarnkoplampen
fabbelkengedichtje
fakteurpostbode
falliekanterg (vreselijk)
famiewdefamilie
fardemap
fardeslof (sigaretten)
farsegrap
farsenbakkebaarden
fassadevoorgevel
feezelenfluisteren
fenijnbladluis
fernesfornuis / kookplaats
fersetvork
ferventfanatiek
feuderevilt
feudntreuzelen
feudn (mee eedn zidn feudn)prutsen (met eten zitten prutsen)
fieansnwandtegels
fieeuwnvleien
fiekfakpietluttigheid
fiekfakgepruts
fiekfakkederêëgepruts
fiètselen (uitfiètselen)rafelen (uitrafelen)
fijnesnèënsnipperen
fistonrijkeluiszoon
fiuërekermis
fiuërkroamkermisattractie
flabberenwapperen
flajflauw
flajvawnflauwvallen
flasijnreuma
flassefles
flawijnflanel
fleuruslongonsteking
flieemkasjevleister
flijnketrap (voetstoot)
flijnkntrappen (v / e paard)
flodderenknuffelen
floeonscherp
floewazig
flokatkurk
flokkelikstok
flokngzuigen
flonknneervleien
flooknvleien
floraliesfloraliën
flosjkwast (kermis)
flosjekwispel
fluidepenis
fluitsjeskafféslappe koffie
fluwijnkussensloop
foefkensmoesje
foeifout (voetbal)
foeifoul (voetbal)
foersestuurvork (fiets)
foersewielvork (fiets)
foersjevoorvork (fiets)
fonbezinksel
fonkemep
fonoploadegrammofoonplaat
fontnengietijzeren
forsebawnspieren (biceps)
forseerndwingen
fotoaparijfototoestel
fotokopiecopie
fotokopjeernkopiëren
frangsjepannefrangipane
frankbrutaal
frankonbeschaamd
frennremmen
freubelkenkleuterklas
frieëznfranjes
friekandonvleesbrood
friekasseevleesragout
friengzekesfranjes
frietfêtfrituurolie
frietfetfrituurvet
frietpotfriteuse
frietsakjoint
Frjit-voornaam: Alfred / Freddy
frjuwnversiersels
frodnwrijven
froefroepony (kapsel)
frullekenstrikje
fuuzeevuurpijl
fwiedelek
füsiafuchsia (kleur)

G

gaaionnozelaar
gabardienetrenchcoat
gabbehoofdwonde
gaëzereukegaslucht
gajtgoud
gajzegas
gajzeviergasfornuis
gaksidenteertbeschadigd (door ongeval)
galosjntuinschoenen
gandikaptmindervalide
gankhall (van een huis)
garantiewaarborg
garantieborgsom
gardeboespatlap (voertuigen)
gardeboespatbord
gardefoeborstwering
gardefoevalbeveiliging
garee (ja, garee)amaai (amaai, zeg)
gaskonteurgasmeter
gatzitvlak
gatschreeberebot mes
gattobiscuittaart
gatvoaëreassociale
gazegas
gazeddekrant
gazepullegasfles
geblessseertverwond
gebloktgespierd
gebloktstoer (gestalte)
geboarnveinzen
geboarn vandoen alsof
gebongeboden
geboorteplekkemoedervlek
geboortepriemkraamgeld
gebostngebarsten
gebostngeblutst
gebrekelijknmindervalide
gebrekkelèkgebrekkig
gebuurbuurman
gebuurnburen
gebuurtebuurt
gedachtmening
gedachtgading
gedeekelijënverdorie
gedienstigbehulpzaam
gednrennen
gednvluchten
gedommelijënverdorie
gedommelijënpotverdorie
geduriggeduldig
gedurigvoortdurend
geduurnlangdurig
geeëngingen
geejzuchthepatitis
gèëne [gain]corset (corrigerend)
gegroan ('t is a gegroan)geraden (het is je geraden)
gejnstere / gejnstersvonk / vonken
gekabbeltvlokkerig
gekaptgehakt
gekaptbowngehaktballen
gekerteldgeribd
gekerteldmet inkepingen
gekriuëktverkreukt
gekriuëktverfrommeld
geleddertintelligent
geleen vansinds
gelektkraaknet
gelijkzoals
gelijkals (voegwoord)
gelijkom het even
gelijk te-kikke, gelijk te-gèj, gelijk té-jèj, gelijk ze-zèj, gelijk te-wuwdere, gelijk te-guwdere, gelijk ze-zuwderezoals mij, zoals jij, zoals hij, zoals zij, zoals wij, zoals jullie, zoals zij
geljukkiggeljukgelukkigerwijs
gemoetemotie
GenbrjuëGentbrugge
genièrngenieten
genietgenot
gepasseertvoorbij
gepasseertgestorven
gepresseertgehaast
gereeltspek (vet)
gereeltregelmatig
gerêj [gerij]verkeer
gerèneweertgeruineerd
gerrekier
gerrespleet
gerustrust
geschieëtgescheiden
geschieëtscheidingslijn
geschieëtperceelsgrens
geschiftgestremd
geschowngescheeld
geschrankt / geschranstalternerend
geschranstom-en-om
gêsgieëde [grasgeit]stomme (vrouw)
gesienstigbehulpzaam
geskantberm
geskapeerttoegetakeld
gesleengeslagen
gesmesjienegrasmaaier
gesmoakelijksmakelijk
gespekeltgespikkeld
gesplengazon
gesplengrasveld
gessoatgraszaad
gestampt'jèrabbelsaardappelpuree
gestichtverzorgingscentrum
gestoadiggestaag
gestsjonkgraszode
gestuiktgelijkend
gestuiktgrofgebouwd
gestuiktgedrongen (gestalte)
getieketaktverlangend
getortngetrapt
geudegietijzer
geudeafvalmodder
geutmorreafvalmodder
gevoarnoverkomen
gevoarnmeegemaakt
gevrozengevroren
geweunebescheiden
geweuntegewoonte
gewewdigenorm
gewijzewijze (manier van)
gewilligvolgzaam
gewoaërewoornmerken
gewoarewoornvoelen
gezetcorpulent
gezoonen espegekookte ham
giëdepoebersbijnaam inwoners Waarschoot
giedonfietsstuur
gieëdecitroên 2CV
gieëdeboardsik
gieën kljuëdn [geen kloten]niets
gieënieënniemand
gieëstigplezant
gieëstigoartplezanterik
gijnekeurslijf
ginnaortgarnaal
ginteredaar
gistegerst
giuëmoalvolledig
giuëmoale [gomaal]helemaal
giuëw [gool]helemaal
giuëwzekkerswaarschijnlijk
gjeirnegraag
gjuwheel
gjuwziggulzig
gloasglas
gloi / goiknikker
goabngeeuwen
goabnstaren
goanlukken
goan (ij goa viuër ...)studeren (hij studeert voor ...)
goandeweggeleidelijk
goandewegstapsgewijs
goawnodekastanje
godgansheel
goeë bodre [goeie boter]hoeveboter
goegeefsgul
goegemutstgoedgeluimd
goekommut uitlukraak
goestèzin (trek)
goestesmaak
goestè / goestetrek (zin)
goet (goe in wew)veilig
goetsemoetsopzettelijk
goipisschiednboogschieten
gojpenis
gojkenvogel (boogschieten)
golledoel (voetbal)
golledoelpunt
gottenieëre (god de heer)potverdorie
gotvermiléjerdédzjupotverdorie
gow !komaan !
gradhelemaal
grad’afvolledig afgebroken
grajrauw
grajvuil
grathelemaal
gravégrind
grebbegoot
grebbegreppel
gridnuitlachen
grieëdklaar
grielderooster
grieldehekwerk
grieuwgareel
grijmroet
griuëdekuislenteschoonmaak
griuëdepost [grote post]hoofdpostkantoor
griuëdn posthoofdpostkantoor
griuëtsig [grootsig]hoogmoedig
groademoaregraatmager
groanraden
grobbelenreiken
grobbelengrabbelen
grobbelengraaien
groennfluim
groenselegroenten
groenzeloof
groepielekenborgpen
grof bruët [grof brood]bruin brood
grondlastnonroerende voorheffing
groskisgrotetrom
grossiestgroothandelaar
growngrommen
gruizelementngruis
gruuzlementnbrokstukken
gruuzlementndiggelen
Guust(a)-voornaam: August(a)
guwderejullie

H

hieërekoning (kaartspel)
hiuëftgoi [hoofdgaai]hoofdvogel (boogschieten)
hiuëgzoal [hoogzaal]oksaal
hoanepiuëdnschrift (slordig)
hoastbijna
hof van de keunijnkkoninklijk domein
hoveniertuinman
huihey / hoi

I

ibberstezolder
ieëdekoeke [hete koek]hitsige vrouw
ieëfraajuffrouw
ieëmereemmer
ieëndregelijk
ieëndreom het even
ieënigstenig
ieërda [eerdat]alvorens
ieërn [heren]edellieden
ieëshees
ieësschor (stem)
ieëskesstroade (sênte)Eerstestraat (Sint-Laureins)
ieëste-messe [eerste mis]vroegmis
ieësteklasseprima
ieëstelijnvroege aardappelen
iegrèkypsilon
iekstroalnröntgen
iemietoasjenamaak
iën1
iëndregelijk (om het even)
iënnaowfanderhalf
ièrostessestewardess
ièrpledwazerik
IetownItalië
ieveranstergens
ieverstergens
ieverst ewergens anders
iezemopiepschuim
ij ee de bolle vanachter de stijw gesschodnhij heeft iets stoms gedaan
ij ee ta misverstoanhij heeft dat verkeerd begrepen
ij moe tiëknenhij is getuige
ij stoa maneuvers te doenhij staat teken te doen
ij trek van den dophij krijgt werkloosheidsvergoeding
IjëlantEngeland
IjëlsmanEngelse
IJlandVerenigd Koninkrijk
IjlantGroot-Brittanië
ijleengel
ijskeelsijspegels
ijsstoei [ijsstoel]slede
ijzerenwegspoorweg
inen
in de grondeigenlijk
in de knip zidnopgesloten zitten
in snieëklobm [in sneeuw kloppen]stijfkloppen (eiwit)
in verwachtij (zèn)zwanger (zijn)
in-de-lieëchtnbergaf
in-de-ronde-vanongeveer
in-moes (sloan)murw (slaan)
in't koa goaninfecteren / ontsteken
in't vierkantkwadraat
inazjuëenzovoort
inbreukeovertreding
indegatkont (dik)
informoasjeinlichtingen
ingemoaktingebouwd (kast)
ingemoakte (kasse)ingebouwde (kast)
ingotsnoamalsjeblieft
inieënekieër [in één keer]ineens
inieënstuikkninvallen
inlêënomzomen
inleginzet (bij spel)
inpeebereninprenten
inplukkemuwuiteengereten
insi-inlaenzovoort
inspannuitrusten (voorzien van)
inspannuitdossen
inspannvoorzien (van nuttigs)
insteeknparkeergeld betalen
instoanborg staan
instuikkninstorten
intinkt
inteoorveeg
intertninlopen (schoenen)
intetstijdig
intkortebinnenkort
intkortgezêjtkortom
intlangbaljurk
intlanggalajurk
intplekkeinktvlek
introlleinktband (typemachine)
intwissedwars
intwisseertussen
invawnherinneren
invoawnherinneren (te binnen schieten)
invowgngelijk geven
inzidn (mee)meevoelen
inzidn (mee)zorgen maken (om)
irmelodie
irabbelboalejutezak
irabbelmeskenschilmes
irrabbeleaardappel
irrabbelzopwater (waar aardappelen in gekookt zijn)
irreweednerwtjes
isgatboomstronk
iuë tallonsnaaldhakken
iuëfspeelwme [hoofdspeel]hoofdkussenovertrek
iuëgmiestereoogarts
iuëgscheejooglid
iuëktejeuk
iuëp (onzen iuëp) [hoop]gezin (ons gezin)
iuërekoddereoorstokje
iuërnduwonnozel
iuërscheejoorschelp
IuësbjurgOostburg (NL)
izemopiepschuim

