Vertalingen werkeloos NL>FR
[ˈwɛrkəlos]1 ( passief) zonder iets te doen - inactif/-ive
`werkeloos toezien`
se croiser les bras / ne pas bouger
2 ( werkeloos) zonder werk - sans emploi - en chômage
`Na mijn ontslag ben ik anderhalf jaar werkeloos geweest.`
Après mon licenciement j'ai été en chômage pendant dix-huit mois.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
werkeloos | désoeuvré ; en chômage ; inactif ; indolent ; paresseuse ; paresseusement ; paresseux ; sans travail |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `werkeloos`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: passiefNL: werkeloosNL: werkloos