Erps

Erps bevat 72 gezegden, 471 woorden en 8 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

Log in

72 gezegden

'k pijs dathijik verdenk hem ervan
't was te peizenhet was te denken
' t es hier van kzal au gon hemmenmen heeft mij iets gelapt
a een sjoufelet geveneen slag geven met de vlakke hand
a isj overzwierenu goed amuseren
a sjik afbijtenu tegen je zin zwijgen
afdokkenonder dwang betalen
ammai men frakhoe is het mogelijk
apprenche moukenaanstalten maken
breit a e mollekenhoepel op
da weten men klueten uk en tsen gin avekouetenwartaal spreken
dadouegijnigepeistdat had u niet gedacht
de petatten zijn zochtde aardappels zijn gaar
de zuem van a gat schijitengrote stoelgang hebben
e ent deurhij heeft het gesnapt
e es gerineweerthij bezit niets meer
è es in zen wiek geschotenhij is nijdig
e es pompafhij is uitgeput
è ester van auwegeddouendit had hij niet verwacht (positief) ontroert
e kender stuiknit afhij kan er niets van of een leek zijn
e stotor te gaupenvoor schut staan
è waster va gedaugendit had hij niet verwacht (negatief)
een kosch leggenveel eten
een smoel trekkeneen zuur gezicht trekken
effen stauengeen schulden meer hebben
ei eentjitten of ei eent o zenne rekkerhij heeft het vast
ei eet een orken nor zij vorkenhij heeft het karakter van zijn vader
ei zith ont fruitfruit stelen
eu vertelchelken vertelleniets voorlezen uit een kinderboek
fiejolieterenergens (iets) tussen proberen wringen
foerthet kan mij niet schelen
gallet geven, chette gevenvlug lopen of rijden
ge moet nie zjieëvernje moet geen onzin vertellen
ge zijt gesalueerd mi de kop van nen drujegen eirinkgegroet
gepakt van de gaasperplex staan
gin affaires mi emmengeen zaken met hebben
got uit meine weghinder mij niet
ik kruip in mijnen nestik ga naar m'n bed
immant tergeniemand op zijn hart trappen
in a broek schijten en alleloelia zingenluidop dromen
in annen aurias zijnzich vermaken
joënja hij is
joëtja het is
k' emmer overgekekenik ben het uit het oog verloren
khem ziër o mijne kop'k heb hoofdpijn
madja of a badjapas op of hij bijt u
ne klodderhondiemand in lompen gekleed
ne post pakkeneen erge val maken
nen bawoueen groot pak moeilijk te dragen
nen brannigeniemand die vlug opgejaagd is
nen pallesouet of nen kwistenbiebeliemand waarmee u niets kunt aanvangen
oe letter dat uk eshoe weing het ook is
oe letter t'uk eshoe weinig het ook is
op ne slag en nekieer of in ieènekieèrplotseling
op nen nick en nen tickzeer vlug
op nen nik en nen tikin een korte tijdsspanne
t'es on ouerik ben het beu
t'ken mei ni lettenhet kan mij niet schelen
terrèret'is niet waar
tes mor puitepisiets wat gemakkelijk is
tot noste kiértot de volgende keer
trekt a een raup uithoepel op
van dand goesch geslegenperplex staan
vanannen sus goanin zwijm vallen
verwedderenin de war brengen
wor zeje gij nortoe geweestwaar ben jij geweest
zenne pére zienafzien
zes de pijp uitzij is weg
zhé ne kleine gekochtze is bevallen
zijn kwintjen of kuren krijgenplotseling raar doen
zu zot as een drilnoot of een achterdeurstapelgek
zwiert er èr isj overamuseer u

471 woorden

' t noagetijnamis (kerk)

A

a afkappeneen dutje doen
a afrossenteveel werken
a devueren doenu best doen
a krunkeleneen bocht maken (in de politiek)
adikkesvele malen
afdoenjerafzetter
afdokkenbetalen
afkijkenspieken
afrijzerglijbaan
afrolderrolluik
aftrekkenontkurken (fles wijn)
aftrochellengeld afnemen met een smoes
allauemwerkgerief
alleiertopnieuw
alliance emmencontact hebben
allichtdenkelijk
annekes nestwarboel
annekestnestwarboel
appeltrotappelmoes
apprencheaanstalten
apprenchespoed
ariéert of vedromherbeginnen
aumeldonk, ommeldonk, ammeldonkstijfsel

B

beeskus
beezegengebruiken
begostbegonnen
beiremberm
beizschommel
bekaustbijna
bekoustbijna
benaulijkbenauwd
benoulijkbenauwd
betroupelekoverdraagzaam of besmettelijk
bettrouvenbieten
beziggengebruiken
bieennaurbeenhouwer of slager
biekenbij
bierkortjen of onderleggerbierviltje
bijgankvoetpad
bijsshommel
bijvalbroodbeleg
bijvaltoespijs
binsjttijdens
blafongplafond
blasjkopkaalkop
blautblauw
brancheléarmband
breddendikke buik
brèjenbraden
buemschuesje of den bastboomschors
buujmboom

