Buggenhouts

Buggenhouts bevat 42 gezegden, 647 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

42 gezegden

'k zen den'of afik ben weg
't leste stroeiken oit tak trekkenergens langer blijven dan nodig
as moin tante wielekes at, was' t e keirekeGij hebt voor alles een excuus
da goinek es nie aun aan nees hangeniets niet willen verklappen
da kende noeit ni groindat kan je nooit raden
dain he schelen vee zein oegeniets niet willen erkennen (zien)
dain kan ni mie van zein hielen scheiteniemand die totaal op is
dao stesselt eun erretits oep moinen driger kruipt een hagedis op mijn rug
das hie presies eu kiekekotwaar men zo maar binnen en buiten loopt
das ien van de sinkse foeireen vrouw met gezichts haar begroeiing
de vliegende seskes kreigenplotse ziekte aanval
e klapke doeënEen gesprek voeren, praten
hei bait nogal oep zein sikiemand die zich verongelijkt voelt
hei droit gelaik den haun oep de kerktoreniemand die steeds de zijde van de meerderheid kiest
hei hait achter de beerkeir geloeipen tegen de wind iniemand met sproeten op zijn gezicht
hei he' geene boeilt vant werkeneen gediplomeerde luiaard
hei hee ne verstopte nees. hei hes versnofthet is moeilijk ademen (door de neus)
hei hes gien peip toebak weitiemand die zich niet goed voeld
hei hese alleveif mau ze steun in ploegeneen halve garen
hei lait dou te speittelen gelaik ne vis uit nen bokalproberen recht kruipen na een val
heis oem ziephij is dood
hem lauten overlezeniemand proberen te (genezen??) door een priester
iemand bei zeine schabbernak pakkeniemand bij zijn nekvel pakken
iemand den duvel oan doeniemand pesten, tergen
iene ne stamp tegen zeine inktpot geven dat'n al schreivd voits leuptiemand een trap tegen zijn achterste geven
ienen mee' eun bakkes gelaik ne noveniemand met een grote mond
ieveranst de floere kètse va krouegnergens zenuwachtig van worden
In Biggenaat loëpe de mieren oep de mierenIn Buggenhout lopen de mieren op de muren
k'sin liever zein hielen as zein tippeniemand niet graag ontmoeten
kgeun mè res afkappenik ga even rusten
Komischen doenBoodschappen doen
KzenIk ben
mama, mama mein voeten hemme ka de stoof es oit mau de schapeip doemptmoeder, moeder mijn voeten hebben koud de kachel is uit maar de schoorsteen rookt
mee' zein bakkes tegen de mier loeipentegen de lamp lopen
mei gat zai bakkerdaar komt niets van in
mie ha bra ka, wou ha mie bra ka? oep de meit ha mie bra kamarie had veel kou, waar had marie veel kou?op de markt had marie veel kou
Ni miër wiëten van welke paroche da ge zoitNiet meer weten van welke parochie dat ge zijt
Oep sèm BiggenaatsIn het Buggenhouts
past da paur a?da paur da past a!past dat paar u? dat paar dat past u!
van kroemenaus gebaurendoen alsof men van niets weet
zeine bek in zein ploimen havenweten waneer men 'terecht 'moet zwijgen
zoe loemp as tachterste van eu veirekenzeer onhandig persoon

647 woorden

(gaun) schuiven oep eun boinkenijsglijden
(muggen) ziftzeef, muggenraam
lampadeir lamp
'k gen voetsjik ga verder
'k zen voetsjik ben weg
't speenaambeien
' t derrepdorp

A

a spoeienzich haasten
acht8
afloize, nen afloizeriets verkrijgen van iemand door veel zagen
afroizerglijbaan
aga iet vast groebelen, weg scheirensnel iets weg nemen
akorderengoed samen werken
allemauallemaal
allohallo
ambrasruzie
amuseert alenamuseer jullie
arjoinajuin
arlègehorloge
arlézgjehorloge
as ge boven zait brenkt dein mein sloeffen meeiemand vermanen op neuspeuteren
aunaan
aun de ziee'aan zee
aun smoisterenbesmeuren

