Gastels

Gastels bevat 40 gezegden, 437 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

40 gezegden

al motte de kraaie ut uitbrengede waarheid komt altijd
da kan de bruine nie trekkeonbetaalbaar
dawittikniedat weet ik niet
De kat op ut spek bieneIemand de gelegenheid geven
de mure ebbe worelet op met wat je zegt
die hed ut goed getroffeeen gelukkig iemand
die kom van etteniets wetend
die liegt dattie zwart zietiemand die liegt
doar goade nie mee kuiereje kan hem niets wijsmaken
dun duvel op zunne steirt trappehet over iemand hebben en die dan plots tegen het lijf
Dur gin keis van gegeteEr geen verstand van hebben
elk huiske hed zun kruiskeieder gezin heeft eigen zorgen en problemen
gij goa mee mijn de kachel nie oanmoakeje kan met mij niet doen wat je wil
gin hem aon zun lijfZo arm als job
ginne puit te biechtehij heeft niks
Hij hed er mar zatHij heeft genoeg
hij is goed van de tongriem gesnejeEen goede prater
hij is oan zun geraant kunne kommehij is toch getrouwd
hij scheet zeuve kleure stronthij is ontzettend bang
hij stoot zunne kop gin twee kjireen ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen
Hij wit van de priens ginne kwoadHij heeft er niets mee te maken
jinne teut memtelkens hetzelfde
kort in de kaarsnel geirriteerd
Met penning zestien betaald.Te duur betaald
nie thuis kunne brengenooit van gehoord
oewe pjeer zienafzien
proat mar gwonkunt u het anders zeggen
te lijk goanbegrafenis bijwonen
tege heug en meugmet tegenzin
tis gin woarniet waar
ut kruis vanachterreiemand liever weg zien gaan
Ut liep minne siester afHet is goed afgelopen
ut zal munne kop afdureik zal het niet meemaken
Vanne kouwe kermis thuiskommeEr naast pakken
wa ne boer nie kent vrettie nieonbekende voeding
Wie zun koont braand mot op de blaore zittenRisico nemen
woog in de kop emmeverwaand zijn
zo kwoad as un ekkezeer boos zijn
zo lilluk as de nachteen lelijk uiterlijk
zun eige opruijezich kwaad maken

437 woorden

A

aandugmakkelijk
aanhouweverhouding
aarrugernstig
achter dun elleboogstiekum
AchteropkommerNakomer
afkommeafkondiging
akkeleirstotteraar
akkelenstotteren
akkenaaiemeningsverschil
akselzult
altijsteeds
aojersaderen
aorgetouwgereedschap om een zeis te slijpen
aorigraar
aorigetjeaardigheidje
appelsiensinaasappel
apreldijkopgang
aremoeizaaierarm iemand
assieas
assiebakasbak
astraantbrutaal

B

balasterschop met een groot blad
baomesherfst
barugberg
batroafdeugniet
batsschop met rond blad
bazzeleoenblouse
bedjeeneweldra / spoedig / zo meteen
bedzeikerpissebed
beelekenskusseroverdreven vroom iemand
bèèreBeerput ledigen
BegaoidVerprutst
bekektutmarbeter zo laten
benejebeneden
bennekemandje
benuktbedonderd
beskwielbascule
bezope / zatdronken
bibberstandvlees
BieBij (insect)
biediefkekoolmees
bienenbinden
bietjeweinig
billetikkerjacquet
blak en blootzichtbaar
bleineblaren
bléitehuilen
blijkbleekveld
blijnblaar
blindoasdaas
BloksewegBarlaqueseweg
boaljute zak
boenderborstel
boete doenbiddend genezen
bogerenfruit stelen uit boomgaard
bolleketmetalen knikker
bonnefooiniet gepland
bonsumbunzing
botjehouten schaats
botterboter
botteramboterham
brakkenover en weer lopen
bremmebramen
broeneprikken
broenekelbrandnetel
broksnoepje
bukkumbokking
bullekeboeren
bulleventvoddeman
Bussel strooiBos stro
butsdeuk
buurtepraatje maken

