Kalforts

Kalforts bevat 22 gezegden, 160 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

22 gezegden

(môənə, ávə, zôənə, ølə) pérə zienhet moeilijk, lastig hebben (ik, gij, hij, zij)
aa Kalləfûət ni geschétə dèn aa Puus giən étəHad Kalfort niet gescheten dan had Puurs geen eten
aïs oep sai pünt, ... sikuur (zeker <1930)over iemand die alles piekfijn in orde wil hebben
de markt en ‘t succursaal, ‘t zal alles nog naar Kalfort gaanKalfort lacht met al die puurse hoogmoed (gezegde van vôôr 1900)
eitən ajôwən ən dikke pél, dèn es de winter ieəns zoewə fèl ...Heeft de ui veel schillen, dan krijgen we een strenge winter ...
ə strûppəkə (zeker <1930)een pint bier met veel schuim (uiteindelijk slechts 'n half glas bier...)
gedaan hémmə mee lootə / nənei gədaan mee lootəniet meer verder kunnen (fysiek) / hij is óp
iens wel is altoa gien ermoejHet mag iets kosten
in iemands rapen scheiteniemand onheus behandelen
in Puus də groeətə en in Kalləfûət də kloeətəPuurs voelt zichzelf (ten onrechte...) merkelijk beter dan Kalfort
mee Kalləfûətkèrrəmis zit de winter in Coeəlemdreefde zomer is voorbij, het wordt stilaan kouder
naa də koer gaan, naarachter gaantoilet - toiletbezoek
Në nes zôwën gevoeg aan 't doentoilet - Hij is naar het (groot) toilet
nə nètər ən ánnəkə vâ wèghij is handig, hij kan veel
nən essəm aant vərlorə schôətəhij heeft buikloop
nən toer oem (ovər) alf zévəeen nodeloze inspanning, zinloze omweg
oep dən ánk zittəniet aanvaard worden in een groep
over een halve staldeur scheiteniemand ongewenst zwanger maken
Overreë deu nen bolhoedIn verwachting
Puurs komt alleen naar Kalfort voor botermelk en pirrewitjesKalfort is te min voor die van Puurs
smoeərë lèk nen türkheel veel (sigaretten) roken
zés zoeə, zés in pôzíesəin verwachting (zij is ...)

160 woorden

A

AarekoekOmelet
aathout
aatoud
ácht / áchttien8 / 18

A

afgank, tschôətbuikloop, diarree
áflôəzəaftroggelen

A

alləgədürəchvaak (te pas en te onpas)
AlmenakKalender
alzəlèvəaltijd, steeds
ámməlakətafellaken
ánnəhanden

A

annəkəsnest (ook: battəklank)rommelige boel
arrèvoilà, hier zie
ásakkəhijgen, zwaar ademen

A

aspès / aspèzzə(s)asperge / asperges
aspèzzəmbermaspergeberm
aspèzzəs stékə en kəssəasperges steken en kuisen

B

bassèngteil, wasteil
bəgankənisbedevaart
bəstəlborstel
blaffëtuurvensterluik
boeətboot, schip
boensjschommel
bôəbij
bôə(j)aavəbijhouden
bôə(j)emməbijhebben
bruurbroer

D

DaaDe heide
DabbenGraven
Den ankVensterbank
dèrdier
dərəvə - wèllə düstədurven - wij dierven
dikkəlsdikwijls
drô - nən drôdraaien - een bocht
drôə / dèttien3 / 13
drôəgə - nən dreegdreigen - hij dreigde
droot der aandraait daar aan
dûrpəldorpel
düəpədopen

E

Een aa joenge dochterOngetrouwde vrouw op leeftijd
Eite en peekesErwten en wortelen
èroemlinksom

E

Etter maa nie tetHarder maar niet te hard
ə gətraat wôəf (zeker <1930)vrouw (een gehuwde ...)
əm bèstbarst - (een...)
ən blaa zjat / sjakosjblauw - een blauwe tas / handtas
ən blaat kliəkəblauw - een blauw kleedje
ən offəsirrəkə (zeker <1930)jenever (een glaasje ...)