B

baa toetdat zal wel (niet)
bagaarruzie
bakkesmond
bees of beiskus
beirrevoitsbloot voets
bekanstbijna
belangen gien aprence vandaar komt niets van
benaadbang
beneenonderaan
bestelborstel
BiggenaatBuggenhout
biggenaat bosbuggenhout bos
Biggenaat noenMiddag
bitter peeëncichorei
blaatblauw
blaffetiervensterluik
blausuiteten met weinig voedingswaarde
bleiten, jeinkenweenen
bleiten, jeinken, schrienwenen
bleiven palaberenlang napraten
botsstraks
bots veroemstraks terug
breinbreien
brezabatieaanstonds, direct
brezabatie'dringend
briliantingel
broebbelenpruttelen, slecht praten
broebbelen, moemmelenonverstaanbaar spreken
broebbelen, nen broebelair (een) moeilijk (e) praten (r)
broebelenslecht spreken, iets wat kookt
broinbruin

C

cintroencitroen
compassemedelijden
congé, verlofvakantie
contentgelukkig

D

d' iefraavrouwelijke leerkracht
da esdat is
da es ienen vee titecadat is iemand voor het gekkenhuis
da sein lappen, veirekesoeireniets wat ongehoord is
da snerkt nogal (snerkken) pijn van een wonde na een val
da was dau eun kaat kiekendaar viel niets te gebeuren
da zirre van iedaar komt niets van
da zirre van niedaar komt niets van
dain he' nogal blaffetieren aun zeine kop hangeniemand met grote oren
das dau brika brakalles ordeloos door mekaar
das dau nogal eun foeirdat is daar nogal een rommel
daudaar
dau es giellegans gene moiaing vandat heeft hellemaal geen betekenis
dau es gien verzeter is daar niets te beleven
dau es ne zink in de bauneen verzakking in de weg
dau ester ienendaar is iemand
dau geloefvek gien kloeiten vandaar geloof ik niets van
dau geloeve 'k niksvandaar geloof ik niets van
dau hait'n zei getes meedaar heeft hij zijn handen mee vol
dau hemmek gielegans geen aprense vandaar weet ik hellemaal niets van
de giele santenboetikalles bij elkaar
de kastremeinde gevangenis
de loegtde lucht
de miësterde leerkracht
de pasterpastoor
de paster, de pastoëirde pastoor
de sjofaascentrale verwarming
de staussestation
de stautstaat
deerdeur
den 'ofde tuin
den bak, de kastremeinde gevangenis
den berremester of burremesterburgemeester
den biejnawerde slager
den daamist
derremiezeafdak
derremiezeHangaar (afdak)
derrepeldrempel
dérrepkendorpje
dèsterrnprutsen
deun bordierstoeprand
dievelduivel
doifduif
dou komt zelfs gienen doemp dee de schaa, ze zetten dau nen iemmer over de schaadaar waar zeer zuinig geleefd wordt
drauë, droi3
drippelen, fezelenzacht regenen
drippendruipen
dut ze de komlementeniemand de groeten doen
dweiskoppig

E

e klei spelderkenonsportieveling
e pakske kaat of ne kreimgelaseen ijsje
e patatte schelderkenaadrappel schiller
e postirrekenbeeldje
een jèbbeeseen aardbei
een sjikkauwgom
eirrebollenknikkers
eirrebollen, zouirsknikkers
en gei geloeft daU bent daar zeker van
er rezelt dau ieter is ietsaan het gebeuren
èrretitssalamander
èrrettitshagedis