D

d'nuishuiskamer
da ge bedaankt zeit da wittedankjewel
da witte nieniets is zeker
daarumdarm
dawittiknieonbekend
de langeirt oper van tussen gaan
delsmerige vrouw
dikkelsvaak
dikkopkikkervisje
doarveurer voor
douwkaarhandkar
drietaandercultivator
drollenvangerpofbroek
dubbele tritsextra betaling
dun dieje / zijnhij
dunnoftuin
dur gin stoat op moakeer niet op rekenen
durpdorp
durrepuldrempel
duveltjekacheltje
duveltjeskerremiszonneschijn in de regen
dwaargdwerg

E

echelsteirtwindhoos
edde de klok worre luieal gehoord
een ontige poetvrouw die niet netjes is
ekkehek
elletriekstroom
érrebezieaardbei
érrepelsaardappels

F

faantluierik
flokfopspeen
flokkeduimzuigen
fluitgulp
frakjas
franjesrafels
funtereuithoren
fwooleaanhalen

G

galipoapniksnut
gallugebretels
GastelairInwonende van Oud-Gastel
geifmooi
geifwaveel
gejatgestolen
genoggenoeg
géregraag
gerijruituig
geroaktboos
gertjezweepje
gesodemieteramok
gewiestvoorbij
gezéjtgezegd
gienderweiddaarginder
gienderweidver
gijjij
goagutgaat het
goatjesknipperperforator
goeiebotterroomboter
gorvege-erfd
grelebretels

H

habbekratsweinig
wablief
hed daheeft dat
hierneffehiernaast
houdoedag
huisouwegezin
hullie / gulliezij
husselevermengen

I

ikkeik
impesaantgelijktijdig
In zun zak gezekeOpgelicht
instekelasteren

J

jakkerehaasten
jilleboelheel veel
jineen
jinneiemand
jongkinderen
JotJa
juinui

K

kattebakkofferbak
kéiskaas
kelenraapstelen
kermusbedlogeerbed
KerremelkKarnemelk
kerremellukkarnemelk
ketvork
ketelpakoverall
kienekekindje
kiensdementerend
kietgelijk
kietekuiten
kietelkeiengrint
klaampervalk
klapbeusproppenschieter
klaploperleven op andermans kosten
kleedjurk
kleppekwaadspreken
kletskebeetje
kliervervelend iemand
klierevervelen / lastig
klippelknuppel
klippel / domporedommerik
KlotjeAlpinopet
knalpijpuitlaat
knapzakbroodzak
knijnkonijn
knoestboomstronk
knoestbult
koerschoolplein
kompassiemedelijden
kopkussehoofdkussen
korte mette moakesnel afhandelen
korteletkarbonade
kouwe kakkerhoogmoedig iemand
kreukelsaliekruiken
kriekekersen
kripkereepje spek
kruinootnootmuskaat
kuierewandelen
kuierlatte nemeweggaan
kwaaierfluim
kwaaitongklets
kwatsonzin
kwattachocolade
kwattastrooiselhagelslag
kwéikerschreeuwerd
kwikkewegen
kwoolkool
kwoolduifhoutduif

L

laanterfaantniksnut
labonentuinbonen
lammerebetalen
leerladder
lekkerkesnoepje
lekpienzuurstok
leureventen
leutigleuk
loziehorloge

M

maauwekletsen
mallemeuledraaimolen
martmarkt
massieseemarchaussee
mastepropdenne-appel
mee-gaankspoedig
mendeurschuurdeur (grote schuifdeur)
meskemeisje
meulenèrmeikever
meulepeirdgrote dikke vrouw
mieskwalarrogant
mieskwalkinderachtige
miesputmestvaalt
mokkereknoeien
mombakkusmasker
monikaaccordeon
muneigemijzelf
muurzeikermier

N

nakuntnaakt
neffenaast
NeijeNee
nie te telleontelbaar
niesulschoenveter
nikkeltjestuiver (vierkant)
noar de klotedefect
noftuin
nunekemondharmonica
nuuwtnieuw

O

oanlengeverdunnen
oejij
oeneerwanneer
oeveulhoeveel
oeweigejezelf
oksterbollekewinterkoninkje
olienotpinda's
olienotepinda's
ombelomptboers
ommesimmers
onderwegeonderweg
ondur zeil goanslapen
onjeklonjeparfum
ontaordzeer veel
ontigvuil
oonderwegzwanger
oplawaaioorvijg
orlevoetklompvoet
overnuutopnieuw

