Vertalingen woonachtig NL>FR
woonachtig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: -
woonachtig zijn te (=wonen in (een plaats of land)) - être domicilié à/en
woonachtig te Rotterdam - domicilié à Rotterdam
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
woonachtig | demeurant ; domiciliant ; installé ; résidant ; siégeant |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `woonachtig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gevestigdNL: zetelend