J

jak, joag, joaj, joas, jam, joag, joasja
jakkobuushogehoed
jannekeniekfruitwormpje
jannekentiekfruitwormpje
jawadde(dadde)amaai
jeandurmsrijkswacht
jerregalinks (tegen boerenpaard)
jeugdvleesnat
jiuehoog
joegoertyoghurt
jonkjong (dier)
jonketvrijgezel (v)
jonkmanvrijgezel (m)
joon (kois)jonge (kaas)
joonnamuseren
joonskinderen
joore (... of iemand)jonger (... dan iemand)
juëfdijëbriefhoofd
juëflakkekopvlees
juëgtagfeestdag (kerkelijk)
juërebelleoorring
juërevoaëoorveeg
juftflakkepreskop
jutsekljutsmengelmoes
jutsekljutswarboel
juuvooruit (tegen boerenpaard)
juufenttafeleind
juurebièsteoorworm
JuustekljueOosteeklo
juutsepièrtsenschootrijden
juutsomrechts (tegen boerenpaard)
juutsomjuutsrechtsomkeer (tegen boerenpaard)

K

kaagnplakoudeschotel
kabardoesjkenbordeel
kabbedak
kabbelenschiften (saus)
kabbereschoffel
kabmwieden
kabmhakken (hout)
kabmhouwen
kabm / kruikabmschoffelen
kabnetdokterspraktijk
Kabrijge (g zoals in garçon) Kaprijke
kaddekat
kaddeelosbol
kaddeedeugniet
kaddejonkkitten
kaddekissecatechese
kaddekopverdeelstekker
kadrangfietsframe
kadrementdeurkader
kadrementfietsframe
kaduenreflectoren
kaduukverwrongen
kaduuk(elijk)gebrekkig
kaffeetaliuërkenschoteltje (sous-tasse)
kaffégruiskoffiedik
kafféleudekoffieverslaafde
kaffémesjienekoeffiezet
kaffétejt [koffietijd]vieruurtje
kafteboekomslag
kaftemapje
kajéschriftje
kajiednjanken
kajoddersjeugdbeweging
kajoddersKAJ-leden
kajtkoud
kajtsjoerubber
kajtsjoebodnrubberlaarzen
kajtsjoedoarmerubberslang
kakdoek / pisdoekluier
kakkedejonzin
kakkenestsjennakomeling
kaliesjendrupzoethoutsap
kalledomme vrouw
kallekoenkalkoen
kalliesezoethout
kalmanslaappil
kaloddepruik
kameeldromedaris
kameroat schoavelijnkkerel (aanmanende aanspreking)
kammelotrommel
kammeroatmakker
kampenerop aankomen
kampstrejtwedstrijd
kamroat schaovelènkmakker
kanaarstomdronken
kanadapopulier
kanivostraatgoot
kannesirre / karnasjereboekentas
kanuletracheostomie
kanulebeademingsbuis
kanwieltandwiel
kapomotorkap
kapoabelcompetent
kapoablebekwaam
kapoddecondoom
kapotuitgeput
kapstokwipneus (spottend)
kapsulekroonkurk
Kar-voornaam: Oscar
karbonkelsdonkere ogen
karoodntrekkereplantrekker
karro-enderuitjeshemd
karrodde / karrodndenappel / denappels
karrodnknutselen
karrotsjesruitjes
kartoesjehagelpatroon
kartoesjemuntrol (kleingeld)
kartoesjeinktpatroon
kascheskousen
kasjebroekleggings
kasjebroekpanty's
kasjpobloempot
kasjposierpot (bloempot)
kassejbrantschaafwonde
kassijnraam
kastaarkanjer
kastarkanjer
kastarsloeber
kastoanekastanje
kastrollekookpan
kataloogcatalogus
katijfkoulijder
katkaarcakedeeg
katsjékapot (stuk)
kaveschouw
kawverkniensdikke knieën
kazakaardappel (in de schil)
KazzantCadzand (NL)
kbegoste, ge begost, ij begost, we begostme, guwder begost, ze begostnik begon, jij begon, hij begon, wij begonnen, jullie begonnen, zij begonnen
kê, gêt, ij-ee, zee, wemme, gêt, zênik heb, jij hebt, hij heeft, zij heeft, wij hebben, jullie hebben, zij hebben
kedderenvloeken
KeddersoekPaardenmarkt
keeberedoelman
keebernoaëlelange plattekopspijker
keedelmuziekkakofonie
keedneketting
keednefietsketting
keekvormespringvorm
keeveduivenmand
keevelooprek
keewajk-way
kêëzetrap (schop)
kêëzemep
kêëzekernskersepitten
kêëzzekers
kejkeskiezel
kejkopkoppigaard
kêjtn [kouten]kletsen (babbelen)
kékéoliekandelaar
kemelekameel
kemeleflater
kempzoadhennepzaad
kennesseverkering
kenoaërepietkanarie
kenoarkanarievogel
kerdieëlaalkuip
kerjeusraar
kerjeuzeneuzenieuwsgierige
kernijnkonijn
kernissedakgoot
kernspitten
keroizemoed
kerrewagen (voertuig)
kerrewagen (rijtuig)
kestag25 december
keuderboerkenkleine boer
keunènkkoning
keunijngsdagfeest van de dynastie
keunijngsdag [feest van de dynastie]15 november
keunnkunnen
keurekans
keurekeuze
kèzeloarekerselaar
kêzzekêrnskersepitten
kibmbevallen (dier)
kibmomvallen
kibmnomvallen
kiechè [quichet]loket
kiede / kiednkuit / kuiten
kieërnomdraaien
kieërn [keren]draaien
kiej [kiel]stofjas
kiekassewoonwagen
kiekebillekippenbout
kiekebjustesmalle borstkas
kiekenboardpluisbaardje
kiekerentafelvoetballen
kiekeskotlawaaierige ruimte
kiekkeretafelvoetbal (nw.)
kiekkoestkinkhoest
kiekndroatkippengaas
kiekneuilskuiken
kiekskenkuikentje
kientsjenkindje
kiër [keer]beurt
kierewietzot
kièrremesmuziekschlager (muziek)
kiesbriefstembiljet
kièssekaars
kièssevetkaarsroet
kietgelijkspel
kietsakplunjezak
kietzakknapzak
kieviefhoede
kiewstofjas
kiezijverkiezingen
kijk-in-luistergewtomroepbijdrage
kijvnklagen
kilométrieksnelheidsmeter
kindergewdteelballen
kinderskinderen
kip (vb mollekip)val (vb mollenval)
kirkgewdkleingeld
kitamper
kjindergewtkinderbijslag
kjirkofbegraafplaats
kjirnenkarnen
kjirremewkkarnemelk
kjissepannekaarshouder
kjissepannekandelaar
kjuërdetouw
kjuëwnkolen (groente)
klabbenanseaangesproken
klabêdderenkwetteren
klabmspreken
klabmpraten
klaj (van e kadde)klauw (van een kat)
klakkepet
klakkebusseproppenschieter
klampvochtig
klarkvorkheftruck
klassementarchief
klasseurverzamelmap
klasseurringmap
klatpodnslordig schilderen
klebbeklikspaan
kledderendonderen
kleniekeziekenhuis
klenscholekenkleuterschool
klenzieligbekrompen
kletsscheut (vloiestof)
kleuderspoanerammelaar
klieënaankleden
klijnkescheur (in kleren)
klisjeefotonegatief
klisjeesnegatieven (foto)
kliuëtvisverkeerd / fout
kljuëdnpesten
kljuëstre (klooster)woonzorgcentrum
kljuëtvismislukking
kljutszak
kloaidrinkbus
kloaibeugelsluiting (fles)
kloarhelder
kloar (kloar woadre)zuiver (zuiver water)
kloar (kloar woorn)licht (het wordt licht)
kloartedaglicht
kloassinterklaasgeschenk
Kloas6 december
kloaverenklimmen
klobbereklomp
klobbere, klobbersklomp, klompen
klodnstofpluizen (onder bed)
klodnpluizen
kloefklomp
kloefkabberelomperik
kloekstevig
kloeksterk
kloek eednestevige kost
kloekeklokhen
KloisSinterklaas
klokejpaasei
klokkePasen
klon / pipoklonclown
kluddergewdkleingeld
kluidngeld
kluitsjen suikkeresuikerklontje
kluiveredommerik
kluivereidioot
klutszak
klutsekenzwelgje
klutsnloskloppen (eieren)
klutsnklotsen
knechtebrakkejongen
knechtjonkzoon
kneudelsnoedels
kneudelsbroodnoedels
kneutbot (been)
kneutelleboog
kneutsjenwinterkoninkje
knieljiëznknielaarzen
knip (in de ... zidn)psychiatrie (in de ... zitten)
knoabe [knaap]metsershulp
knobleuitstulping
knoenselsenkels
knoerftturf (groot exemplaar)
knoerftknoert
knokatKO (knock out)
knopschakelaar
knuifelenknutselen
knuifelenprutsen
knuifeloareknutselaar (onhandige)
knuifeloareprutser
knuistnvuisten
knuivelenknagen
knuivelijënknaagbrokken
koa, goa, ij oa, zoa, woamme, goa, zoanik had, jij had, hij had, zij had, wij hadden, jullie hadden, zij hadden
koaintsjesspekjes (vlees)
koakkewang
koaksmedeoorveeg
koaksmeedekaakslag
koanepenis
koartkwart
koartijkaartwedstrijd
koartn deuresteeknkaarten schudden
KoaskopNederlander
koatboos
kobbespin
kobbejoareragebol
kobbeneddespinnenweb
kobberkuiselekoperpoets
koblestel (2)
kobmbokken
koboicowboy
koboifielmewestern
koddestaart
koddehaarvlecht
koddepaardenstaart (kapsel)
kodderenpoken
kodderoarepook
kodderstokskenwattenstaafje
koderoakpook
koedebochtstuk (buis)
koedehoekbuis
koefrazjebekisting (bouw)
koefrekont (dik)
koefrekluis
koekenoanehaan
koeknsruiten (kaartspel)
koepletstrofe
koerspeelplaats (school)
koertoiletten (in café)
koersekwiekortsluiting
koersepjèrtracepaard
koersgiedonfietsstuur (racefiets)
koersklakkerennerspet
koersvéloracefiets
koesjeverflaag
koesjelaag
koevièrbestek (eetgerei)
koevirteomslag (boekomslag)
kofreforkluis
koiën drjuëmnachtmerrie
kokacola
koketmodieus
kolekseverzameling
koleksjoneurverzamelaar
koljéekraag
kollebajdnlisdodde
kolleblommekorenbloem
kolleblommepapaver
kolleblommeklaproos
kollièregoardopvliegende
kollièrigopvliegend
kollièrrewoede
kolljeehalsketting
komafafkomst
komeernroddelen
komeernklikken
komerekasjeklikspaan
komerewijfroddeltante
komerewijfklikspaan
komienesonjumpsuit
komièssecommissieloon
komieznespepeperkoek
komissehandel
komjissescommissieloon
kommandeernde les spellen
kommeteecommissie
kommienezononderjurk
kommisnboodschappen
kommodeladenkast
kompaniegezelschap
kompassemeedelijden
kompensoasjetegemoetkoming
kompensoasjevergoeding
kompensoasjeschadeloosstelling
komplementngroeten
kondukteurtreinbegeleider
konijneednvegetarisch
konijnepuibekonijnenpijp
konijnetangdnoverbeet
konklefoeëznbekostoven
konsekwejnsegevolg
konsièrvoorstelling
konsortnsoortgenoten
konstateurduivenklok
konstetoisevaststelling
kontekroakstegendraads
kontentblij
kontenttevreden
kontentementblijdschap
kontentementgelukzaligheid
konteurelektriciteitsmeter
kontregewichttegengewicht
kontroaretegendraads
konvenoabbeldeftig
konzjéverlof
kootsjen (sokla)blokje (chocolade)
kopkoppigaard
kopmunt (kruis of munt)
kop-over-kliuëdnoverhoop
kop-over-kliuëdnrommelig
kop-over-kliuëdn [kop-over-kloten]wanorde
kopmanlijsttrekker
korbiarlijkwagen
kornerhoekschop (voetbal)
korresjpondensjebriefwisseling
korsebloazekoortsblaar
korseekeurslijf
korseecorset
korsemeederekoortsthermometer
kort-van-oasmekortademig
kort-van-oasmeamechtig
kort-van-stoffekortaf
kort-van-stoffenors
kortelijngsonlangs
kortleddekotelet
kortndranksterkedrank
kortwoanekruiwagen
kosjeernafvinken
kostekorst
koste, ge kost, ij kost, we kostme, ge kost, ze kostnik kon, jij kon, hij kon, wij konden, jullie konden, zij konden
kostelijkduur
kothok
kotstudentenkamer
kot-in-den-oftuinhuis
kotsjenvakje (vb van kruiswoordraadsel)
kotsjenstukje (van chocoladereep)
kotsjeninvulvakje
kotsjesruitjes
kovetureconfituur
kowschuimkraag
kowkraag
kowkeerpapierdoorslagpapier
kowkotkolenhok
kowmarsjangbrandstofverkoper
kownkolen (brandstof)
kowschubbekolenschep
kowtoelijm
kozijnneef
krababoodschappentas
krabbe (druivn)tros (druiven)
krammenoadekotelet
kranzebloemenkrans
krawiedele / krawiedelijënkronkel / kronkels
krawiedelèëndroedels
krawiedelenspartelen
krawiedelijëdroodle
krawiedlenkronkelen
krebbevoederbak
krebbebijderegierigaard
krêdnforseren
krejdnaanporren
krejkenkrijtje
krejstreebekrijtlijn
krêjtsjenkrijtstompje
krempnkrimpen
kréoalmisdienaar
krepeernsterven
kriebekleinzerige
kriebelenkittelen
kriebelenkietelen
kriebmzaniken
kriebmkreunen
krieèmpappudding
krièmkerrerenault R4
krièmpapvanilepudding
krimkenijsje
krisantijmnchrysanten
kristalisékristalsuiker
kristaliseesuikerekristalsuiker
kriuëknkreuken
kriuëknplooien
krjèmkerre [crèmekar]ijskar
krjuëne [krone]bloemenkrans
krjuwkrul
kroaakraag
kroajbustiklonghaas (onglet)
kroanegraafmachine
kroantsjeswoadereleidingwater
kroedekorst
kroezewortelloof (wortelgroen)
kroezeloarkrulhaar
kroezeloarkroeshaar
krokketantharde snoep
kroméchroom
krosjeernhaken
krosjeeroakhaakpen
kruinoddemuscaatnoot
kruislampedimlicht
kruitkrijt
kruitnoddemuscaatnoot
kruitvoarebordveger
krullewiednhaarkrullen
kruwspewnhaarrollers
krüdewrak
kuiëlenhoesten
kuiëlsrafels (uitgerafelde stof)
KuifkenKuifje
kuisnpoetsen
kuisvoddepoetsdoek
kuisvroaapoetsvrouw
kulolef
kuwnplagen
kweekweeperenconfituur
kweedrupkweeperengelei
kweekngopvoeden
kweknkwaken
kwekstemmekenhoge stem
kwenetrut
kwest (eet-ij ...)wie-weet (heeft hij ...)
kwestezaak
kwiebusgrappenmaker
kwiek (ne kwiekn)fit (een fit iemand)
kwiestenbiebelelosbol
kwoafeurkapper
kwoafeuzekapster
küldesakdoodlopende straat
kzij, ge zij, ij is, zis, we zijme, ge zij, ze zijnik ben, jij bent, hij is, zij is, wij zijn, jullie zijn, zij zijn