E

eu frank bakkes hemmenassertief zijn
eu gazeviereen gasfonuis
eu groeit verzet trappeneen grote versnelling duwen (op de fiets)
eu lodderoeigiemand die scheel kijkt
eu loi weiven kiek. eu kieken me' eu lam gateen voorgebraden kip
eu misseneizereen klem om vogels te vangen
eu pilskeneen pintje
eu postiskeneen haarstukje
eu priksken, prukskeneen pruik
eu schoein porrekeneen mooi meisje
eu spoek van den operaiemand die rare dingen doet
eu stierstuurwiel
eu stier, ne gedongfiets stuur
eu strameinen vergiet
eu verketeen vork
eu verketvork
eun a reutepeteuteen oude vrouw (smalend)
eun aat mekeneen oude vrouw
eun bagatel (leken) een klein iets
eun bagatellekeneen kleinigheid
eun berre, eun beddeeen bed
eun blieekscheetiemand met weinig gezichtskleur
eun blouzerkenelectrische bijverwarming
eun brig eun briggeeen brug
eun brillekasiemand met een bril
eun dakpeinneeen dakpan
eun eksteroeigeen likdoorn
eun fijmmekeneen moeders kindje
eun kartijts tegen zein bakkeseen stevige kaakslag
eun keinneeen kruik
eun keiremelleeen snoepje
eun keirremelle tegen a kaukeen pets tegen u kaak
eun koeteen sigaret
eun leeninkeen trap leuning
eun lodderoegeen afwijking aan een oog
eun meiremiteen zinken kookketel
eun mik, ne misse schietereen katapult
eun missen eizervogel klem
eun moeijelijk joenkeen moeilijk kind
eun moeits, eun klakeen pet
eun naugel scherkentoillet schaartje
eun nief eetkoumereen vals gebit
eun ommeseen hakbijl
eun onnekeireen honde trek wagen
eun paksken zier en zaateen zakje snoep met zurige smaak
eun patatten meskenaardappel schiller
eun peinneeen braadpan
eun pinnemoeitseen puntmuts
eun plak tegen a oeiren, eun savoe rond a oeireneen pets tegen u kaak
eun platloisiemand die steeds probeerd te profiteren van een ander
eun poittig weifkeneen pittig meisje
eun potseen muts
eun potteken leik mein lipeen potje gesuikerde melk
eun scheet lauteneen windje laten
eun sikpruim tabak
eun snebberbeeteen vlugge snack
eun sneibberbeeteen vlugge snack
eun sprei krostereneen dekbed haken
eun stiranneeen hevige pijnaanval
eun stramaineen vergiet
eun strameineen vergiet
eun teing, eun eirrege teefëen kwade vrouw
eun toespijlleeen veiligheids speld
eun trap lierkeneen vouw ladder
eun trezebeessullig meisje
eun vogeljeireen vogel kooi
eun vooil masjoeffeleen slonzige vrouw
eun vrie mastelle gauneen zware slag of val
eun zjakoiseen handtas
eunaat meekeneen oude vrouw

F

fakteurpostbode
fezelenfluisteren
flaan tistflauwerik
flap oeirengrote oren
floiten trekker, karotierplantrekker
foeirkermis
foeterenkijven, reclameren
frutselenpeuteren
frutselen, foeffelenergens aankomen wat niet mag

G

gazetkrant
ge kost dau me' a gat bloeit loeipendaar waren weinig mensen aanwezig
ge wet da tochje weet dat toch
gebaagebouw
geijij
geillenjullie
geirnautgarnalen
geirnoutgarnalen
gekaptgehakt
gesgras
gielegans, grattekaalhelemaal
gien aljanse moukengeen contact zoeken
gijjij
girochiro
goegoed
goe lampettenveel bier drinken
goe vertairenveel geld verdoen
goei boterhoeve boter
gosselenmorsen met water
graalèkenorm, heel
graleikdanig
griengroen
griengroen (van kleur)
grinselgroenten
gruungroen

H

hè heit eu goe stik in zijn kloeiteneen dronken iemand
hei es de pist in (uit) hij is weg
hei es goe kijrrewietiemand die dronken is
hei ester mee' schampevie, ribedebiehij is met iets weg
hei et neun boteram me' schuifkeeseen gierig persoon
hei hee dou gien bewaat vangeen verstand van iets hebben
hei hee neeen gierig persoon
hei leet in leikeniemand op zijn sterfbed
hei loenkt, ne loenkereen oog afwijking hebben
hei spekkeleerd oep ietiets op het oog hebben
hei werd gelichterdiemand in een doodskist leggen
hei, zei draugt tekkereniemand die bedrogen word (seksueel) door zijn partner
heis kevendraugerhij is overleden
heis oep zeine kiviefzeer allert zijn
hem spoeien, ostazich haasten

