Vertaal
Vertalingen zuur opbreken NL>FR
zuur opbreken (ww.) avoir de l'acide gastrique (ww.) ; se désagréger (ww.) ; subdiviser (ww.) ; supprimer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zuur opbreken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opbreken