L

laa-vijërs [lange vingers]boudoir (koekje)
laawijvetoo / laawijvetoonsanseveria / sanseveria's
labberachtigonverzorgd
labbeteddeoorveeg
labdnevowboordevol
laëlierelaurier
laf weeronweerachtig
lajnsjeewerphengel
lakskenpleister
lakskesplakband (doorzichtig)
lammerenbetalen
lampadièrstaanlamp
lampednzuipen
lansetuinslang
lanstlangs
lanstgoanbezoeken
lanstseenlangsheen
lantlandbouwgrond
lapnoambijnaam
lasbagêddelaselektrode
laspostlasapparaat
lassiecollie (hond)
lastenboekbestek (kosten)
latsjen (sjokla)reep (chocolade)
lavakromwastafel
lavuidnproblemen
lawetgeluid
lebberenlikkebaarden
leeërdienstdienstplicht
leeg (leeg zijn)lui (lui zijn)
leeggaëreluiaard
leeggaërenietsnut
leeggaorshangjongeren
leeggoetstatiegeld
leejnsscharnieren
leejnsscharnieren (nw)
leen (... van)geleden (... van)
leenstaille
leerijcatechese
leeznbidden
lekkerkoekepeperkoek
lekmijlipkenlekker
leknlikken
Lembege (g zoals in garçon) Lembeke
lènknvetkwabben
lènksepiuëtlinkshandige
leskenleibandje
lèsseepasseedoorgangsbewijs
lêtsekenlusje
lêtsekene (a lêtseken zit-eruit)kledinglabel
leudigleuk
leudiggrappig
leurdereventer
leureonverzorgde
leutseskarbijneluchtbuks
leutsjesgewièreluchtbuks
leutsjesgewirrekarabijn
levoartharing
lèwoatlinnen
libbelip
liebrevrij
lieëlaag
lieëpsluw
lieëp [leep]doortrapt
lieëreladder
lieërijcatecheseles
lievijnkwoonkamer
ligmesse2 februari
lijënverlangen
lijflichaam
lijkke (lièën)opgebaard (liggen)
lijntsjesmangrensrechter
lijstekader
lijvekenonderhemd
liskenlusje
liuë [looi]zeepsop
liuëbn (woader liuëpt lanst de muur)sijpelen (water sijpelt langs de muur)
liuënen (buize)loden (buis)
liuëntrekndenbediende
liuëpkoersloopwedstrijd
liuëznvrijlopen (fietspedalen stil houden)
ljuchtlicht
ljucht (* zie opmerkingen)hemel (firmament)
ljuëfrapen (knol)
ljuëluklelijk
loadnavondploeg
loads optreknplastische chirurgie laten doen
loanladen
lochtelicht (gewicht)
lochtijnk (* opmerking)tuin
lodderenrammelen
lodderenschudden
loedereonnozelaar
loepevergrootglas
loesjverdacht
loetsepoeponnozelaar
loezekababh
loeznborsten (vr)
logtinkmoestuin
loorslongen
lossndeuredwarsdoor
lotsjenliefste
luiëzigslordig
luiëzigoartslordigaard
luikdeel (van een formulier)
luinluiden
luizegoardonverzorgde
luizigonverzorgd
lunaparkspeelhal
lusterklemmekroonsteen
Luus / Sees-voornaam: Lucien
lüsterekroonluchter

M

maddetapijt
magrienemargarine
makadamboaneasfaltweg
makropooier
maleurongeluk
maleurpech
mallekoarelkaar
maneuvershandelingen
maneuvers (doen)teken (doen)
manèzemayonaise
mankgebrekkig
mankeernfalen
manknhinken
mannevéloherenfiets
mansardezolderkamer
mansvélomannenfiets
Mantsjen-voornaam: Armand
maowkontentontevreden
maowsmals
marcèllekenonderhemdje
Marja-voornaam: Maria
Marlewies-voornaam: Marie-Louise
marsjandeernverhandelen
marsjandiezegoederentrein
marsjanghandelaar
marsjangverkoper
martekokwajongen
massœurkloosterzuster
mastellekaneelbroodje
mastellepittig meisje
mastiekstopverf
mawgrédesondanks
mawgreepersé
medeeindstreep
medefinish
medeaankomstlijn
medekammentnmedicijn
medoaldeereteken
medoaldemedaille
meemet
mee-ieënntegelijkertijd (=meteen)
mee-ruizeamper
mee'n lank gatschoorvoetend
meedoenmeenemen
meedoen mee-ten iuëpmeeheulen
meedremeter (100 cm)
meegoanvolgen
meegoan ('t goa mê mee)meezitten (het zit me mee)
meegoandenbijhorende
meelbiuët [mailboot]ferry
meelibmplaybacken
meelwehoutworm
meemorregeheugen
meeneem Chineesafhaal Chinees
meeruizemoeizaam
meeschièërnmeegritsen
meesmuilegriener
meesonderzonder
meetadoordat
meetsjenlapvervangmeter
meetsjoebmmeenemen
meetsjoebmmeedraaien
meeuwfabriekemaalderij
meewmarsjangdierenvoederverkoper
mejd-apas op
mèjdnopzij gaan
mejdnuit de weg gaan
mejdn (mejt a nekieër)opschuiven (schuif eens op)
mejmointmei
mémé / meetsjenmeter
memnzeuren
memn / loezememntepels
menazjehuishouden
mennelandbouwweg
mennegatoprit
mennegoatkalend voorhoofd
mesjnedienstmeid
mesjnemeid
mesn-in-fersednbestek (eetgerei)
mesnatkletsnat
messannhinderen
messannderen
messeeucharistieviering
messemis (liturgies)
MetilleBentille
meuënlusten
meuënmogen
meukkevuistslag
MeulebekeMolenbeek
MeulestroadeMolenstraat
meulnemolen
meulnoaremeikever
meuntoestaan / toelaten
mewkmelk
mewkannemelkkan
mewkoemelkkoe
mewkstoejkruk
mewktijledovenetel
mewkvirknspeenvarken
mewkzonnewaterzon (gesluierde zon)
mieëmeeuw
mieëderen (vb nog ne mieëderen)ouder (vb nog een oudere broer)
mieëstereleraar
mieëstreonderwijzer (lagere school)
mieëzebakskenvogelhuisje
mieëzebaksken [mezebakske]nestkastje
miekadoorkijkplastiek
miekatsjenplastiekje
miekatsjenregenkapje
Miekie MoesMicky Mouse
Miele-voornaam: Emiel
mièndre (vb nog ne mièndren)jonger (vb nog een jonger broertje)
mienekenbontkraag
mienidnbeffen
mièrloaremerel
mièrsiebedankt
miesanpliewatergolf (kapsel)
Miesje-voornaam: Michel
miezeloanemispel
miezereellende
mijlenvermengen
mijlenmengen
mijlijassortiment
mijn dzjieletoch wel
mijn woarachtiginderdaad
mijn-dzjieleinderdaad
mijnderemuskusrat
Mijndere-voornaam: Romain
mijndzielewarempel
mijndzielijnswarempel
Mijntsjen-voornaam: Germaine
Mijwda-voornaam: Imelda
mikkekatapult
milékuverdorie
milisjièndienstplichtige
miniveeloplooifiets
mintieëkne`-` (liggend streepje)
misklabmvergissen (fout zeggen)
miskontentontevreden
mismieësterenverknoeien
misnmeersen
misnfalen
misndementeren
misnontbreken
misnvergissen
mispeuderenmisdoen
misrêënverkeerd rijden
missijvergissing
missijvergetelheid
misspreeknverspreken
mistfarremistlicht
misvowmiskraam
mitrajiddemitrailleur
miuër [moor]waterketel
miwtemilt
mjèrkelijkaanzienlijk
mjuëbeedn [muggebeten]borstjes
mjuërwaterketel
mjutsoarttakkenbos
moaknopmaken (bed)
moakn (da...)zorgen (dat...)
moaneklets (kaal)
moanekaal
moaneschijderebromvlieg
moarbelenknikkeren
moarbleknikker
moartmarkt
moart’is e vuile toartemaart roert zijn start
moatvriend
moddenachtvlinder
moedergots (alliëne)helemaal (alleen)
moederkeszawvespeeksel (op verwonding)
moederuiskraamafdeling
moeën [moeien]bemoeien
moegmoe
moen ('t moe nie)hoeven (het hoeft niet)
moerbezeframboos
moestasjsnor
moestetzijn (da…)indien
moezelenpletten
moinn (mointsjes)maden
mollepjuëthanddruk (een losse ~)
mollesalapaardebloem
molleslothangslot
molluresierlijst
mombakkesmasker
mombakkeslang gezicht (fig)
momentogenblik
Mon-voornaam: Raymond
monmeziekmondharmonica
monnementmonument
moorntmorgen
morreslijk
morrepjutsjennavel
mosbiehommel
most / mostnmocht / mochten
mostoartmosterd
mot (in de ... èn)gaten (in de ... hebben)
motsieklêddemotorfiets
MouwdegemMaldegem
mouwkontent [malcontent]misnoegd
mowbof (ziekte)
mowmol
mowgreeper-sé
mowsjansetegenslag
mowsjansetegenvaller
muftescheet
mugeetsjenmeiklokje
muiddedoel (voetbal)
muidevagina
muidedoelnet (voetbal goal)
muilntongzoenen
muilntrekkerszure bollen (snoep)
muilpièreoorveeg
muilpièrekaakslag
muilploaë [muilplaag]koortsblaasjes
muizestrontsjeshagelslag (beleg)
muiznowmuizengat
muizontwezel
muw (zand)los (zand)
muwdermolenaar
muziekmoatschappêëfanfare