C

chichichenworsten
coboujhemmegeruit hemd
coboujhemme of karrohemmegeruit hemd
corrozjemoed
crosjérenhaken

D

d'okkozje krijgengelegenheid krijgen
de lochtinggroententuin
de pasterpastoor
de zep of de gootwatergreppel
delperdrempel
den bijganktrottoir
desjtereirprutser
desterrenwartaal spreken
desterrerprutser
dibbennadenken
diène van hiernèvestbuur
draujlampgloeilamp
duistels, destelsdistels

E

e kuertekeneen glaasje jenever
e pèerdpaard
e vecheleen deugeniet
e venepelinkskenkleiner dan normaal
e vèrkenvarken
e vesheleen nietsnut
e zjieelgeweven of gedraaide koord
een ankzielhulpje bij kruiwagenvervoer
een bagatelleeen kleinigheid
een beerstikaalton op kar
een blès of bleisiemand met hoogheidswaanzin
een groulijke patauteen harde val
een ijfeleen handvol
een ijfel scheitkezzekeseen kleinigheid
een kroestinnen beker
een lischteugel of verbindingskoord
een oenjereen domme vrouw
een orken nor zei vorkenhet karakter van zijn vader
een pesjperzik
een scheutaeen dom meisje
een sjeutalicht achterlijk meisje
een stekelbeeskruisbes
een tuiteen bobijn of klos
een zjateen tas
èëringharing

E

ei es genezineertschaamrood krijgen
ekkeken of ekskenheg
elkiejniedereen
en doeninkeen huis
enjereend
erafhiervan
erdoenschherbeginnen
erremetopnieuw
erretérenhaperen
eurkenluisteren
ewaiets

F

fiejolietereniets ergens proberen tussen krijgen
fiekfakrommel
fleusstraks
flokhoutleeghoofd - groot hoofd
fluitenierwesp
foefelleniets in het geniep doen
foerthoepel op
fringketVork

G

gekonkelfoesgeheimdoenerei
gemoalen, gekaptgehakt
gerèdsjelverkeer
geregeldspek
gerrespleet
gezoujen hespgekookte ham
gilleganshelemaal
gledderigge toueloneerbiedige taal
goed opemmenin geloven
goestetrek
goestérenaanstaan
goestingtrek
goesting emmentrek of zin hebben
graulijkgruwelijk
grechtgracht
groschfier
grueten eigendunk, of uég in zennen bol emmenfier op zichzelf
gruungroen
gui-jergij
guu-erzwarte stinkende brij onder in een gracht

H

herdoenschherbeginnen
herdoensch of vedromterug hetzelfde doen
hij heeft nen dikken breddeniemand die een dikke buik heeft
hij is op marodeiemand die weg van huis is en men weet niet waarheen
hij lupt foeshel of kattepierigniet in zijn normale doen zijn

I

ieënnekiëreenmaal
iekenisseneikelnissen
iekenissenscrotum
iemand afrossen of aftuigeniemand slagen geven
ién achteriénop één rij
iertighier
iet anders heiets beters
iet eliets anders
ijes sjouhij is gelukt in het leven (rijkdom
in ienekieeropeens
in mijnen licht stouenmij hinderen
in zijn vuist lachengrimmelen
intjes (twee intjes was gelijk aan een glazen knikkeraarden knikkers
intjes (twee intjes was gelijk aan een glazen knikker) uit aarde gebakken knikkers knikkers
introotna elkaar
ischeens
isch uirkeneens luisteren in het geniep

J

JeezekenJezus
joewetjawel
jommerja maar
jouggij wel
juikja, ik wel
juik....jaukja, ik.....

K

kabernijkottelet
kadékerel
kadukonstabiel
kadukkelekonzeker
kafféeklasjkoffieklets
kakkedeutellange uitwerpselen (vb mens)
kammelotnamaak of nep
kastaarsterk mens
kattepierig luépenopgewonden zijn
keieskaars
kekkisjnazie nu eens
keljerkelder
kennekikaken ik U
kerrewoagenkruiwagen
keutekenkoninkje (vogel)
keutekenwinterkoninkje
keutelsronde uitwerpselen (vb konijn of paard)
kezzenkersen
kinjerkoesjkinderwagen
kinjernkinderen
klappenpraten
klefferenklimmen
klefferenopkruipen (een boom)
kloddeafgedankt kledingstuk
kloddenlompen (afgedankte kleding)
klodderhontvuilaart
konkelfoezengeheimzinnig doen
konkelfoezeniets beraadslagen
konkelfoezeniets beraadslagen in het geniep
koppierigkoppig
kordi'elleiband
kornishdakgoot
koteraukpook
kronkelbocht
kuujrekoord
kwibus of kwistenbiebelzot iemand
kwintjenkuren
kwintjen krijgenopeens gek doen