F

fleuslater vandaag (binnen enkele uren)
frôətkərffruitkorf
frôətmarsjánfruitboer, -handelaar

G

gèsgras
gôəgij

I

IetHet mag een keer iets kosten
íəl, gíəlheel, geheel
íən / èləf1 / 11

I

Ik raa naa daaIk rij naar daar

J

jeiraarde (grond)
jètbeesaardbei
JoengmanVrijgezel

K

kaar / kárrəkəsteen, pit / pitje (fruit)
kabbərnaastoofvlees
kajietë, kajietërëluid schreeuwen / roepen van pijn
kalissəzjapzoethout-sap van de wortel (vermengd met wat water)
KalləfûətKalfort
kallissənaatzoethout
kámpdoptol
kėm øl aar gəwassə (gəwast)haar - ik heb haar haar gewassen
kəssəkuisen
kəsvraakuis- of poetsvrouw
kətsəkaatsen
kətswàntkaatshandschoen
kiekə, kiekənə (zeker <1930)kip, kippen
kiekəskôtkippenhok
kmütatoenmoeten - ik moet dat doen
kmütəkik da vanôəgəstoenmoeten - ik moet dat natúúrlijk doen
krikskəskrieken
KwaaKwaad
kwèbbəlsproblemen, moeilijkheden

L

labbərlótwanordelijk persoon
lonteeskàntəhierlangs (streek)
lostiehierlangs (plaats)
LowaatLawaai
lütsəvragen (informeel)
lüzzəafdak
løtərəpraten (over zinloze zaken, praten om te praten...)

M

maasəmeid
MansmensMan
məníər pastoeərpastoor (meneer...)
məzəlkruimel
məzələkruimels, kruimelen
moembakkësmasker
Môënë nëtsMijn fiets
mûldərmeikever
müttəmoeten
mølëmolen
MøləbèèkMolenbeek

N

négə / négətien9 / 19
nə nərkslechterik, kwaadaardig mens (een ...)
nə rəsgraszode (een ...)
nə voeəzəraar, gevoelloos persoon
nən avë vèntoude man (een ...)
nən blaavə notto / noedblauw - een blauwe auto / hoed
nən dénstoep aan een woning
nikskeniets
naaien
noeət vázəlèvəeens (nooit ...)
noeət, noeətninooit
NuufNieuw
NuusNieuws
nüsschuin
nüvəransnergens

O

oep nə parləvitvliegensvlug
oeprôəməopruimen
ôrləzəuurwerk, horloge

P

pèldərkəspareltjes
pépəlvlinder
pərtángnochtans
PjeitPaard
portəplümvulpen

R

raa ləgümmə(s)rauwe groenten
rap-rap en agaasnel - om er vanaf te zijn (en daardoor niet correct en / of onverzorgd)
rëssëwrijven
rutkôttəkəseingeverswoning (spoorweg)

S

schôftôətschafttijd (vieruurtje)
sèmməleirtreuzelaar
sèmmələtreuzelen
spét fan ən líərsport van een ladder
stékəlvèrrəkəegel
stèssələvlug (strompelend) lopen, zich haasten
stiéənsteen
stjeitstaart
strak, strakkəs, səbietstraks

T

te fleuseerder vandaag (enkele uren geleden)
tèszak (in jas, broek, hemd...)
təskətoilet, wc
tíchəldakpan (plat)
tíchəlkətegeltje (beschilderd...)
tloemmerschaduw (de...)
twènstterwijl, ondertussen
twíə / twèləf2 / 12

V

vázəlèvəeens (ooit ...)
vənèropnieuw
vərvei / ksèn (nənès) vərveiangstig, bang / ik ben (hij is) angstig
vəskikvors
vier / véttien4 / 14
vôəf / vèftien5 / 15
VraamensVrouw
vølveel

W

waawei, weide
Welle en zelleWij en zij
wèrəltwereld

Z

zeevə / zeevətien7 / 17
zés / zéstien6 / 16
zjat kaffeeKop koffie
zoeərap as tellə, oep nə parləvitsnel - heel snel
zoewë hèt as ën bètZo hard als een bord
ZuutZoet
zwôzwaaien
zwôjaakwinkelhaak (verstelbaar)