N

nanu
naftebenzine
naftepompebenzinestation
naftepompetankstation
nageevnbeamen
nè!alsjeblieft!
nebeplooi (naaien)
nebeplooi
nebevouw
nebekreuk
nebe (nijbm)kneep (knijpen)
neefestnaast
neefestieën [nevenéén]naast
neegliezjentonzorgvuldig
neene9
neerinnetednmelocakes
nekieëreens
nerestuiknneerstorten
nesselsschoenstrikken
Nest-voornaam: Nestor
nestkluwen (nw)
nest (onzn nest)gezin (ons gezin)
neudnzeuren
neudnnippen
neudnzaniken
neusbieëstesnot
neusbieëstnneusprut
neuskencuberdon (snoep)
ni-ek, ni-eg, neej, ni-es, ni-em, ni-eg, ni-esneen
nie sot van zijnniet lusten
niebekwoameonbekwaam
niedepetiedehelemaal niets
niedepetiethelemaal niets
nieknakskenletterkoekje
niemendalle/nietsniemendalleniets
niemendallekenprul
nièstignaarstig
niettemindesondanks
nieuwjoar1 januari
nieveranstnergens
nieverstnienergens
nijbmknijpen
nijptaatrektang
nijptoaëkniptang
njuchtijnkochtend
njuëmerospeciaal iemand
njuërderkriekemorel
njurknorse
njuumeroonummer
noaëlespijker
noaërsaderen
noaëzien [nazien]checken
noaëzien [nazien]verifiëren
noaldekokkerelangpootmug
noalenagel
noar de kliuëdnnaar de haaien
noarbuidneeruit
noardiennadien
noardiendaarna
noarvowgesnaargelang
noarziencontroleren
noddemuscaat
noddekom (gewricht)
nodde (uit de nodde schiedn)kom (uit de kom raken)
noegabownnoppes
noenemiddag
noeneednmiddagmaal
noeneednemiddagmaal
noensschuin
noildenaald
nondedommeverdorie
nonkeleoom
nonnebiwnmarshmallows
nooinienooit
nu(n) (m) / u(n) (v/o) (* zie opmerkingen m/v/o)een (lidwoord)

O

oabenoddepinda
OaëgemAdegem
oaëre (... of iemant)ouder (... dan iemand)
oakkelenstotteren
oakstereekster
oaktepuiblommepinksterbloem
oames (van hakmes)bijl
oanebillekniestoot
oanschiednaankleden
oardegoartrare
oardigraar
oarmetierigarmoedig
oasmeadem
oasmenademen
oastemblieftamaai
oastigoartongeduldige
oaverechsomgekeerd
obêwntelefoneren
obieënzedn [opeenzetten]stapelen
objuën [ophogen]aanaarden
oblènknoppoetsen
obloaznopzwellen
obme / ommeopen
obusgranaat
oe-keu-ta-nahoe kan dat nu
oegenoamtvolstrekt
oela-oephoepel
oenderbochtkippenren
oenderdroad / kiekndroadkippengaas
oenderkotkippenhok
oendrekip
oeresjansemeevaller
oeresjansegeluk
oestoogst
oestnkuchen
oestsjenkuchje
ofdan (in een vergelijking)
oftewewofwel
oftsoemoezijndatenzij
oftwewtenzij
ofwamisschien (opmerkingen*)
oilegiednbemesten
oilputbeerput
ok, osge, osté/osse, omme, ooë, onzeof (vb: vragen of...)
okkoizekeuze
okkoizegelegenheid
okoizetweedehands
oksteriuëlikdoorn
OlantNederland
oléolie
oliedotsoliebol
om toerom beurt
omdeliefdegotsalsjeblieft (smekend)
omindewereeventjes
omindewerevlug
omindewereblitsbezoek
omklieënontkleden
ommeomweg
ommedroaënomkeren
ommeduuruiteindelijk
ommegankrondgang
ommekibmomvallen
ommekibmomgooien
ommekieërnrechtsomkeren
ommekieërnomkeren
ommekieërnomdraaien
ommekjieërnomdraaien
ommepleuënomvouwen
ommepleuënombuigen
ommersimmers
ommesloanverzwikken
ommesloankapseizen
ommesloanveranderen (weer)
ommesloanveranderen (weersomstandigheden)
ommetommeomgekeerd
ommetommeondersteboven
ommetommeom-en-om
ommetommesloanomvallen
omniumall-riskverzekering
omoalijë [omhaling]geldinzameling
omplofnontploffen
omsteeknaansteken (vuur)
omtaaënonthouden
omtoerbeurtelings
omtrentrondom
omtrentongeveer
onafgezien (van)afgezien (van)
onafgezien vanongeacht
onafgezien vanbehalve
onder de boaneonderweg
onderbroeksrekkerebandelastiek
onderduimsachterbaks
onderduimsgeniepig
onderdvinnervaren
onderschiednschudden (speelkaarten)
ondervinnervaren
ongeboakkertongeremd
ongemakkelijkonwel
ontgeevnvergeten zijn
op 't gerechtbij justitie
op de kopexact
op den botsonaangekondigd
op een rapkengehaast
op kloarljuchtn dagoverdag
op marroddeop weg
op zijn zondagsop zijn paasbest
op-verploatsijëheenmatch
op't gemakgezapig
oparluirluidspreker
opdenlangenduuruiteindelijk
opdoenbetrappen (ziekte)
opdoenverkwisten
opdoenkrijgen (v / e verkoudheid)
opdroaënopwinden (klok)
opêrnieuwopnieuw
opgedriuëgt [opgedroogd]geronnen (bloed)
opgeevnkandidaatstellen
opgeklieëtaangekleed (chique)
opgeklieëtuitgedost
opgoanbeginnen (kaartspel)
opkodderenopjagen
opkomnkandidaat stellen
opkort moaknhaasten
opkort moaknopschieten
opkortnhaasten
opkroammwegwezen
opkroamnopruimen
opkuisnschoonmaken
opleën (opgelejt) [opleggen]bedriegen (bedrogen)
oplegtoeslag
oplieënopleiden
oplieënaanleren
oplijën [oplengen]aanlengen
opliuëbmkrijgen (v / e besmetting)
opliuëbnbesmet raken
opmoaknstoken (ruzie)
opnekieëropeens
oproabmbetrappen (ziekte)
opsliuëvnopstropen
opsliuëvnoprollen (mouwen)
opsmijdnoprispen
opsmijdntossen
opsolferenopdringen
opsowferenopzadelen (belasten)
opsowferenopdringen
opspewnopsteken (haar)
optepuikikker
opvangonthaal (kinderonthaal)
opzedn (slecht opzedn)beginnen (slecht beginnen)
opzêjtszijwaards
opzichtretoezichter
orajen tsjoepverkeerskegel
ortangsnhortensia
os, ok, osge, osté, osse, omme, oo, onzeindien
os, ok, osge, osté, osse, omme, ooë, onzeals (indien)
ospitoalziekenhuis
ostis-daals
otkolonjeeau de toilette
otosstopdoenliften
otseklotsnheen-en-weer schudden
ottoplaknummerplaat
ottoschokkereautoscooter
overandereom beurt
overanstom beurt
overdachtsondoordacht
overendeoverhoop
overendehemd
overieënkomste [overeenkomst]gelijkenis
overloastonlangs
overoeksdiagonaal
overschrikkelenoverslaan
oversloabmverslapen
overtreknbewolken
overzetferry
overzetbjuëtferry
ovièërdigtrots
ovièërdig [oveerdig]fier
owaars
owal
ow gelijkom het even
ow!halt!
owgelijktoch
owgelijkimmers
owgintrealdaar
owmeenekieëropeens
owmeenekieërineens
owmenakkalender
owmnakagenda
owmnakkalender
owpralienesuppositoire
owpralienezetpil
owvangzeleevneooit
owvelijnbijna
owvelijnsongeveer
owverweehalfweg
owviuërne [alvoren]vooraan
owzeleevnealtijd
oxoboter-kaas-eieren (spel)