I

iehier
ieëmmeremmer
iën1
ien me ne kiekenneikiemand met een lange, dunne hals
ién mee nen dikke painsiemand met een dikke buik
ien mee' ne kiekenekiemand met een smalle lange hals
iene eun pee stoveniemand beetnemen
iene me zein klikken en klakken bouiten smeiteniemand de deur wijzen
iëne mee eun brië middestreepeen kaalhoofd
iene ne nees geveniemand iets onrechtstreeks proberen duidelijk maken
iene oep fleissen trekkeniemand flink beetnemen
iene vermoeireniemand vermoorden
ienen lichtereniemand klaarmaken voor zijn doodskist
ienen oit t' achterdinkeniemand uit een bepaalde buurt
ienen seiroop (henink) aun zeine baut straikeniemand fleemen
ier of iehier
iet aranzjereniets klaarspelen
iet oep kalafateren, iet aranzjereniets repareren
iet oepkallefatereniets repareren
iet weggroebeleniets weggraaien
iet zoeiniets koken
in a nees peterenneus peuteren
in de loemmertein de schaduw
in de seskes vallenstuipen krijgen
in greuzelementen van ientotaal kapot
in zeine bloete flikker rond loeipenin zijn blootje rond lopen
inkel geld, kleeter, nikkele geldmuntstukken
iteulitalie

J

jèbezenaardbeien
jeezeken (j als zj) Jezus
jeiraarde of grond
jekseljeuk
just (j uitgesproken als zj) juist

K

kaasen breinsokken breien
kaberneinvarkens stoofpot
kadeeënkinderen
kafeebezzestoffen koffie filter
kaffeekoffie
kaffeebezzekoffiefilter
kairemellesnoepje, oorveeg
kalleke schieteneen stuiver spel (buiten)
kasjoebberenstuntelen
kasseis, kasei stienenstraatstenen
kazjoeberair, boechelairaanmodderen (iemand)
kazjoeberen, boechelen, aanmodderen
keiremelle, eun beessnoepgoed
keiskaas
keke deerkeuken deur
kerijeesnieuwschierig
kes (se) miskerstmis
kessemiskerstmis
kijrrekollenzeeslakken
kinnekes liefjongens toch
kist mein kloeitenje kan de pot op
kjeiskaars
kjeiskes kiet, schots en schiefmet haken en ogen
klappenpraten
klawieterenbezig zijn met iets
kloeit, kloeitenteelbal (len)
kodak, ne portrettentrekkerfototoestel
koekkeloerenstaan turen
koetekessigaretten peuken
kommenizongonderkeed voor vrouwen
komplementen hemmenmet iemand ruzie hebben
konkelefoezenvals spelen
konkelfoezenverdachte afspraken maken
korneinkonijn
kornijnkonijn
kramikken broedrozijnen brood
kreftnzeuren
kroémelkesbroodrestjes
krooinautmuskaatnoot

L

laiven van den hemelsen daaoverleven met en van niets
lampadeirlamp
langen asemkauwgom
LeejerLadder
legt dou a boeinen mou ni oet te wiekmaak u geen illusies
lessenairschoolbank
lieëplistig
liggen in loteren, in rierenergens in ronddraaien
lijkebautenwatertanden
loemmerteschaduw
loenkenjaloerse blikken