P

paopekannekesmeidoornvrucht
parmetereklagen
paternosterrozenkrans
patwoogblauw oog
peejenwortels
peejstaampstamppot
peekuspeeen
peesderiktaaie spier
pel-aartedoperwten
peperkoekontbijtkoek
perrewepswesp
perseejdringend
piekcapuchon
piekeloijsje
pieksleejprikslee
pielekusbottermargarine
pienekusdroadprikkeldraad
pientoltol
pieraosworm
piesbakurinoir
pieteroliepetroleum
pikzeis
piskepaardestaart
plangeskeplankje
planke jaslijkkist
platterpaardenbloem
pleewc
pletsplaats (achter)
poeiersjukkeloatchocolademelk
poetjespapbeschuitenpap
poetsakpestkop
pollepelsoeplepel
pootjelappevoetje lichten
portretlekijke vrouw
pot-etemiddagmaal
potsmuts
potstukaansteller
pottebaankafdruiprek
prakkezeredenken
pronte vremmesnette vrouw
puitkikker
pwootknotwilg
pwotevoeten

R

rappesnelle
rapsrasp
rierebeven
rijfhark
rijveharken
rjeephoepel
roame nemegrote stappen
roaversbolragebol
roefeleflink badderen
roskeroosje
ruukparfum

S

scheeldeksel
scheirensliepscharenslijper
schel-aartepeulen
schielukplotseling
schobbejakschurk
schofdagdeel
schofschafttijd
schommeldropdropwater
schorremorrietuig
schotteldoekvaatdoek
schouwschoorsteen
schoverusten
schoveuitrusten
schrépelschoffel
schuiflade
sebietzometeen, straks
seinpoaltelefoonpaal
siesterrotje
siloersjaloezie
sjoestuiver
slaaisla
slaaischotelsalade
slagterslager
sleffetraag lopen
sliddereglijden
sliklapbeenbeschermer
sluitspelveiligheidspeld
smoelgezicht
smoorstof
smorsenmotregen
snokkerukken
snotpiekklein kind
snuvienkenieuwsgierig
spekbrokspekje (kermissnoep)
spienekopspin
spikkeloasspeculaas
spjerespetteren
spoegeovergeven
spriengtouwetouwtje springen
steegdwars
stekeldoorn
stekelvarrekeegel
stessilstijfsel
stoeferopschepper
stoempkekort stukje
stokvaarfstopverf
stoombadsauna
strijegelijk willen hebben
stugnors
stuivoorhoofd
sukkerpejesuikerbieten

T

taoltaal
tassestapelen
tenneeinde
teutvermoeid
tietekippen
tietekotkippenhok
tilknikker van glas
tillefontelefoon
toestrakdaarstraks
tootmond
toutereschommelen
traktementzakgeld
triftertrechter
trouwkljeedbruidsjapon
trugachteruit
truweeltroffel
tufspuug
tuffenspugen
tuiteleruilen

U

un goei vorkommegrote borsten
urrekehurken
ut schijtdiarree
ut speenaambeien

V

van wie zijde gij er jinnewie bent u
van zun outje goanflauwvallen
vanalleswadoor elkaar
vaneigesvanzelf
VastelaovedzotInwonende van Oud-Gastel met Carnaval
vellekeblaadje van papier
vellingvelg
verinnewerevernielen
verneukebedriegen
vernuktbedrogen
verschilonderscheid
veulpraotspraatjesmaker
viesbakaquarium
voartheimwee
vollukvisite
vosvers
vreitzakgulzige eter
VremdeVreemdeling
vremmesvrouwmens
vrijeverkering
vruizeverhuizen
vulleveulen
vullikviezerik

W

Wa zeede gijWat zegt u
waarufterf
wadochtewat dacht je
weg-gooiernietsnut
wegkruiperkeverstoppertje (spelen)
weierverder
wetplaankslijpplank
wiejeschoffelen
wijt gedoanbijna klaar
wiralalweer
WirskaanteBeide zijden
woarwaar
woasemdamp
woasemkapafzuigkap
woihallo
wooivurkhooivork
woreluisteren

Z

zakkeoogwalllen
zatlapdronkaard
zeezeg
zekelzeis
zeverérveelprater
zjeerpijn
zukkezulke
zullekertzuring (plant)
zulliezij
zun tong vergeteverlegen
zurregzetel
zwareverzwerver
zweirtzwoerd

1 opmerkingen