P

pabbegojpapegaai
paddeslothangslot
pafnroken (sigaretten)
paggadredreumes
pajoopauw
pakkn (gepakt)aanhouden (aangehouden)
paknnemen
paknontvangen (radiosignaal)
pakn ('t pak-mê)ontroeren (het ontroert mij)
palatijnpelskraag
pampelmoespompelmoes
pandoerijzware slag
pandoerijëpak slaag
panneautopech
panne (pann-nen)ribfluweel (ribfluwelen)
pansementverband (ehbo)
pansjenoatkostschool
pansjoenpensioen
pantemienescène
pantomienescene
papoavrepaprika
papscholekleuterschool
paptoaflebehangtafel
paraplu (stoan)scheef (staan)
pardesuoverjas
parkbabybox
parlaffeperceel
parlafteperceel
parlefonparlofoon
parrepluregenscherm
parrepluparaplu
parreplusasjeajuinsaus
parrevankamerscherm
pasjensegeduld
paspartoeloper (sleutel)
pasportidentiteitskaart
passagevolk
passede (weke)vorige (week)
passeede joarvorig jaar
passevietdraaizeef
pasterslebbekwezel
pasterslebbepastoorhulp
pastrepastoor
patstoep
Pat-voornaam: Patrick
patat (een ... op geevn)lap (een ... op geven)
patee-luus (*opmerking)paté-du-chef
pattie-patatabla-bla-bla
pawmebuxus
pawmjeepalmboom
pedallowaterfiets
peekeloarènkrolmops
peenonkruid
peernklagen
peernzeuren
peesjeperzik
Peet-voornaam: Pieter
peetsenlapvervangpeter
peirdekoddepaardestaart
pejnsnstropen
pekeltevekreng
pellekesroos (haar)
pelotonploeg (team: krulbol)
pengsjoaërestroper
pennemeszakmes
pennestokpenhouder
pensebuik
pensionoatinternaat
pépé / peetsjenpeter
perezeurder
pere-boeboejammeraar
perforsepersé
periekelsmoeilijkheden
perkontroareintegendeel
permanênsjewachtdienst
permiessetoestemming
persellepeterselie
persínnrolluiken
pertannochtans
pertigstijlvol
petarvoetzoeker
petatmep
petiederugklein
petiekelehuisraad
petiekkeleinboedel
petoaddereaardappel
petoaderblommeaardappelzetmeel
pétrowpetroleum
peuderenpoken (in iets)
peuderijslaag
peutsjenhandvol
peutsjenlabmlichten (doen vallen)
peuzelenknagen
pèwoarbadjas
pezeweveregierigaard
pezeweveremuggenzifter
pezndenken
piebedollekenspitsmuis
piebmloeren
piedekoddepenisje (kind)
pièëreschok (elektriciteit)
pieketstakerspost
piekuupplatendraaien
pielezaklamp
pielebatterij
piep !kiekeboe !
piepdowspitsmuis
piepekun-duikverstoppertje
pièrdeniuuspiegelei
pièrdesurkelepaardenzuring
pièrdevoet [paardevoet]horrelvoet
pièrdewachterkenkwikstaartje
Piere-voornaam: Pierre
piere-boeboewenekindje
pièremande [peremand]aardappelmand
piereverdrietsluik haar
pierewietpenis
pièrkengloeilamp
pierusparkiet
pierusgrasparkiet
piesienepisbak
piestoncylinder
pietleuderigpietluttig
pietreijpoutrelle
pietrèw [pietrel]draagbalk
pietsakgelukzak
pietsnuitknijpen
piettelèrhabijt
piezapizza
piezekoanepenis
piezemapyjama
pijagewolkammerij (vroegere fabriek in Eeklo)
pijkkesschoppen (kaartspel)
pijl (preë)preistengel
pijpandzjuuntsjeslente-uitjes
pikkezeis
pikkezeis (korte)
pikkelefietsstandaard
pikkelenhinken
pikkelsledematen
pikn (groan pikn)oogsten (van graan)
pinzuurpruim
pinkerwimper
pinkluchtrichtingaanwijzer
pinknknipperen
pinknknipogen
pinnemutsepuntmuts
pintoaneparelhoen
piossehouweel
pipograppenmaker
pisblokskengeursteentje
pisnplassen
pispjuëdn [pispoten]x-benen
pispotnachtemmer
pissebjuënnstaakbonen
pisseblommepaardenbloem
pistonzuiger (mechaniek)
pitonnedrinkbus
pjèërdesalapaardenbloem
pjèrdemieëstere [paardemeester]dierenarts
pjèrkenlampje
pjèrtotoaltotaalverlies
pjièërls (mijn pjièërls)parelsnoer (mijn parelsnoer)
pjièrdenbriwoogkleppen
pjirrepeer
pjutkuil
plaschotel
pladde zeuplatte schuurborstel
pladdekoaskwark
pladijsschol (vis)
pladnkoiskwark
plakkrediet
plakpoef (tegoed)
plakachterstallen
plakschuld
plakindekoeienvlaai
plakkerestukadoor
plakkerestucadoor
plakknkleven
plakknlijmen
plakknapplaudiseren
plakknröntgenfotos
plakkoatverkeersbord
plaknröntgenfoto's
plaknapplaudiseren
plakoastrevlek
plansjeeplankgas
plansjeeplankenvloer
plansjeedansvloer
plastiekvirweacrylverf
plastronstropdas
plat (pladn band / pladde sjiekke)lek (lekke band)
platootandwiel (fiets)
platsakberooid
platsakblut
plattineescontactpunten
platzakberooid
Plechtige KommuneHeilige Communie
plekkevlek
Plên ('t Griuët Plên)Plein
pletsekopkaal
pletsekopkletskop
pletsnplonsen
pleuënzwichten
pleuënplooien
pleuëntoegeven
pleuënbuigen
pleujvélovouwfiets
pleunvouwen
plietsepletseblootsvoets
pliseerokplooirok
ploadelp (elpee)
ploadeplasijs
ploaë [plaag]infectieziekte
ploasteregips
ploasterensmossen
ploastregipsverband
ploidepladijs
plombagetandvulling
plombeerseletandvulling
plonzekering
plonzjeurdompelaar
ploveretrui
pluchkenpluisje
pluimeveer (veder)
plukkemuwbrokstukken
plukkemuw (in plukkemuw)duigen (in duigen)
plumopluimborstel
pluuskespluisjes
pluuznpluizen
poalleebelesoeplepel
poar / ongpoareven / oneven
poasblommenarcis
poasblomnpaaslelies
poaslelienarcis
pobbekassepoppentheater
pobbemiekenschattig meisje
poddekariehuisraad
poddènkbroodpudding
podderehomo
poebeloeredronken
poebeloerestomdronken
poebmneuken
poeërepoeder
poeëretalk(poeder)
poeldehen
poelènbeschermeling
poeprievednpopnagels
poepsnoepzetpil
poepsuikerebillenkoek
poepsuikkerepoepslaag
poerfut
poerbuskruit
poerkesklappertjes (speelgoedgeweer)
poesèddekinderwagen
poezebontsjaal
poipaal
pointeernafvinken
pointeernprikken (prikklok)
polliernpolijsten
pompafbekaf
pompedikkevol (gegeten)
pompierbrandweerman
pompiersbrandweer
pompstieën [pompsteen]gootsteen
ponkspaarpot
PopuiPopey
portatiefkenradio (draagbaar op batterijen)
portbagazjebagagedrager (auto)
portefoeldeportefeuille
portefoeldezakbinnenzak
portemienevulpotlood
portepluumvulpen
portjèreautodeur
posseetsjenportie
postradiozender
posttelevisiekanaal
postzender (tv of radio)
postpostkantoor
postsjek(reeknij)giro(rekening)
postsjenambt
posturegestalte
postuurkenbeeldje (porselein)
potredntrekkerefototoestel
potredntrekkerefotograaf
potse / alpainalpinomuts
pottekarierommel
potverdjimmelijënpotverdorie
powderbizonlomperik
powmtakskenbuxustakje
PownPolen
poziese (in poziese zijn)zwanger (zwanger zijn)
praktizeernpiekeren
praktizeernuitoefenen
préloon
preddepretentieuze (vr)
preezakgeld
prêëprei
preesalaris
preeknprediken
preezanteernvoorstellen
prêjtoartequiche
prentsjesboekstripverhaal
presentaanwezig
presjiondrukknop
prétêjnsjeeigendunk
preudevagina
preudelekkerkenpekinees (hond)
priempremie
priemebreinaald
prietproatzever
prietproatonzin
priezestekker
priezestopkontakt
prijs ènpech hebben
prijskampwedstrijd
prinsekoekechoco-prince
prjuts (klèën prjuts)kleine jongen
prjutsboelgepruts
prjutsnknoeien
prjutsrenietsnut
proboasjeprobeersel
proboasjepoging
proboisseproeftijd
procheparochie
profijdigzuinig
profijdugvoordelig
pronnestiekprognose
pronnestiekvoorspelling (kansspel)
prontparmantig
prontfier
prosesseprocessie
prosnmorsen
proviènseprovincie
pruimepruim
pruukepruik
puikikker
puibepijp
puibetoebakpijptabak
puibezakskenborstzakje
puistsjesjeugdbrand
pupiederelessenaar
purzjeerkrointsjenontluchtingskraantje
purzjeernontluchten
putsiuuftkikkervisje
puuzelstjikpuzzelstuk

R

raanrijden
rabbeghetsnelheid
rabbeleernherinneren
raddepobbelierratelpopulier
raddepobbelieresp
raizonredenering
rakanjakratelsleutel
rakkortussenstuk
rakoersieshort cut
rammasseernbijeenrapen
rankednvernielen
rapgewegsnel
reboarbelerabarber
rechtafronduit
rechtindeurerechtuit
rechtindeurevogelvlucht
rechtoovretegenover
rédekuulboodschappentas
reeënvloaë [regenvlaag]regenbui
reejdertwix
reeklameernbezwaar maken
reeklamoasjeklacht
reeknijrekening
reeknijkasticket
reeksetv-serie
reelateurhangklok (met slinger)
reeleliniaal
reelsmaandstonden
reeneregen
reenenregenen
reengodderegenpijp
reepriemandeberisping
reesum / reesmereeks
reeziemdiëet
reeziesseurregisseur
rèjonwinkelrek
rèjonafdeling
rêjtaksverkeersbelasting
rêjuisrijtjeshuis
rekkereelastiek
réklammebloarnreklamedrukwerk
rekommandeeaangetekend
rekommandeernaanbevelen
rekuupinhaalverlof
relaksligzetel
remiezeafdak
rensvetrundsvet
rensvlieësrundsvlees
repliekeernantwoorden
repoopauze
réprimandeterechtwijzing
rèsrijst
rèsoluutvastberaden
résorspringveer
résorveer (mechanisch)
résorbakbedbodem
retaarvertraging
retenustrafstudie
reudelenrammelen
reudelentegenspreken
reudelenratelen
reudnzaniken
reudnratelen
rezeneernredeneren
rezze-rezzeeffen (gelijk)
ribbereernherstellen
riebedebieweg (ervandoor)
riedepetieweg (verdwenen)
rieëpstrook
rieëpspanband
riekwoadereeau-de-cologne
riekwoadereeau de toilette
riemleiband
riemramrompslomp
riësemreeks
rièsmrupsen
rièsperups
Riesse-voornaam: Maurice
rièwkenprofieltje (metaal)
riffezeernweigeren
rijmmrijpen (licht vriezen)
rijnzantrivierzand
RiuëmeVatikaanstad
riuëstrebagagedrager (fiets)
riuëtsele [roodsel]jodiumtinctuur
riw/riwsrail / rails
riwdetenger
rjèëafrijglat
rjiuëkjulerodekool
rjuuëluchtnverkeerslichten
roabmrapen (werkwoord)
roakehark
roakkelenharken
rochelenfluimen
rodde / rotsjenrij / rijtje
roddekodnstoeiend wanorde maken
rodeerninrijden
rodeerninlopen
rodekodnrommelen
roegarde (keukengerei)
roebereadamsappel
roedespoorweg
roefelenrommelen
roefelenrondsnuffelen
roefelenzoeken (snuffelen)
roeiken (gordijnroeiken)roede (gordijnroede)
roestienekenbandenpleister
ronde (in 't ... )omgeving (in de ... )
rondliuëberestraatventer
ronenbriuëtroggebrood
ronpuntrotonde
rontiënn [rondtenen]rondlopen
rontljèën [rondliggen]rondslingeren
rontsjokkelenronddwalen
roorogge
rosaskontgaatje
rosasaars
rotsjenschuivnaanschuiven
rozasseroset
rozenoetsjenrozenkrans
rozijnnkrenten
ruddearm
ruidevenster
ruiëzeruzie
ruivnruien
RuslandSovjet Unie
Ruuf-voornaam: Ruffy