M

madeullemedallion
malegreezonder uistel
mallegreedirect
mannekes papiervan alle dingen door mekaar (tekeningen )
maskemeisje
maumaar
me' zein klikken en klakkenlos over kop
medikamentenmedicijnen
mee' a jokkedeizen straut oepontslagen worden
mein awers, mein aarsmijn moeder en vader
mein finnemijn vrouw
mein konsekwenses trekkenbesluit vormen
meine gebiermijn buur
meine nees snittenmijn neus snuiten
meine vlaurismijn rug
menieërmeneer
mevraa of madammevrouw
miegmoe
miermuur
mierezeikermier (insekt)
mijn vramijn vrouw
mijne ventmijn man
moeiter of platte jeirmodder
moizeneurkesveld sla
mostautmosterd
mostaut (mostaut zaut) mosterd (mosterd zaad)
mottoculteurtractor

N

naugelspijker
ne baseingeen zinken waskuip
ne bauleen jutten zak
ne beelekes boekstrip album
ne binnenbier, eittefreiteriemand die alles opkropt
ne broebbelair, ne moemmelairiemand die onduidelijk praat
ne broekscheitereen bangerik
ne frutseleer, ne foeffeleeriemand die nergens van af kan blijven
ne galjaariemand die veel durfd
ne gatleiker, floimenpakker, ne gatkroiperonderkruiper
ne groffen besteleen straatbezem
ne karnasjeerboekentas
ne karottentrekkeriemand die iets voorwend om niets te moeten doen
ne karottentrekkeriemand die uitvluchten zoekt
ne kaspesjeer of ne kielstofjas
ne kazakkendroiriemand die gedane beloften niet na komt
ne kazjoebereer, ne boecheleeriemand die aanmodderd
ne keffer of ne preutlekkereen kleine hond
ne kesboeimkerstboom
ne klabeiterzware bons
ne klaitskopeen kaalhoofd
ne kloeitzak, ne valsoudeen vals persoon
ne koekoekiemand die kinderen heeft bij een andere vrouw
ne koilleneen goed gelovige man
ne kominezongonderkleed voor vrouwen
ne koutereen kater
ne krabbekokerde eeuwige verliezer
ne krewaugenkruiwagen
ne kroezel kopiemand met krullend haar
ne krussefixkruisbeeld
ne kwistenbiebelondoordacht persoon
ne labbekakeen flauw persoon
ne labbekakeen nietsnut
ne labbekak, ne flaarikflauw mans persoon
ne lankhouregen trekondeen onverzorgde man
ne leeperlepel
ne leikker, ne stoemperlolly
ne liawerkeen leeuwerik (vogel)
ne lichtereen doodskist
ne loekafarisraar persoon
ne loizefiakker, boiteslauperdakloze
ne lustereen luchter
ne misse schrikkervogelverschrikker
ne neeseen neus
ne paljas, eun paljaskeneen geniepig iemand
ne paltoooverjas voor vrouwen
ne pandulstaande klok
ne patatten neesiemand met een dikke neus
ne peinneschaitereen slechte (reis) speelduif
ne peitteman, ne sjamfoeteriemand die guiten uithaalt
ne pezewevereen muggezifter
ne pieiren tessereen paarden slager
ne pilairen beiterveel in de kerk vertoeven
ne pinocioiemand die rare dingen doet
ne pispotdraagbaar wc
ne pitteleir, ne billekletser, ne pingwinggala kostum
ne pizzewerm ne pierregenworm, aardworm
ne plansierkauteriemand met weinig notie van iets
ne pottemaneegeldbeugel
ne schaan beereen rare kwast (jongen)
ne schailen otteriemand met een oog afwijking
ne schoeine joengenmooie jongen
ne sjamfoetereen speelvogel
ne sjarlewieeen plezante jongen
ne smoelen trekkereen zeer zuur snoepje
ne smoelen trekkeriemand met vele gezichten
ne smoelentrekkereen zuur snoepje
ne snel zeikerspeciale onderbroek voor vrouwen
ne snotneeseen kleine jongen
ne speiteleirzeer bewegelijk iemand
ne stekerveirekes koppiekjes haar
ne trekzakaccordeon
ne vrie vergevelgrote neus
ne waizen, ne nalleven gezoeineen sullig peroon
ne wetteleen dommerik
ne wettelwortel
ne zemelzeikeriemand steeds met kritiek
ne ziere gezateneen flauwe plezante
ne zweite painsbloed worst
neffestnaast
nege9
neig verschieten, ne floeren aup scheitendanig schrikken
nen 'ondeen hond
nen (+klinker), ne (+ medeklinker) een
nen aa peeoude man
nen aa pee, paiteen oude man
nen achteruit trapper (nen torpedo) een fiets zonder voorrem enkel achteraan
nen airinkstropdas
nen ambrasmaukerruzie maker
nen appelleerappel boom
nen assepoteen asbak
nen azein zeikeroveral kretiek op hebben
nen beirschepper, ne giëzereen aalt emmer
nen droiloeizeniemand die niet goed bij zijn verstand is
nen dwaileen opneem vod
nen eintrepteureen lichtschakelaar
nen etsakwinkel tas
nen keizeleereen kersenboom
nen paireleerperen boom
nen peizeleereen perzikken boom
nen tannentrekkertandarts
nen torpedoeen fiets zonder voorrem enkel achteraan
netzakwinkeltas
neu broebelairiemand die slecht verstaanbaar is
neu feichelaireen (halve) klusjes man
neu girrigauteen vrek
neu joengen t'heieen jonge hond
neu kaseistampereen slechte danser
neu kist mein kloeiteneen grootspreker
neu krabbekokereen slechte ploegmaat
neu krussefikseen kruisbeeld
neu mouilentrekker, neu twiegezichteriemand met valse bedoelingen
neu neesdoekeen zakdoek
neu pasjakroeteen niksnut
neu pijrreplieeen regen scherm
neu pisser hankt vastiemand die veel naar het wc moet
neu portefouileen brieven tas
neu resaureen springveer
neu schoeileeen leeg loper
neu sjamfoetereen deugeniet
neu tjoeken trijneen trein (kinder taal)
neu zemelzijkereen muggenzifter
neun aa kraukereen oude speelplaat
neun aftrekkereen flessen opener
neun auntrekkereen schoentrekker
neun broebelairslechte prater
neun tannebesteleen tanden borstel
neun tellefongeen telefoon toestel
neun triporteureen bakfiets
nevennaast
niniet
nie meimmenniet zanikken
nief, nievenieuw (e)
nievejaurnieuwjaar
niks te protokollen hemmengeen inspraak hebben
noenkeloom
nog ienen aflangennog een pintje pakken
nog iënen en we zen voetsjwe geen bijna naar huis

