de indruk

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈɪndrʏk]
Verbuigingen:	-ken (meerv.)

manier waarop je over iets of iemand denkt als je er nog niet veel over weet - impression (la ~)

Mijn eerste indruk is dat ik die opdracht wel kan uitvoeren. - Ma première impression est que je suis à même d'exécuter cette tâche. De sollicitant maakte een goede indruk. - Le candidat a fait bonne impression. Ik krijg de indruk dat de schade meevalt. - J'ai le sentiment que les dégâts sont pas tellement importants.

indruk maken op (=zorgen dat (iemand) je opmerkt en interessant vindt) - en imposer à

de indruk wekken dat... (=(iemand) laten denken dat...) - donner l'impression que...

© K Dictionaries Ltd.

de indruk (m)	empreinte (v) ; impression (v)
indruk	cavité d'un moule ; empreinte ; impression ; surimpression de caractères

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: gevoel
NL: impressie

NL: indruk maken op FR: faire impression sur, impressionner
NL: de indruk maken te FR: avoir l'air de
NL: dat maakt op mij de indruk van ... FR: cela me fait l'effet de . .
NL: onder de indruk van FR: sous le coup de