S

safarlimonade
sakkerdekesapperlootjes
sakkerdékeverdorie
sakkerenmopperen
salasla
salomogasfakkel (lassen)
salomosnijbrander
salomoroofingbrander
sandriejeeasbak
santeboetiekinboedel
santeboetiekhuisraad
santeedoenklinken
sanzeniekéénrichtingsverkeer
sappabbeventiel
Sar-voornaam: Richard
sassluis
sasjesaus
sasjepannesauteuse
savaOK
savadnpantoffels
saveuësavooikool
saveujkiuëlesavooi
schaaschoorsteen
schabaëlijkvreselijk
schabbelierkenhangertje (halsketting)
schabbernakkraag
schabbernaknekvel
schachteerstejaars
schajbang
schajteangst
schammeteurgoochelaar
schamoteerntoetakelen
schampavieweg
schaplegplank
schapwinkelrek
scharduinsprot (vis)
scharteschram
schartnkrabben
schartongskensliptongetje
schatbewoardrepenningmeester
scheebereherdershond
scheedescheet
scheefpoebereontrouwe (in relatie)
scheejdeksel
scheejken (bierscheejken)kroonkurk
schêën (schêjdege, gesschêjt)ketsen (platte kei op water laten stuiteren)
schèën [scheien]keilen (platte steen over 't water)
scheewkijkknloensen
schelleschil
schelle / schellekenplak / plakje
schendnbeschadigen
schenescheenbeen
schennbeschadigen
schentevejtnbeschadigen
schenteventnschade toebrengen
schèresliepmessenslijper (beroep)
scheudehelling / verval (afvoer)
scheudegroeisprong
scheudighappig
scheuënbedelen
scheuënschooien
scheuërebedelaar
schewnschillen
schewpeschaal / schelp
schewpedop (van vrucht)
schewpeireweednsluimererwten
schewpièreweededoperwt
schiednkiemen
schieëfsloanstelen
schieëfsloanachteroverdrukken
schieëfsloan [scheefslaan]achteroverdrukken
schieënscheiden
schieëvestreebe`/` (slash)
schièrlewiepdwars (zitten)
schièrlingsrakelings
schièrperepotloodslijper
schietgewièëregeweer
schietspoeleappelflap
schijdediaree
schijderêë [schijterij]diaree
schijdezotsmoorverliefd
schijnglans
schijnèllig [schijnheilig]hypocriet
schijtlièëzebangerik
schirlewiepschrijlings
schisscheermes
schiuë-vloms [schoon Vlaams]aN (algemeen Nederlands)
schiuëne van verre, verre van schiuënelelijk (eufemistisch)
schjèresliepscharenslijper
schjèrvelijënscherven
schjièrlewiepruitershouding
schjubmtrappen (schoppen)
schoschade
schoschaduw
schoaschaduw
schoabnbokram
schoavelijnschaafsel
schoddelsvaat
schoddelsafwas
schoddelvoddevaatdoek
schodeluiskeuken
schoebnstelen
schoeflenspelen (deugnieterij)
schoenblènkschoensmeer
schoenstrekveter
schoentrekkereschoenenlepel
schoflade
schof / schoftejtlunchpauze
schofzaklunchtas
scholierleerling
schopswejkenschapenweide
schorsneeuwnschorseneren
schorsnieëwe / schorsnieënschorseneer / schorseneren
schowbuusleerlingenvervoer
schowèngsbewijskeuringsbewijs
schowijautokeuring
schowziekte [schoolziekte]schijnziekte
schranznafwisselen
schreebmschrapen
schreemnhuilen
schrieëmnwenen
schroepgulzigaard
schronze (schronzn)kras (krassen)
schruiëln [schruilen]gillen
schubmschoppen
schuifeldinkfluitje
schuifelenfluiten
schuiftrompetschuiftrombone
schuimereprofiteur
schuingsmarseerdreontrouwe
schuuënnageboorte (dier)
seddebreiwol
seeketjèrsecretaris
Sees-klimopOnze-Lieve-Heer Hemelvaart
seffeszometeen
sékretèrsecretaris
sekuurprecies
seldesoesoda
sendikoatvakbond
sens (ne ...)zakgeld (wat ...)
Sent-BammesSint-Juttemis
SenteSint-Laureins
sentreerntailleren (kledij)
senturebroeksriem
senzngeld
sergeantspanvijs
serieusernstig
servolanvlieger
serzjantlijmklem
sescijns
sèsainderdaad
sesses (de ...)stuipen (de ...)
setoevooral
seudetrut
sewderêëselder
sexfiwmepornofilm
sgentwieënbeiden
shajbevreesd
shaj zijnvrezen
siedekerresidecar
siedowkoperpoets
siefonafvoer
siekepietsnars
sieklokrosveldrijden
siemielieleerkunstleer
sièndikeevakbondsafgevaardigde
sienemabioscoop
sierazjeboenwas
sierkcircus
sierobbestroop
Sies(e)-voornaam: Francis
SiesklimopHemelvaart
sietjèrneopslagtank
siezelotsjenlispelen
sigarrebakskensigarenkistje
sijnksnpinksteren
sijntureautogordel
sikannehaarspeldbocht
sikateursnoeischaar
sireernboenen
siwdreeselder
sjabbelurepaneermeel
sjambransdeurlijsten
sjampiddereveldwachter
sjansesucces
sjansoartgelukzak
sjarzebuizeuitlaat
sjasndoorspoelen (wc)
sjatoo-de-la-poompepompwater (om te drinken)
sjèrvelasalami
sjiekaneernvitten
sjiekenbakkauwgomballenautomaat
sjieketoebakpruimtabak
sjiekkekauwgom
sjikaneernzaniken
sjirreserre
sjirreplantsjentenger (iemand)
sjisjimadamkakmadam
sjoarlewietgozer
sjoekroetzuurkool
sjoklaspekchokotoff
sjoklastrontsjeshagelslag
sjokloavjêntchocoladefiguur (vb sinterklaas, paashaas)
sjowsjaal
sjowbieësteaansteller
skabreusgewaagd
skajkunstleer
skoetsscouts
skrebieldnas (versteende as)
slachtereslager
slagveldweg
slagval (om ongedierte te vangen)
slaplenig
sledeslijtage
sleepfoetsshoorvoetend
slekkevetheel erg dik
slekkevetobees
slènksonbetrouwbaar
SlenneSleidinge
slentevejntnslenteren
sletsnpantoffels
sleuderaëresleutelhanger
sleudresleutel
slierboaneschuifaf
slierboaneijsbaan
slierboaneglijpad
slierngijden
slietafscheiding
slijmbawmooiprater
sloabere [slaper]kilgoot
sloabijlogement
slonzeonverzorgde vrouw
slonzighaveloos
slonzigonverzorgd
slonzigoartonverzorgde
smedestreken (fratsen)
smeknsmakken
smessesmidse
smetsmid
smièrijonderhoud (auto)
smièrpjut [smeerput]inspectieput
smièrputonderhoudsput
smièrselesmeer
smijdnwerpen
smijdngooien
smirpatteecrèmepaté
smjuërmist
smoefelenverorberen
smoefelenschrokken
smokkelenmotregenen
smuisterenprakken
smuisterenpletten (aardappelen)
snakknsnauwen
sneënsnijden
sneukeldereësnoepgoed
sneukelensnoepen
snewknap
snewkokkeresnelkookpan
snieesneeuw
snieëstoring (tv)
snieeventsneeuwman
sniëvejntsneeuwpop
snikhik
snikkelèënsnippers
snikkelijënsnippers
snit-in-noatnaaicursus
snjeeklobberegarde (keukenaccessoire)
snoare (wjust)lengte (worst)
snoddebellesnot
snoddebelleneusslijm
snoddekissesnot
snokelektriciteit
snokschok (elektriciteit)
snokdroadschrikdraad
snokknrukken
snokkn (m) / vijren (v)masturberen
snotneuzekind
snotvalijverkoudheid
snuisterensnoepen
snuisterenrondsnuffelen
snuitpasslangwaterpas
soarzedeken, beddeken
sobietonmiddellijk
sobietstraks
sodoadekoekescheepsbeschuit
soebesoep
soepblokskenbouillonblokje
soeptaliuërrediep bord
soeseclair (gebakje)
soesjkenafscheurstrookje
sokèlampfitting
sole-miowollen deken
sollementnfundering
soluuserubberlijm
sommigstesommige
sossocialist
sowdnuitverkoop
sowfèzjenotenleer
spanneerokstrakke rok
spanriemspanband
spêddelijnk / spêddelijënspat / spatten
speddnspatten (ww)
speekloassekoekskenspeculoosje
speelijëmarge
speeltejtspeelkwartier
speeuwtuinspeeltuin
speewveuëlespeelvogel
spekeleerngissen
spekeloasekoekskenspeculoos
spekkediuëzesnoeptrommel
spekkewijnklesnoepwinkel
speknsnoep
speksplenternieuwsplinternieuw
spélijëmarge
spelle / spewnspeld / spelden
sperreden
sperre (spêrn)den (dennen)
sperrebosdennenbos
spésjoalbijzonder
spewspeling
spewruzie
spewgeslachtsdeel
spiewig
spieëdeinjectie
spieëdetuinslang
spieëdevaccinatie
spieëkkespaak
spieëkselespuug
spiëet [spuit]bruis
spiëgelen (g zoals garçon)spugen
spiekerinneomroepster (tv)
spiekerinnetv-omroepster
spiekèspankraaknet
spieluidemagere
spieluidebiënnstokbenen
spiëtwoaderebruiswater
spijdigjammer
spikkelsspatten (nw)
spinoazespinazie
spjiëkelbakspuugbak
spjudnspitten
spjurtladdertrede
splentresplinter
spoandersplinter
spoandershoutsnippers
spoarboekskenspaarrekening
spoarkassespaarbank
spoarkassebank
spoarpotkont (bouwvakkers)
spoe-enovergeven
spoe-enkotsen
spoeëndebeujkotsbeu
spoelijlavement
spoewnspoelen
SpoinSpanje
sponse (sponsen)badstof (textiel)
sprêënspreiden
sprieëbedsprei
sprieëspreeuw
sprietgulp
sprietbroekrits
sprietsèwzoutzuur
sproeredouchekop
spurreruzie
staaskeskorte sokken
staketselesteiger
stambeeltstandbeeld
stampvowpropvol
standestandpijp
stangfastigvoortdurend
stebmstikken (naaien)
stebmnaaien (machinaal)
steegmoeizaam
steegstug
steegstroef
steekkelboardstoppelbaard
steekkelvièrkneegel
steekkerrestootkar
steekknprikken
steeknrooien (aardappelen)
steeknduwen
steewstengel
steksteek (van insekt)
stekefietsversnelling
stekedonkerepikdonker
stekelbeezekruisbes
stekkediuëskenluciferdoosje
stekkediuëzesimca 1000
stekngprikken
stekngenten
stekskenlucifer
stekskesoarpiekhaar
stènkpateeszweetvoeten
stereliseerbokoalweckpot
sterreljuchtsterrenhemel
steursnors
stiebelzatstomdronken
stieëndiuëdmorsdood
stieënrijkestinkend rijk
stielberoep
stielmanvakman
stielobalpen
stiën [steen]pit (van steenvrucht)
stièrtstaart
stièrtebeentsjenstuitbeen
stijnkpatteeszweetvoeten
stijwpaal
stijwpaaltje
stinkersafrikaantjes (bloem)
stirfputzinkput
stirfputteerput
stjieënseradde [steense rat]cavia
stjurtvuilnisbelt
stoaëtsboaënerijksweg
stoakepaal
stoasjestation
stoasjeetage
stoasjeverdiep
StoassestroadeStationsstraat
stoat op goanvertrouwen
stoat op moakn / stoat op goanop rekenen
stoatjeestraatloper
stoatschollegemeenschapsschool
stoebetoarteappelflap
stoeferkenpochet
stoeigewt [stoelgeld]kerkgeld
stofataanmaakhout
stom (da's ...)jammer (dat is ...)
Stonne-voornaam: Gaston
stoofbuizekachelpijp
stopsledop (stop)
storsegaasgordijn
stortbatdouche
stortijoverschrijving
stortnoverschrijven (overmaken)
stortnovermaken (geld)
stovekachel
stovereëstoofvlees
stowstal
strafpikant
straf-uitdeeuwnstraffen
streebmlijnen
strekstrik
streuënstrooien
streutsjendrinkrietje
strieuwn [strelen]aaien
strijkijzerecitroên DS
striuëblommgedroogde bloemen
striuëbn [stropen]villen
striuëboalestrozak (soort matras)
striuëtstro
stroalsteek (van wesp)
stroalbiewesp
stroatdwejstraatloper
stroatjeestraathond
stroatjesvowkmarginalen
stroatsjesvowkuitschot
stroatvoaëreborstel (harde borstel)
stroatzêjstraatloper
strobbelenstruikelen
strobbelswortels (van bomen)
strobbewsstoppels (veld)
stroblenstruikelen
stromijnevergiet
strontverliëtspuugzat
struispotig
struisstevig
struissterk
struismollig
stude / stuudnboterham / boterhammen
studejoarschooljaar
studejoarleerjaar
stuibmbukken
stuikknthuiskomen (duiven)
sturmenonweren
sturmengeparfumeerd rieken
suiker in zieëmwittebroodsweken
suikerêëcichorei
suikerkandijskandijsuiker
suikerkenkroonsteen
suikertantmelktand
suikerwoafleLuikse wafel
suikkereëcichorei
suikkereërsdoopsuiker
suikkereërssuikerbonen
suikkerkandijskandijsuiker
suikkertanteerftante
superstiessebijgeloof
suutjiènbh
swiedetrouwstoet
swiederesweater
swieskerkbaljuw
swoareeklieëtbaljurk
swoinjeernverzorgen
sürplüsbonus

