Vertalingen vrijgeven NL>FR
vrijgeven (ww.) | déboutonner (ww.) ; révéler (ww.) ; rendre public (ww.) ; rendre accessible (ww.) ; publier (ww.) ; ouvrir (ww.) ; frayer (ww.) ; déverrouiller (ww.) ; dénouer (ww.) ; congédier (ww.) ; accorder un congé (ww.) |
vrijgeven | débloquer ; relâchement ; offrir ; mainlevée de l'immobilisation ; libération ; fin ; divulguer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `vrijgeven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: openenNL: openstellenNL: toegankelijk makenNL: vrijaf gevenNL: vrijlatenNL: vrijschakelen