O

oeirenoren
oep iet spekelerenop iets uit zijn
oep kalafaterenoplappen
oep zeinezeer allert zijn
oethoed
oftuin
oijshuis
oitgelooterd, uitloterenteveel uitehold (door te gebruiken)
ons ieër (lieven eer) chritus
opderpsopdorps
open djeitopen haard

P

paast mou aga iet andersdenk maar vlug iets anders
paazendenken
palaberenveel praten maar weinig zeggen
palaberenzanikken
pardesieoverjas
parli parla, komsi komsa, de dikte van davan alles een beetje
pasjaktoetnietsnut
patten deisteren mee aa verketaardappelen pletten met een vork
pauternosterbollekesmaukereiwerk zonder einde
peerelleerperenboom
pènwaairbadjas, kamerjas
pêpelvlinder
pepitterlessenaar van ondewijzer
persengrolluik
pertangnochtans
petatten deisterenaardappelen pletten
pinais, pinaizenduimspijker (s)
pinnekes draudprikkeldraad
pjeire scheppaarden stoofpot
pjeiremelenpaardemolen
pjeiren sasis, wit en zweitpaarden salami
pjeirestjeitpaardestaart
pjeitpaard
plansiervoetpad
plantsierstoep
plattn dèrrem of wieëken tingelslappeling
pligerenuitrafelen (van stoffen)
plosteren en ploterenslecht werk leveren
poeiten geleik koleschippenzeer grote handen
poembakaanrecht
poembakgootsteen
pompeloerekes, dikkopkeskikkervisjes
Pos'nPasen