T

taaëntigtachtig
taantigtachtig
taboardslaapkleed
taks / taksnbelasting / belastingen
tallegiuëletotaal
talljuëre [taloor]bord
tallongshakken (schoenen)
tallonshakken
tallühelling
tamboertrommelrem
tamtamophef
tandan
tanderachteredaarna
tandngebit
tansdan
tantelafeirnsgedoe
tantiesttandarts
tapieplênkamerbreed tapijt
tarmaklandingsbaan / startbaan
tassekop
tbladsjenparochieblad
te kandjieële goantekeergaan
te kandjieële goanaanvallen
te lijke goancondoléancebezoek
te midntin het midden
te-betraanbetrouwbaar
tebinn schiednherinneren
teddehoofd (schedel)
teddergatkletskous
tednborsten (vr)
teeëndenoavntvooravond
teefatejtsoms
teekpier (aardworm)
teekregenworm
teekedelewaterketel
teekedelemoor
teemustijm
teentegen
teen de wijzers integenwijzerzin
teenadresafzender
teenetegen
teenedichtbij
teensloantegenzitten
teensteekntegenvallen
teensteekn [tegensteken]vervelen
têërninsmeren met bitumen
tefrenteverschillende
tefrenteverscheidene
tegoaresamen
tejijbericht
tékedelemoor (fluitketel)
teleferiekkabelbaan
telefonkotsjentelefooncel
televiezetv
temberepostzegel
temmermantimmerman
temmermanschrijnwerker
temperebindmiddel (voor saus)
temperenindikken (saus)
ten offer goanoffergang (offerande)
tenanderentrouwens
tendoettochniet
tènkeonvriendelijke (vr)
tènkn (tènk-me)dunken (me dunkt)
tenoaste joarvolgende jaar
tenoastekieërvolgende keer
terlenkapolyesterweefsel (vrij goedkoop)
terrepapierroofing
terttrede
tert-afafstap (trede)
tert-opopstap
tertntrappen
tertntrappers (van een fiets)
tertntrappen (fiets)
tertn / tertersfietspedalen
tertreontrouwe (in relatie)
tertsjesvoetsteunen (fiets)
teudefopspeen
teudekatapult
teudeflessenhals
teudetuit (van thee- of koffiekan)
teudecatapult
teudepruillip
teuttipsy
teweebijna
tewntellen
tewoaretenzij
texasbroekspijkerbroek
texasbroekjeansbroek
tfieërtigveertig
tfijftigvijftig
tgemaktoilet
tgloazenstroatsjenhoerenwijk
tieële [teile]bord
tieënstenen
tièëreuitgaven
tiek (nerveu)zenuwtrek
tiëkndoenwenken
tiëknschooleacademie
tiene10
tiënsnprikkelen
tièreuitgave
tièrijtuberculose
tiezjestaaf
tijlebrandnetel
tinsenpolsen, aftasten
tipzakpuntzak
tiridderits
tiuëbe (tope)bijeen
tiuëfejnthoofdeind
tiuëletafelkleed
tiuëverekse [toverheks]tovenares
tiuëveroare [toveraar]tovenaar
tiusndeureondertussen
tjèërlink [teerlink]dobbelsteen
tjèraarding
tjinsnproberen achterhalen
tjuêbefronznsamenplooien (slordig)
tjuëgzwirrebierbuik
tjusn-de-twieëmiddelmatig
tjuubesamen
tmuziekfanfare
tneentignegentig
toaderenbabbelen
toaknaanraken
toaknraken
toarteblektaartvorm
toarteblekbakvorm
toarteblektaartenvorm
toataardappel
toawventdeuremiddendoor
toddekus
todnkussen
todnzoenen
toegesloten
toedicht (gesloten)
toe (onzent)bij (ons thuis)
toe-antot aan
toebaktabak
toedoensluiten
toekomnrondkomen
toeloadijtoestemming
toendertêjtdestijds
toepéeigendunk
toepeepretentie
toepeerncreperen (haar)
toerbeurt
toernaviesschroevendraaier
toesmijdndichtgooien
toespelleveiligheidsspeld
toestampndichtstampen
toestampnaanstampen
toestuikknbinnenvallen
toestuiknaankomen
toet / tendoettochwel
toet / toetoetzeker (toch wel)
toevlieëndichtwaaien
tomblatombola
tootong
tooëntongzoenen
toptol (speeltuig)
Torken-voornaam: Victor
torpedoterugtraprem
totantot
toteentot bij
trafiekverkeer
trafiekdrukte
trajklieëdtrouwjurk
trakplankenkoorts
tralalakapsones
trammelantgedoe
traoërs [trouwers]bruidspaar
trapoovlag
travièroverweg
travoowerk (zwaar werk)
trawieëletruweel
trèbelenijsberen
treetssmarties
treflijkdegelijk
trekgoattochtgat
trekijzeremagneet
trekkntochten
trekknfotograferen
treknplukken
treknvervangingsloon krijgen
trekn (op)gelijken (op)
trekn (op)lijken (op)
trekteerntrakteren
trènijnktrainingspak
treudetrut
treudnkniezen
treutrestje
tribunoalgerechtshof
tridderenplagen
tridderenjennen
tridderentreiteren
triebunoilrechtbank
triepoteurbakfiets
Triesse, Truus-voornaam: Patricia
triestessedroefheid
Trijs-voornaam: Beatrice
trjuntntreuzelen
trjuntnzaniken
trjustros
trjusflosh (kermis)
troaldetralie
troefslaag
TroënengoetDrongengoed
troepleger
troktocht
trokuitkering
troktukje
trokvuistslag
trokmep
trokmiddagdutje
trokbijstand (financieel)
trommetiesreuma
trompedderenveel winden laten
trompeernvergissen
trompmtoeteren
tronkeknotwilg
trottieniddeautoped
trotwoarstoep
truntnklagen
truntnzeuren
truntnzaniken
trussbalzak
tsasSas van Gent (Nl)
tseevntigzeventig
tseewoardatsjenkruisje (op voorhoofd)
tsiatiekrugpijn
tsiebiuëoogontsteking
Tsjallie TsjaplijnCharlie Chaplin
Tsjampe-voornaam: Jean-Pierre
tsjanne (dwoaëze tsjanne)dwaze vrouw
tsjatsjachacha
Tsjeede-voornaam: Roger
tsjeefchristendemocraat
Tsjef / Zjozif-voornaam: Jozef
tsjestigzestig
tsjeunuiverbeezekesaalbes
tsjeunuiverejenever
tsjeunuiversaalbes
Tsjèw-voornaam: Marcel
tsjiatiekjicht
tsjiebuëntraanogen
tsjiebuën [tsjiepogen]geïrriteerde ogen
Tsjiele / Tiele-voornaam: Achiel
TsjientsjanSint-Jan-In-Eremo
tsjiepkenkuikentje
tsjiepmuilegriener, huiler
tsjoebmstelen
tsjoepmuts
tsjoepkendopje
tsjoezemiene [jasmijn]sering
tsjoezeplekkezuigvlek
tsjoeznzuigen
tsjuëtvarken
tsoezemiennseringen
tspeenaambeien
tsuurmaagzuur
tu-tuutopzij
tubebinnenband
tuchtigloops
tuimelperteval (nw)
tuimelpertevalpartij
tuiswachterebabysit
tuitkomnlente
tuitkomnvoorjaar
tuperwoaretuperware
tureluuthorendol
tureluutsuf
turwetarwe
tuudnkiestoon
tuunijwtunnel
Tuur-voornaam: Arthur
tuurnsletsngympantoffels
tuuthoorntje
tuut zej-ten tren in de stoase reej verbêtrein die vertrekt
tuuwpetulp
tverschiettoekomst (nabije)
tverschotlumbago
tvowkmenigte
tvownvandebloarn ['t vallen van de blaren]herfst
twiedroadtweepolig
twieëdepoasnpaasmaandag
twieëdesijnksnpinksterenmaandag
twieëliuëpjachtgeweer
twieënvijftigenpatience (kaartspel)
twieëspantweespalt
twieëspandualiteit
twieëspantweestrijd
twieëspandubio
twieje2
twijfelenaarzelen
twijndroadgaren
twijndroatnaaigaren
twis in de zakdwarsliggen
twisndeuredoormidden
twissendeurehalfdoor
Twoaëne / Tone-voornaam: Antoine
twoilsireetafelkleed (plastic)
twoive12
tzekerstezekerheid

U

u spew koartnspeelkaarten (pak)
uid'êëlenleegmaken
uidaaënvolhouden
uideëlenuitpakken
uidieëngescheiden
uigeevnvoorspellen (weerbericht)
uila!ho maar!
uisajhuishouden
uisajgezin
uit den oakscheef
uitblutsnuitdeuken
uitdenodeontwricht
uitdoenomhakken
uitgezieëktdoortrapt
uitgezjieëktsluw
uitgiedninschenken
uitkibmuitgieten
uitkibmuitstorten
uitkloaërnopklaren
uitkloarnopklaren
uitkomvoorjaar
uitkroamnuitbrengen
uitlieënuitvliegen
uitluiznsoezen (naslapen)
uitmoaknbeledigen
uitreënzaaien
uitrêënrooien (machinaal)
uitroepijngstiëknuitroepteken
uitschiedereaardappelkiem
uitschiedijuitbrander
uitschiedn (teeën iemant)uitvaren (tegen iemand)
uitschieënstoppen
uitschieënophouden
uitschijdnverwijten
uitschijdnuitjouwen
uitschijdnbeschimpen
uitsliernuitglijden
uitsloanuitschudden
uitspeejnaflopen
uitsteeknkiezen (keuze maken)
uitsteeknverrichten
uitstoansj (gieën uitstoansj mee)zaken (geen zaken mee)
uitstuiknverzinnen
uitstuiknuitrichten
uittroiafdruk
ukhurk
urknluisteren
urtnhoren
utseklutswanorde
utseklutsallegaartje
utseklutsmengelmoes
uwderhun

