Vertalingen wantrouwen NL>FR
I het wantrouwen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['wɑntrɑuwə(n)] |
gevoel dat je iets of iemand niet vertrouwt -
méfiance (la ~), défiance (la ~) een groot wantrouwen tegen de politiek - une grande méfiance à l'égard de la politique |
II wantrouwen
werkw.
Uitspraak: | ['wɑntrɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | wantrouwde (verl.tijd ) heeft gewantrouwd (volt.deelw.) |
niet vertrouwen -
se méfier de , se défier de Wantrouw e-mails met bijlagen van onbekende afzenders. - Méfiez-vous des pièces attachées aux e-mails en provenance d'inconnus. |
['wɑntrɑuwə(n)]1 gevoel dat je iets of iemand niet vertrouwt - méfiance (la ~(v))
défiance (la ~(v))
`een groot wantrouwen tegen de politiek`
une grande méfiance à l'égard du politique
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wantrouwen (ww.) | se défier de (ww.) ; se méfier de (ww.) |
het wantrouwen | défiance (v) ; méfiance (v) ; soupçon (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `wantrouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: achterdochtNL: argwaanNL: argwaan koesterenNL: twijfel