L

lammeke zoetbakharing
letterwijnig
lisjleiband
livevraabistjenlieveheersbeestje
logtingmoestuin

M

madja of a badjapas of hij bijt u
meijerlo, meejrloanmerel
meirbolknikker
meisweide
meissaloewet groen van de paardebloem
merbeloanenmirabellen
merrezjeekslecht bier
metj of mètjenoma
mi bottensoms eens
mi botten of bei weilenaf en toe
mijne kozzenmijn neef
mikkattapult
mismieesterenkapot maken
mispatatverkeerd
moeëmade
moemelbakkeschmasker
moljer, nen bakker, e keuningskemeikever
moonchmug
moormodder
mounman
moutersuf
muizenurkesveldsla
muttenkalf
muurmier

N

naunu
nau sebietnu direct
ne charletangvalse handelkaar
ne courpbocht
ne gau ringgouden ring
ne gaungouden
ne geskanteen strook gras naast de rijweg
ne jeursjakvalsspeler
ne kakkadeutelmenselijk uitwerpsel
ne kazakkendroueriemand zonder specifieke overtuiging
ne kieer doeneens doen
ne kieer doen of isch doeneens doen
ne kladdervloeipapier
ne kommisjoneirboodschapper
ne kwistenbiebeleen domme jongen
ne lichterdoodskist
ne lonkerlonk hokje voor duiven
ne mouteren appelgekneusde appel
ne muërwaterketel
ne pezewevermuggezifter
ne pisjeloeplasser of piemel
ne plekkerpleister
ne poueling vangenin het water terechtkomen
ne scheierlasliepmessen & scharenslijper
ne sjaggerereen klungelaar
ne sjagreinigen tipeen onderkruiper
ne sjagreinigen tipeen zuurpruim
ne sjoufellaadschop
ne stommen achterwesch overeen gek
ne vedrons lezenpaternoster bidden
ne veurschellegorthaantje de voorste
ne vleurink of zwingvleugel van een vogel
ne vrieén kadéeen erg persoon
ne weetaulallesweter
ne zjieëverlapslabbetje
neigerg
nem na of hier zea.u.b.
nen achterlijstussenkamer
nen afrolderrolluik
nen allomeen omweg
nen azijnpissereen zuurpruim
nen broellongkladschrift
nen buestelborstel
nen drevelairstraatloper
nen echten tettereirspraakvaardig zijn
nen emmereen egoist
nen estradeeen verhoog
nen half gebakkenenlicht achterlijke jongen
nen intrupteurscakelaar
nen kwistenbiebelhalve gare
nen totter pakkenvallen
nentj jonghet is niet waar man
neusdoekzakdoek
nieenuik, niejkneen ik niet
nieggij niet
nieverstnergens
noljenaald
nouegetijstandaard om pikken en zeisen te kloppen
nouegetijstandaert om pikken en zeisen te kloppen
nougelbuiknavel

O

oenjerkip
oenjer of kiekenkip
oesjepothutsepot
om en vedromheen & terug
ontrieveniets te veel vragen
ontrievente kort doen
op a sjiek bijtenU erg inhouden
op de wiljen boefzomaar
op marode of op den dreveleven weggaan zonder bestemming
op ne slag en ne kiérplotseling
op nen ik en nen tikvliegensvlug
opdenduur of deurdenduureindelijk
opdoenuitgeven
oukeremmer
overtijdonlangs

P

pak naveronderstelt nu
pardoeschplotseling
pardoesjineens
parettemoukeropschepper
parukpruik
passerenvoorbijlopen
pau, patjpa
peierewipperkwikstaart (vogel)
peijerewipperkwikstaartje
peirenujegspiegelei
peizendenken
pellong gevensnel lopen
pemelvlinder
pennebraadpan
pertanknochtans
pesjekentwijgje
petattenaardappels
petj of pètjenopa
pic a picruzie
pinnekesdroadprikkeldraad
pisbloempaardenbloem
pluimkesanjers
pompkoekpeperkoek
proesjen of dijrremeningewanden (van mens of dier )
puitkikker
puitegerekkikkerdril

R

rechte ship of spouespade
reizekeseventjes
reizzekeseven
reseven
rezekeseventjes
rezzekeseven
rezzekeseventjes
rissomworm
roghellenfluimen
roupraap
ruèdrood
ruuetrood

