Vertalingen zwendelaar NL>FR
de zwendelaar (m) | arnaqueur ; dupeur (m) ; escroc (m) ; imposteur (m) ; trompeur (znw.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `zwendelaar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fraudeurNL: huwelijkszwendelaar