1. MWB
  2. Vertalen
  3. wijk (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • wijk > EN • wijk > ES • wijk > FR
Vertalingen wijk NL>DE

wijk

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [wɛik]
Verbuigingen:  wijken (meerv.)

deel van een stad of dorp - Stadtteil (der ~), Viertel (das ~), Revier (das ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de wijkder Bezirk ; der Ortsteil ; der Stadtbezirk ; der Stadtteil ; das Stadtviertel ; das Viertel
wijkdie Nachbarschaft ; Stadtteil ; Stadtviertel ; die Umgebung
Bronnen: Wiktionary; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `wijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: buitenwijk
NL: buurt
NL: centrum
NL: handelswijk
NL: kwartier
NL: plein
NL: sectie
NL: stadsdeel
NL: stadskwartier
NL: stadswijk

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de wijk nemen DE: fliehen, entfliehen DE: (stadswijk) (Stadt)Viertel (das) DE: (algemeen: begrensd gebied) Bezirk (der)