V

vaaën [vangen]doordraaien (zot zijn)
vajddeopkamer
vajdde [voute]kamer (boven half verzonken kelder)
vakansevakantie
vakscholetechnische school
valaziedaar
valainderdaad
vala-zie !klaar !
valablegeschikt
valangsomsteeds
valanstallierhiervandaan
valiezereiskoffer
valijverkoudheid
vallaziezo
vallaalstublieft
van-lek-mij-lipkenlekker
vandenieëstekieërmeteen
vandoennodig
vanessenteëntvolledig
vanessenteënt [vanessenteind]helemaal
vankiër (* opmerking)in de war
vanneffentejtsoms
vanseleevnnietnooit
vansgelijkeidem
vansgelijkkeinsgelijks
vanteviuërnvoordien
vantsewfsvanzelf
vantzewfsspontaan
vanviuërafvooraf
vanwachtwachtdienst
vanzijnzewvebewusteloos
vapeurgulp (kleding)
vapeursopvliegers
variesnspataders
vast-ên [vast hebben]begrijpen
vastevast
vasteschièrnvastgrijpen
vastestekngrijpen
vawnvallen
vawsetannkunstgebit
vawsetednsiliconeborsten
vazijntweewegens hem
veddemeststof
veddijrammeling
vededdespeciale (nw.)
veel-vijvninzesnlangdradig
veelteveelheid
veepee (* zie opmerking)speelpleinwerking
veezewlszemelen
vejntman
vel-over-tbieëngraatmager
véloboanefietspad
vélokoersfietswedstrijd
vélokoerswielerwedstrijd
vélomeulekenpaardenmolen
vélomeulekencaroussel
vélomoakerefietshersteller
vélomoakkerefietshersteller
veloreën [velorijen]fietsen
vélorekkeresnelbinder
velorekkeresnelbinder (fiets)
veneënstnatuurlijk
veneënst [vanneigenst]zeker
verbassedeerden hondhondenkruising
verbassedeerdnkruising
verbassedeernverbasteren
verbeederingsgestichttuchtschool
verbesteekninhalen
verdestleweernin de war maken
verdiernduurder worden
verduldiggeduldig
verfrommelenverkreukelen
vergoanverteren
veriuëg [verhoog]podium
verjoarnjarig zijn
verkieërt schiednverslikken
verlabmaansmeren
verleeën zijn (viuër wa te doen)bang zijn (om iets te doen)
verlettijdverlies
verlieënverleiden
verlieën [verleen]vervelen
verlieët [verleed]vervelend
verloornbriuët [verloren brood]wentelteefjes
verloretevergeefs
verloreliuëbmverdwalen
vermassakreernverprutsen
vermassekreerntoetakelen
vermiuësenstukmaken
vermiuësn [vermosen]verspillen
vermoaknafsluiten / sluiten
vermoaknherstellen
vermoalnmalen
vermoarenafvallen
vermoarnvermageren
vermuësnverkwisten
vernebelijngskenonvolgroeid
vernebelijnkskenmager persoon
verneglizjeernverwaarlozen
verprutsenverknoeien
VerschaffeleVan de Gaer
Verschafle(winkel) Van de Gaer
verschiednschrikken
verschieënvawnuiteenvallen
verschietvooruitzichten
verschijnnafbleken (door licht)
verslonznverwelken
versmachtnwurgen
versmachtnstikken
versmuërnverdrinken
verspreeknverklappen
verstewnherstellen
verstjirvij doenvasten
verstoanbegrijpen
verteuderenuitgeven (geld)
verteuderenverkwisten (geld)
verteuderenverkwanselen
vertewselkensprookje
vertewselkenverhaaltje
vertrektoilet
verviuëderen [vervoorderen]wagen (riskeren)
vervoeënaansluiten (bij)
verwijdnuitschelden
verwijdnbeledigen
verwijdnbededigen
verwisselenruilen
verwittegijngskenvoorbode (van hartfalen)
verwoarmpullethermos
verzeekkesrtwellicht
verzekkerstzeker
verzenderkesdag1 april
verzetfietsversnelling
verzijbmuitlekken (laten uitlekken)
verzijbmuitdruipen (laten uitdruipen)
verzijpafdruiprek
vestejas
vetobees
vetkrêjtwasco
veuëlpiekdarts
veujkuif
veujpony (kapsel)
veulevogel
veulnesthaardot
veulpiekdarts (cafespel)
veulwijndrinkwater
veuregulp (kleding)
veureploegsnede
veurekier
veurevoor (gleuf)
veureveginaspleet
veurespleet
veuskenliedje
veuskenmelodie
vewblad (papier)
vewhuid
vewnen pawtobontjas
vezeloars zijn kwezeloars, in kwezeloars zijn dievnwanneer iemand aan het fezelen is
videekenkoninginnehapje
videetsjeskoninginnenhapjes
viènebig
viervuur
vier (mee veej ...)passie (met veel ...)
viere4
vièrkestowvarkensstal
vièrknevarken
viesboos
viesslecht gezind
vietrooglas-in-lood
vieve-MarieOnze-Lieve-Vrouw Hemelvaart
vievemanleve
vievigalert
vievigenergiek
vievuglevendig
vieziededoktersbezoek
vieziederemgeld
viëzzevaars
vijve5
vijzeschroef
vijznschroeven
vilderopkoper (van dierenhuiden)
violednviooltjes (bloemen)
virfpleknverfspatten
virwoareschilder
visbokoalaquarium
vislijnehengel
vissewezel
visspoaneschuimspaan
visverlofvisvergunning
vitisseversnelling
vitrineetalage
viuëdereverder
viuëlesluier
viuër kloarnvroege ochtend
viuër-ob-den-bodderamtoespijs
viuëresteeknvoordringen
viuërnoeneochtend
viuërnoenevoormiddag
viuërplanvoorgrond
viuërtliuëbnvervolgen
viuërttoendoorgaan (verder doen)
viuërtvanderestetenslotte
viuërtvandereste [voort van de rest]vervolgens
viuuërnuitvoortuin
vizonhalsbont
vjèrkespuistetalgklierzwelling (oogzweer)
vjirweverf
vjiuërtvoaërntdoortastend
VjuërstroadeVoorstraat
vjuërtantsnijtand
vjuërvoarndroekeloos
vjunznsmeulen
vjustenok
vlakafrecht in zijn gezicht
vlakafonomwonden
vlejkenvlaggetje
vlejkontevleister
vleuëboalelompen (kleren)
vleuëmoartrommelmarkt
vliebatvlinder
vlieëre [vlieger]vliegtuig
vlieëskèëzekraker (kers)
vlieëskes [vleeskes]dropjes
vlieësklakkekaalkop
vliegplenluchthaven
vliegplènvliegveld
vloaëbui
vloaën [vlagen]regenen
vloarink / vloarijnvleugel / vleugels
vloernbetegelen
voaderlanderkenzandzak
voaënvegen
Voaërt (op de ... weunn)Vaartstraat (in de ... wonen)
voagblekstofblik
voakslaap
voarnmeemaken
voddemarsjanopkoper
voddemarsjanglompenhandelaar
voddevejntnietsnut
vodnproblemen
vodnlompen
voedingswoaërnlevensmiddelen
voeën [gevoegen]gedragen
voeën [voegen]aanpassen
voeën [voegen]gedragen
voerbaktrog
voernbrengen (iemand met de auto brengen)
voetbalplenvoetbalveld
voinevaandel
voinznsmeulen
volgens-den-abeeseealfabetisch
vollembakmaximum
vollevankoninginnehapje
volzetvolledig bezet
Vonne-voornaam: Yvonne
voorplanvoorgrond
vortrot
vowvol
vowdeurevalluik
VrajstroadeVrouwstraat
vramejnsvrouw
vrejoaze [vrijage]verkering
vrendninwijkeling
vrendnbuitenlander
vrieët [vreed]griezelig
vrikkelgatzenuwpees
vrikklenwriemelen
vroedelenwoelen
vroeënochtendploeg
vrommesom (geld)
vuej van een klakkeklep van een pet
vuijkerrevuilniswagen
vuisterevenster
vuistertableddevensterbank
vujkerrevuilniswagen
vurknspurten
vurtnrotten
vustvorst
vwoireangst
vwoizjeurhandelsreiziger

W

wa / waddewablieft
waaitsprietwhite spirit
wachtzoalewachtkamer (bij arts)
wadde?wat?
wajsprietwhite spirit
wakklam
waskosvetkrijt
waslapkenwashandje
waslijnewasdraad
wasspellewasknijper
wastewas
wataddewablief
weddeloon
wednslijpen (messen)
weeweduwe
wêëweide
weejkruis (kruis of munt)
weekdijnedoordeweekse kleren
weelinkweg (onverharde)
wêënwijden
weerbotsterugslag
weergawmeecho
weergoandeevenbeeld
weeromopnieuw
weeromstuitweerbots
weeromstuitweerslag
weerowalweer
weerskantnbeide zijden
weeskantntweezijdig
weeskantnbeide zijden
weeskindwees
weewoareweduwnaar
weezneaangezicht
weeznegelaat
weffewlsbulten (allergie)
weg!opzij!
weggroakkn (weggegrocht)ontsnappen (ontsnapt)
wegjoaënverjagen
wegsteeknopbergen
wegsteeknverbergen
wegsteeknverstoppen
wegstekerkenverstoppertje
wejwoaderewijwater
wereterug
werebotsterugslag
werekieërnomkeren
werekieërnterugkomen
wespebedewespensteek
wewkstewelke
wewkstnwelke
wewzijnvoorspoed
widdekopblonde (jongen)
widnkalken
wiebelpièrtschommelpaard
wiebelpièrthobbelpaard
wiedelekwibus
wiedlewoailosbol
wiedlewoisimplele (persoon)
wiedlewoirare
wieërknoest
wièërn [weren]verweren (zijn best doen)
wielerterroristwielertoerist
wienketloket
wienstnwiens (van wie)
wienstnwiens (van wie )
wiern ('k wiere, ge wier, hij wier, we wierme, ge wierguwdere, ze wiern)werden (ik werd, jij werd, hij werd, wij werden, jullie werden, zij werden)
Wiesken-voornaam: Louise
wietcanabis
wietsoftdrugs
Wiet-voornaam: Willy
wieznwhist (kaartspel)
wijfvrouw
wijfkoningin (kaartspel)
wijmnwilgentenen
wijnkeloakhoekstoot (boksen)
wijnkeloakscheur (in kledij)
wijseidstantverstandskies
wimbraawinkbrauw
windbandenspanning
windeverband (ehbo)
windmeulnewindturbine
windsleverband (ehbo)
winselsgaasverband
wintpoknwaterpokken
wiplankespringplank
wipplankewip (speeltuig)
wipstoeischommelstoel
wirdewaarde
wissezweep
wissetwijg
wit van een ejeiwit
wiurtelenzaniken
wjurgenkokhalzen
wjurtelenzeuren
wjurtelenzagen (zeuren)
wjurtelschreeberemierenneuker
woader kroannwater tappen
woadergiedn (klemtoon op 'ie')regenen
woaderjufferlibel
woaderjufrelibel
woaderkoebuffel
woaderkonijnmuskusrat
woaderkrièmsorbet
woadervlietsnslappe koffie
woaderzeuëpissebed
woaibjuëmpopulier
Woart-voornaam: Edward
WoaschjuëtWaarschoot
woatergankafwatering
wowke / wowknwolk / wolken
wullekenpluisje
wurgenkokhalzen
wurme (wurms)worm (wormen)
wurpewrat
wustworst
wuwdere (we-wuwdere)wij
wuwgwilg

Z

zabberensabbelen
zakskenstoma
zalezievliegenraam
zangkrosjèzangwedstrijd
zantsjenprentje
zawvezalf
zebbe (* opmerking)gootje
zedndekken (tafel)
zeedelefauteuil
zeelwgatzenuwachtige
zeelwszenuwen
zeemelszenuwen
zèën (ij zeg'ta)beweren (hij beweert dat)
zeevne7
zeevnhoastnallerijl
zeevntjiënzenuwpees
zeevntjiënstresskip
zegwewinderdaad
zêjpikklefietsstaander
ZejstroadeZuidstraat
zemeloareonrustige (persoon)
zendersas (versteende as)
zenderssintels
zesjnezeis (lange)
zesse6
zeurbriefkenspiekbriefje
zeurnvalsspelen
zeurzakvalsspeler
zewvrezilver
ZewzoadeZelzate
zichtnpanoramas
zidurespreekuur
zieëkknurineren
zieërerap
zieërepijn
zieëresnel
zieëredoenverwonden
zieësletsnteenslippers
ziekentrokziekteverzekering
ziekkekassemutualiteit
ziekntrokziekteverlof
ziekntrokziektevergoeding
zielezoalughetzielerust
ziemlastieksletsnturnpantoffels
zietsiezie je wel
ziftezeef
zijbeafvoergoot
zijpgatkont (plat)
zille (ge meug z'ên, zille)hoor (je ma ze hebben, hoor)
ziuë zjiër'of kijknbliksemsnel
ziwverpapieraluminiumfolie
zjaërepretentie
zjakèdevest (gebreide)
zjaloezegêtafgunst
zjaloezigafgunstig
zjantevelg
ZjappaneesJapanner
zjekssponzekenstaalwol
zjeneernschamen
zjiebezeep
zjieemhoning
zjieëver / zjieëverenkwijl / kwijlen
zjieëvr’in pakskeslarie en apekool
zjiëkenat [zeiknat]drijfnat
zjiembiebij (honingbij)
zjiemlastieklesseturnles
zjierevlug
zjieverlapslabbetje
zjirpwrang (smaken)
zjubleejubileum
zjustereverpleegster
zjustiessepalijsgerechtsgebouw
zjuubleejubeleum
zjuustnet (zopas)
zjuustprecies
zjuustniemendallehelemaal niets
zjuzerechter
zoaëlijn [zaaglingen]zaagsel
zoaëmeelzaagsel
zoalezadel
zochtegaar
zochtezacht
zodde-diuëzespring-in-'t-veld
zoedemuilezoetebek
zoeën ('kzoe, ge zoe, ij zoe, wuwder zoeme, guwder zoe, zuwder zoen)zouden (ik zou, jij zou, hij zou, wij zouden, jullie zouden, zij zouden)
zoenzouden
zompigdrassig
zondags (op zijn …)paasbest (op zijn …)
zondags dijnezondags pak
zondagse klieërnstijlvolle kledij
zonkafdaling
zonnagordelroos
zonneparapluparasol
zonneslagzonnesteek
zopsap
zotboer (kaartspel)
zulledrempel
zuwdere (ze-zuwdere)zij
zwawpej [zwalpei]windei
zweffelenzwalpen
zwemdigenzwommen (vt zwemmen)
zwemkomzwembad
zwewgslok
zwewgnslikken
zwiep (loan zwiep)slungel
zwierderecentrifuge
zwierngooien
zwijnsstowvarkensstal
zwirrezweer
zwirtetter
zwoaënwuiven
zwoalmezwaluw
zwoinlimonade