Vertalingen klas NL>FR
de klas
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [klɑs] |
Verbuigingen: | -sen (meerv.) |
1) groep leerlingen die samen les hebben -
classe (la ~) in de eerste klas van de basisschool zitten - être en première année du primaire / en sixième / en C.P. |
voor de klas staan (=docent zijn) - enseigner
|
2) ruimte waar lesgegeven wordt -
classe (la ~) In de klas wordt niet gescholden of geschreeuwd! - En classe on ne se lance pas des noms d'oiseaux et on ne crie pas! |
3) afdeling binnen het openbaar vervoer -
classe (la ~) Eerste klas reizen met de trein is wel duur, maar wel comfortabel. - Voyager en train en première classe est cher, bien sûr, mais c'est confortable. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de klas (v) | année scolaire (v) ; la classe |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `klas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aardNL: categorieNL: classificatieNL: klasseNL: onderverdelingNL: ordeNL: rangNL: schooljaarNL: schoolklasNL: slag