R

rabijreberrabarber
renewéren, gereneweerdruïneren, geruïneerd
rmei ni de rig oep reinme niet opjagen
rochelenspuwen
rochgelnspuwen
roefelennaar iets zoeken
rootrij

S

saassaus
schaaschouw
schabejaknietsnut
scheirenkrabben (jeuk)
schierenkuissen met schuurborstel
schieven achterweits overhalve garen
schofferdijnenijsschaatsen
schoutsscouts
schramoeilleas van de kachel
schramoeilleverbrande steenkool (restanten)
sebiet, seffensstraks
seirserre
serreworrigtegenwoordig
seuzedeken
sezze, eun spreideken
sikkenpruim tabak gebruiken
sjamfoeterenuitkafferen, gedempt vloeken
sjeimelenlanterfanten
Sjieken tipGoed geklede persoon, persoon met mooie kleren
sjijmelairtreuzelaar
sjijmelentreuzelen
sjokolatchocolade
sjokolattemoeschocolademousse
skaa gasttoffe jongen
slekkenslakken
smoisterensnoepen
SmotskeWashandje
smouistervuiligheid
smouisterenonbeschoft eten
sniesneeuw
snittenneus snuiten
sossissalami
spinêzzjêspinazie
spoinspanje
staun lettenafwachten
stekerbezenstekelbes
stekskeeen lucifer
stelselmautegin rangorde
stoofaataanmaak hout
stoofvliesrunder stoofpot
stoun dabberen, deisterentreuzelen (staan)
stoun grienoeigenzijn tijd verdoen
stoun schilderenniets doen
strautstraat
sutjeingors, sutjeinbusten houder

T

t'achterste verenomgedraaid
t'heuskenhet w c
t'koliekeen inwendige ziekte (ongeneeselijk)
t'waster (patat) boenk oephet was helemaal juist
taboeretStoeltje zonder leuning
talloeërbord
teinink lautenEen bericht laten
tes grien aatruzie met
tes van den ondhet komt hier niet goed
tes van kjeiskes kiet, half zei gatiets zomaar afhandelen
tes vrieedhet is zeer erg
tis zoe fla als poempwoateriets dat flauw is van smaak
tjoepenezencubberdons
toernaviesschroevendraaier
torrephet centrum
traantrouwen
trienekkemeisje
troskesbezenaalbessen
twië2

V

van zai laiven nidat zal ik nooit doen
vauder, vauvader
vauëf, voif5
vaveevanvoor
vedroemopnieuw
vee wa a vee da!waarom wel voor dat!
veel eiremendraus verkoepenveel gezever verkopen
veel eiren onderleggeniemand erg vertroetelen
veel koereuzeveel moed
veel reteketeitveel gepraat
veel vieren en voivenveel van dit en dat
veirekenvarken (zwijn)
verfroemeld / verroempeldverrompeld
vier4
vlieesvlees
VlomsVlaams
voddeschotelvod
voilvuil

W

wa kladderenzomaar wat tekenen
wa plakken kreigen, gevenslagen krijgen, geven
wauwaar
welle weg zegtwe zijn weg
werren dak, dacheeen eed doen op ik, ji
werren oep ietgokken op iets
westworst
weuttelwortel
WolsjWaals

Z

zaatzout
zakneesdoekzakdoek, neusdoek
zaugnzagen
ze ze'n dau eun ferm schip aunt louineen nakend onweder
zeevn7
zein heit loechteniets zeer persoonlijks vertellen
zein veizen steun los, dien he'se nie alleveif, hei hese alle veif mou ze steun in ploegeneen halve gare
zes6
zietzoet (smaak)
ZinaanekkieëKijk eens hier
zjattas
zjatten en taloerenhet kan mij allemaal niets meer maken
zoe zwait as nen hoegenhoedzeer vuil zijn
zolder vainsterdakraam
zoutzaad
zweitzwart
zwetzwart
zwieet pateekes, stinkvoeten, zwieet kleitserszweetvoeten