S

saloësla
schabaulekeng
schabbernaknekvel
schaboulijkgevaarlijk
scheiterijstoelgang
schelfhooi-of strozolder
schramoeljesintels
schrieevenwenen
sisjisj sosjisjworst
sjansgeluk
sjieken zjiêkenplassen
sjieverlapslabber
slag om slingersteeds weer
slaggelings omveirvallenplots vallen
slasjpantoffel
sleerglad
slibberglad
sloapen gelek de muizen in tmeeldoen alsof men slaapt
smokkelsnoep
soepkiekenoen
soeptrinesoepkom
sozjedeken
sozje, sorjzewollen deken
spaugenovergeven
sperreklosdenappel
spijtigjammerlijk
spinozjespinazie
sprispreeuw
sprietgulp
stekelbabbekestekelbaars
stekskeslucifers
stermijnvergiet
stuik nitniets

T

t'es ittelhet is iets anders
t'es nie woe-erhet is een leugen
t'opperstede zolder
t'snot of een vallingneusverkoudheid
talujerbord
tantjtante
te letterte weinig
tegenspettelentegen wringen
teiërlingregenworm
teierlinkpier
teirlingregenworm
televiestelevisie
teppendomoor, dommerik
teréragij niet
tèrèraniet aan u besteed
terrentrappen
terréranu dan
tes graulek of tes vriëdt'is erg of t'is gruwelijk
tes pic a picer is ruzie
Tesjthij of tesjhem, Tessendzij, Tsemmewuijer, Tseddend guijer, tseddegij, Hij is het, Zij is het, Wij zijn het, Julie zijn het zijn het, Gij zijt het,
teutendomoor, dommerik
tingelnetel
tingelingennetels
toed uithet is positief
toeduithet is positief
toes en tensoms
trawantmedeplichtige
trawantenmedeplichtegen
treemkerrestootkar
troefelzandschop
troepelbezenwitte en rode bessen
troesjellneven de kat uit de boom kijken
troetendommerik
troetenstomkop
trotmoes
tuimelpareus of tuimelperttuimelpert
tuimelparuiskoprol
tuimelperruiskoprol
tusjdan
tvertrekwc
twijnnaaigaren
twijngouerennaaigaren

U

ueg in zennen bol emmengrote eigendunk
uirkenluisteren
uitgevesjelduitgerafeld
uitvezjelenuitrafellen van vezelkoord
ukseljeuk
un lurreiemand die alles geloofd

V

van lotje getiktgek
vandoennodig
vaneigestzeker en vast
vaneigestzeker van
vaneir, op e vèsopnieuw
vanneigestzeker en vast
vareustrui
vazelevenooit
vedromopnnieuw of terug
vedromterug
verbalesde weg vrijmaken bij het knikkerspel (kuisen)
verbobzetsvanop de tip van de schoen knikkeren om zo een opstakel te vermijden
verdimmeleweertdoor elkaar
verdromterug
verduleggeduldig
verfrommellenkreuken
verketvork
verossjelkenkleine vertelling
verossjelkenverhaaltje
vinkmoueglimworm
vloënvlaaien
voddeafveegdoek
voddeopneemdoek
voeërvader
vri"terg
vrieet of neigerg
vusschutschort

W

waddewablieft
waseithewat heeft hij gezegd
wel bestetuw eigen fout
wieawouwielewaal
woëterwater
worveurwaarom
wui-jerwij

Z

zenne pére zienhet moeilijk hebben met iets of iemand
zepp, vollekenwaterafloop van t veld naar gracht
zjeurenbedriegen
zjeurzakbedrieger
zjierpijn
zochtgaar
zouenzaaien
zouen of zoujenzaaien of koken
zoujenkoken
zui-jerzij
zwertzwart
zwèrte trippenzwarte pensen
zweuche, zwozjezwoert
zwollemzwaluw

8 opmerkingen

  1. He é e stik in zenne jilé:
    Hij is dronken
  2. a een sjoufelet geven komt van -Een slag geven met het vlakke van een zwaard- zie zwaard:sjoufel
  3. de dagen van de week;
    de monjdag, den dijsendag, de goenstag, den donderdag, de vrijdag, de zoeweterdag, de zondag
  4. de lange reuet, verdwenen vlasrootvijver in de putstraat in Erpe
  5. de persoonlijke naamwoorden? aan te vullen a.u.b.
    ik : ikke
    gij : gei
    hij : ei
    wij ; weujer
    julie:euer
    gij allen:geujer
    zij allen:zeujer



    b v ; geujer & weujer ze familje van euer (=gij (allen) en wij zijn familie van jullie)
  6. het woord aumeldonk komt van het franse woord amidon (zetmeel -stijfsel)
  7. kammesput.

    vijver in de Krevelhoek
  8. moemelbakkesch komt van mom bakkes dus u voordoen onder het mom van