Vertaal
Naar andere talen: • april > DEapril > ENapril > ES
Vertalingen april NL>FR

de april

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ɑˈprɪl]

vierde maand van het jaar - avril (le ~)
30 april is het in Nederland Koninginnedag - Le 30 avril aux Pays-Bas, c'est la fête de la Reine
uitdrukking April doet wat hij wil.
uitdrukking één april, kikker in je bil

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de april (m) avril (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `april`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: grasmaand

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de eerste april FR: le premier avril